Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u een sleufpositie ongelijk aan 0 definieert, positioneert de besturing
het gereedschap alleen in de gereedschapsas naar de 2e veiligheidsafstand. Dit
betekent dat de positie aan het cycluseinde niet met de positie aan het begin van
de cyclus overeen hoeft te komen!
Programmeer na de cyclus geen incrementele maten
Programmeer na de cyclus een absolute positie in alle hoofdassen
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing
de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst
zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak!
Diepte negatief invoeren
Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing
bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of
niet (off)
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
De besturing positioneert het gereedschap in de gereedschapsas automatisch
voor. Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. in acht nemen.
De besturing reduceert de diepte-instelling tot de in de gereedschapstabel gede-
finieerde snijkantlengte LCUTS als de snijkantlengte korter is dan de in de cyclus
ingevoerde diepte-instelling Q202.
Is de sleufbreedte groter dan de dubbele gereedschapsdiameter, dan ruimt de
besturing de sleuf dienovereenkomstig van binnen naar buiten. U kunt dus ook
met kleine gereedschappen willekeurige sleuven frezen.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
Met behulp van de RCUTS-waarde bewaakt de cyclus de niet door het midden
snijdende gereedschappen en voorkomt o.a. een frontale plaatsing van het
gereedschap. De besturing onderbreekt indien nodig de bewerking met een
foutmelding.
Aanwijzingen voor het programmeren
Bij een niet-actieve gereedschapstabel moet u altijd loodrecht insteken (Q366=0),
omdat u geen insteekhoek kunt definiëren.
Gereedschap naar de startpositie in het bewerkingsvlak voorpositioneren met
radiuscorrectie R0. Houd rekening met parameter Q367 (positie).
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
Veiligheidsafstand zo invoeren dat het gereedschap bij het verplaatsen niet klem
komt te zitten door afgefreesde spanen.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
AANWIJZING
AANWIJZING
14
539