Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
Toepassingsvoorbeeld
Voorbeeld
11 PLANE PROJECTED PROPR+0 PROMIN+45 ROT+0 TURN MB MAX FMAX SYM- TABLE
ROT
Uitgangstoestand
Oriëntatie van de
gereedschapsas
Wanneer u de bewerking van de afkanting in een subprogramma
programmeert, kunt u met vier bewerkingsvlakdefinities een rondom
lopende afkanting maken.
Als het voorbeeld het bewerkingsvlak van de eerste afkanting definieert,
programmeert u de overige afkantingen met behulp van de volgende
projectie- en rotatiehoeken:
PROPR+45, PROMIN+0 en ROT+90 voor de tweede afkanting
PROPR+0, PROMIN-45 en ROT+180 voor de derde afkanting
PROPR-45, PROMIN+0 en ROT+270 voor de vierde afkanting
De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte
werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt
moet verschuiven.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
De uitgangstoestand toont de positie en de
oriëntatie van het nog niet-gezwenkte bewer-
kingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. De
positie definieert het werkstuknulpunt dat in
het voorbeeld naar de bovenkant van de afkan-
ting is verschoven. Het actieve werkstuknulpunt
definieert ook de positie waarmee de besturing
het WPL-CS oriënteert of draait.
Met behulp van de gedefinieerde projectiehoek
PROMIN+45 oriënteert de besturing de Z-as van
het WPL-CS loodrecht op het vlak van de afkan-
ting. De hoek uit PROMIN werkt in het bewer-
kingsvlak YZ.
De uitlijning van de gezwenkte X-as komt
overeen met de oriëntatie van de niet-gezwenk-
te X-as.
De oriëntatie van de gezwenkte Y-as vindt
automatisch plaats, omdat alle assen loodrecht
ten opzichte van elkaar staan.
15
1015