Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
Invoer
11 PLANE RESET TURN MB MAX FMAX
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
PLANE RESET
MOVE, TURN of
STAY
Aanwijzing
Zorg er vóór elk programma-afloop voor dat er geen ongewenste
coördinaattransformaties actief zijn. Indien nodig kunt u het zwenken van het
bewerkingsvlak ook met behulp van het venster 3D-rotatie handmatig deactiveren.
Verdere informatie: "Venster 3D-rotatie (optie #8)", Pagina 1046
In de statusweergave kunt u de gewenste toestand van de zwenksituatie
controleren.
Verdere informatie: "Statusweergave", Pagina 1005
PLANE AXIAL
Toepassing
Met de functie PLANE AXIAL definieert u het bewerkingsvlak tot max. drie absolute
of incrementele ashoeken.
U kunt voor elke op de machine aanwezige rotatie-as een ashoek programmeren.
Dankzij de mogelijkheid om slechts één ashoek te definiëren, kunt u
PLANE AXIAL ook op machines met slechts één rotatie-as gebruiken.
Let erop dat NC-programma's met ashoeken altijd kinematica-afhankelijk zijn en
daardoor niet machineneutraal zijn!
Verwante onderwerpen
Onafhankelijk van de kinematica met ruimtehoeken programmeren
Verdere informatie: "PLANE SPATIAL", Pagina 1008
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
Betekenis
Syntaxisopener voor het terugzetten van alle zwenkhoeken en
het deactiveren van elke zwenkfunctie
Type positionering van de rotatie-as
Afhankelijk van de selectie kunt u de optionele
syntaxiselementen MB, DIST en F, F AUTO of FMAX
definiëren.
Verdere informatie: "Rotatie-aspositionering", Pagina 1037
15
1033