Meerassige bewerking | Cycli voor de bewerking van de cilindermantel
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Het geheugen voor een SL-cyclus is beperkt. In een SL-cyclus kunnen maximaal
16384 contourelementen worden geprogrammeerd.
Een door het midden snijdende vingerfrees (DIN 844) toepassen.
De spilas moet bij de cyclusoproep loodrecht op de as van de rondtafel staan.
Als dit niet het geval is, dan komt de besturing met een foutmelding. Evt. moet de
kinematica worden omgeschakeld.
Deze cyclus kan ook bij gezwenkt bewerkingsvlak worden uitgevoerd.
De bewerkingstijd kan langer worden wanneer de contour uit veel niet-
tangentiële contourelementen bestaat.
Aanwijzingen voor het programmeren
In de eerste NC-regel van het contour-subprogramma moeten altijd de beide cilin-
dermantelcoördinaten geprogrammeerd worden.
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
De veiligheidsafstand moet groter zijn dan de gereedschapsradius.
Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet
u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
21
1215