Bewerkingscycli | Cycli voor tandwielproductie
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de gereedschapsas naar Q260
Veilige hoogte met aanzet FMAX. Wanneer het gereedschap al op een waarde in
de gereedschapsas is die groter is dan Q260, vindt er geen beweging plaats
2 Vóór het zwenken van het bewerkingsvlak positioneert de besturing het
gereedschap in X met aanzet FMAX naar een veilige coördinaat. Wanneer uw
gereedschap al op een coördinaat in het bewerkingsvlak staat die groter is dan de
berekende coördinaat, vindt er geen beweging plaats
3 Nu zwenkt de besturing het bewerkingsvlak met aanzet Q253
4 De besturing positioneert het gereedschap met aanzet FMAX naar het startpunt
van het bewerkingsvlak
5 Vervolgens beweegt de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met
aanzet Q253 naar de veiligheidsafstand Q200
6 Die besturing wikkelt het gereedschap op het te vertanden werkstuk in langs-
richting met de gedefinieerde aanzet Q478 af (bij voorbewerken) of Q505 (bij
nabewerken). Het bewerkingsgedeelte wordt daarbij door het startpunt in Z
Q551+Q200 en door het eindpunt in Z Q552+Q200 begrensd (Q551 en Q552
worden in cyclus 285 gedefinieerd)
Verdere informatie: "cyclus 285 TANDWIEL DEFINIEREN (optie #157)",
Pagina 930
7 Wanneer de besturing zich op het eindpunt bevindt, wordt het gereedschap met
aanzet Q253 teruggetrokken en terug naar het startpunt gepositioneerd
8 De besturing herhaalt het proces 5 t/m 7 tot het gedefinieerde tandwiel is
gemaakt
9 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap naar veilige hoogte Q260
met aanzet FMAX
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u schuine vertandingen maakt, blijven de zwenkingen van de rotatie-
assen na het programma-eind bestaan. Er bestaat botsingsgevaar!
Zet het gereedschap vrij voordat de positie van de zwenkas wordt gewijzigd
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en
FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
De cyclus is CALL-actief.
Het maximale toerental van de draaitafel kan niet worden overschreden. Wanneer
u in de gereedschapstabel onder NMAX een waarde hebt ingevoerd, reduceert de
besturing het toerental tot deze waarde.
Vermijd toerentallen van de master-spil kleiner dan 6 1/min, om veilig een
aanzet in mm/omw te kunnen gebruiken.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
14
933