Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Wanneer u geen dynamiekparameter (bijv. veiligheidsafstand,
spiltoerental,...) wijzigt, is het mogelijk de schroefdraad achteraf dieper
te boren. De veiligheidsafstand Q200 moet echter zo groot gekozen
worden, dat de gereedschapsas binnen deze baan de versnellingsbaan
verlaten heeft.
Aanwijzingen voor het programmeren
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer-
kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
Het voorteken van de cyclusparameter Draaddiepte legt de werkrichting vast.
Wanneer via de cyclusparameter Q403 een toerentalfactor voor sneller
terugtrekken is gedefinieerd, beperkt de besturing het toerental tot het maximum-
toerental van de actieve stand instelling spil/toerenbereik.
Aanwijzing in combinatie met machineparameters
Met de machineparameter CfgThreadSpindle (nr. 113600) definieert u het
volgende:
sourceOverride (nr. 113603):
FeedPotentiometer (Default) (toerental-override is niet actief), de besturing
past het toerental vervolgens overeenkomstig aan
Spilpotentiometer (aanzet override is niet actief)
thrdWaitingTime (nr. 113601): deze tijd wordt gewacht bij de draadkern na
spilstop
ThrdPreSwitch (nr. 113602): de spil wordt om deze tijd vóór het bereiken van
de draadkern gestopt
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
14
499