Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
29.2.14 Voorbeeld: basisrotatie via twee boringen bepalen
Q268 = middelpunt van 1e boring: X-coördinaat
Q269 = middelpunt van 1e boring: Y-coördinaat
Q270 = middelpunt van 2e boring: X-coördinaat
Q271 = middelpunt van 2e boring: Y-coördinaat
Q261 = coördinaat in de tastsysteemas waarin de meting plaatsvindt
Q307 = hoek van de rechte referentielijn
Q402 = scheve ligging door rotatie van de rondtafel compenseren.
Q337 = stel de weergave na het uitlijnen op nul in
0 BEGIN PGM TOUCHPROBE MM
1 TOOL CALL 600 Z
2 TCH PROBE 401 ROT 2 BORINGEN ~
Q268=+25
Q269=+15
Q270=+80
Q271=+35
Q261=-5
Q260=+20
Q307=+0
Q305=+0
Q402=+1
Q337=+1
3 CALL PGM 35
4 END PGM TOUCHPROBE MM
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
;1E BORING MIDD.1E AS ~
;1E BORING MIDD.2E AS ~
;2E BORING MIDD.1E AS ~
;2E BORING MIDD.2E AS ~
;MEETHOOGTE ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;VOORAF ING. ROT.HOEK ~
;NUMMER IN TABEL
;COMPENSATIE ~
;OP NUL ZETTEN
; bewerkingsprogramma oproepen
29
1565