Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
Functiebeschrijving
Punten definiëren een bewerkingsvlak met behulp van de coördinaten in het niet-
gezwenkte werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Eerste punt met de coördinaten P1X,
P1Y en P1Z
Derde punt met de coördinaten P3X,
P3Y en P3Z
Ook als een of meer coördinaten de waarde 0 bevatten, moet u alle negen
coördinaten definiëren.
Het eerste punt met de coördinaten P1X, P1Y en P1Z definieert het eerste punt van
de gezwenkte X-as.
U kunt zich voorstellen dat met het eerste punt de oorsprong van
de gezwenkte X-as en daarmee het punt voor oriëntatie van het
bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS wordt gedefinieerd.
Let erop dat u met de definitie van het eerste punt het werkstuknulpunt
niet verschuift. Wanneer u de coördinaten van het eerste punt telkens
met de waarde 0 wilt programmeren, moet u eventueel eerst het
werkstuknulpunt naar deze positie verschuiven.
Het tweede punt met de coördinaten P2X, P2Y en P2Z definieert het tweede punt van
de gezwenkte X-as en daarmee ook de oriëntatie ervan.
In het gedefinieerde bewerkingsvlak volgt de oriëntatie van de gezwenkte
Y-as automatisch, omdat beide assen haaks op elkaar staan.
Het derde punt met de coördinaten P3X, P3Y en P3Z definieert de schuinte van het
gezwenkte bewerkingsvlak.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Tweede punt met de coördinaten P2X,
P2Y en P2Z
15
1025