20
Bedieningsinstructies
Door omhoog trekken of scrollen kunt u grafieken horizontaal vergroten of
verkleinen.
Als u met ingedrukte linkermuisknop trekt of veegt, kunt u de grafieken
verschuiven.
Door een NC-regelnummer te kiezen, kunt u de grafiek uitlijnen. De besturing
markeert het geselecteerde NC-regelnummer in de bewakingstaak groen.
Verdere informatie: "Algemene gebaren voor het touchscreen", Pagina 97
20.3.3
Bewakingsgedeelten definiëren met MONITORING
SECTION (optie #168)
Toepassing
Met de functie MONITORING SECTION deelt u het NC-programma in
bewakingsgedeelten voor de procesbewaking in.
Verwante onderwerpen
Werkgebied Procesbewaking
Verdere informatie: "Werkgebied Procesbewaking (optie #168)", Pagina 1186
Voorwaarde
Softwareoptie #168, Procesbewaking
Functiebeschrijving
Met MONITORING SECTION START definieert u het begin van een nieuw
bewakingsgedeelte en met MONITORING SECTION STOP het einde.
U mag bewakingsgedeelten niet nesten.
Wanneer u geen MONITORING SECTION STOP definieert, interpreteert de besturing
bij de volgende functies toch een nieuw bewakingsgedeelte:
Bij een hernieuwde MONITORING SECTION START
Bij een fysieke TOOL CALL
De besturing interpreteert alleen een nieuw bewakingsgedeelte bij een gereed-
schapsoproep wanneer er een gereedschapswissel plaatsvindt.
Verdere informatie: "Gereedschapsoproep met TOOL CALL", Pagina 283
U mag binnen een bewakingsgedeelte de volgende functies niet programmeren:
Oproepen van een subprogramma met LBL CALL
Behalve het oproepende subprogramma is ook binnen het bewakingsgedeelte
geprogrammeerd
Oproepen van een NC-programma met PGM CALL
Oproepen van een NC-programma met cyclus 12 PGM CALL
Binnen opgeroepen subprogramma's of NC-programma's mogen
bewakingsgedeelten worden gedefinieerd.
1210
Bewaking | Procesbewaking (optie #168)
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022