15
Toepassingsvoorbeeld
Voorbeeld
11 PLANE RELATIV SPA+45 TURN MB MAX FMAX SYM- TABLE ROT
Uitgangstoestand
Oriëntatie van de
gereedschapsas
1030
De uitgangstoestand toont de positie en de
oriëntatie van het nog niet-gezwenkte bewer-
kingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. De
positie definieert het werkstuknulpunt dat in
het voorbeeld naar de bovenkant van de afkan-
ting is verschoven. Het actieve werkstuknulpunt
definieert ook de positie waarmee de besturing
het WPL-CS oriënteert of draait.
Met behulp van de ruimtelijke hoek SPA+45
oriënteert de besturing de Z-as van het WPL-
CS loodrecht op het vlak van de afkanting. De
rotatie om de SPA-hoek vindt plaats om de niet-
gezwenkte X-as.
De uitlijning van de gezwenkte X-as komt
overeen met de oriëntatie van de niet-gezwenk-
te X-as.
De oriëntatie van de gezwenkte Y-as vindt
automatisch plaats, omdat alle assen loodrecht
ten opzichte van elkaar staan.
Wanneer u de bewerking van de afkanting in een subprogramma
programmeert, kunt u met vier bewerkingsvlakdefinities een rondom
lopende afkanting maken.
Als het voorbeeld het bewerkingsvlak van de eerste afkanting definieert,
programmeert u de overige afkantingen met behulp van de volgende
ruimtehoeken:
Eerste PLANE RELATIVE-functie met SPC+90 en een verdere relatieve
zwenking met SPA+45 voor de tweede afkanting
Eerste PLANE RELATIVE-functie met SPC+180 en een verdere
relatieve zwenking met SPA+45 voor de derde afkanting
Eerste PLANE RELATIVE-functie met SPC+270 en een verdere
relatieve zwenking met SPA+45 voor de vierde afkanting
De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte
werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt
moet verschuiven.
Wanneer u het werkstuknulpunt in een gezwenkt bewerkingsvlak verder
verschuift, moeten incrementele waarden worden gedefinieerd.
Verdere informatie: "Aanwijzing", Pagina 1032
Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022