Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
14.3.43 cyclus 225 GRAVEREN
Toepassing
Met deze cyclus kunnen teksten op een vlak oppervlak van het werkstuk worden
gegraveerd. De teksten kunnen langs een rechte of op een cirkelboog worden
geplaatst.
Cyclusverloop
1 Wanneer het gereedschap zich onder Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. bevindt,
verplaatst de besturing eerst naar de waarde uit Q204.
2 De besturing positioneert het gereedschap in het bewerkingsvlak naar het
startpunt van het eerste teken.
3 De besturing graveert de tekst.
Indien Q202 MAX. DIEPTESTAP groter is dan Q201 DIEPTE, graveert de
besturing van elk teken in een aanzet.
Indien Q202 MAX. DIEPTESTAP kleiner is dan Q201 DIEPTE, graveert de
besturing van elk teken in meerdere verplaatsingen. Pas wanneer een teken is
gefreesd, bewerkt de besturing het volgende teken.
4 Nadat de besturing een teken heeft gegraveerd, trekt het gereedschap terug naar
veiligheidsafstand Q200 boven het oppervlak.
5 Proces 2 en 3 herhaalt zich voor alle te graveren tekens.
6 Daarna positioneert de besturing het gereedschap naar de 2e veiligheidsafstand
Q204.
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Aanwijzingen voor het programmeren
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
De te graveren tekst kunt u ook via stringvariabelen (QS) doorgeven.
Met parameter Q374 kan de rotatiepositie van de letters worden beïnvloed.
Als Q374=0° tot 180°: de schrijfrichting is van links naar rechts.
Als Q374 groter dan 180° is: de schrijfrichting wordt omgekeerd.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
657