15
Toepassingsvoorbeeld
Voorbeeld
11 PLANE VECTOR BX+1 BY+0 BZ+0 NX+0 NY-1 NZ+1 TURN MB MAX FMAX SYM-
TABLE ROT
Uitgangstoestand
Oriëntatie van de
gereedschapsas
1022
De uitgangstoestand toont de positie en de
oriëntatie van het nog niet-gezwenkte bewer-
kingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. De
positie definieert het werkstuknulpunt dat in
het voorbeeld naar de bovenkant van de afkan-
ting is verschoven. Het actieve werkstuknulpunt
definieert ook de positie waarmee de besturing
het WPL-CS oriënteert of draait.
Met behulp van de gedefinieerde normaal-
vector met de componenten NX+0, NY-1 en
NZ+1 oriënteert de besturing de Z-as van het
bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS
loodrecht op het vlak van de afkanting.
De uitlijning van de gezwenkte X-as komt door
de component BX+1 overeen met de oriëntatie
van de niet-gezwenkte X-as.
De oriëntatie van de gezwenkte Y-as vindt
automatisch plaats, omdat alle assen loodrecht
ten opzichte van elkaar staan.
Wanneer u de bewerking van de afkanting in een subprogramma
programmeert, kunt u met vier bewerkingsvlakdefinities een rondom
lopende afkanting maken.
Als het voorbeeld het bewerkingsvlak van de eerste afkanting definieert,
programmeert u de overige afkantingen met behulp van de volgende
vectorcomponenten:
BX+0, BY+1 en BZ+0 en NX+1, NY+0 en NZ+1 voor de tweede
afkanting
BX-1, BY+0 en BZ+0 en NX+0, NY+1 en NZ+1 voor de derde afkanting
BX+0, BY-1 en BZ+0 en NX-1, NY+0 en NZ+1 voor de vierde afkanting
De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte
werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt
moet verschuiven.
Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022