•
Voer Q2 in om macht 2 voor de x toe te passen
•
Druk op de pijltoets naar rechts, ™, totdat de cursor zich rechts van
de y bevindt
•
Druk één keer op de wistoets, ƒ, om het letterteken y te wissen.
•
Type ~„x in, om een x in te voeren
•
Druk 4 keer op de pijltoets naar rechts, ™, om de cursor tot rechts
van de * te bewegen
•
Voer R in om een vierkantswortelsymbool uit te voeren
•
Voer „Ü in om een paar haakjes te plaatsen (de haakjes komen
in tweetallen)
•
Druk één keer op de pijltoets naar rechts, ™, en één keer op de
wistoets, ƒ, om het rechterhaakje van het hierboven ingevoegde
paar te wissen
•
Druk 4 keer op de pijltoets naar rechts, ™, om de cursor tot rechts
van de b te bewegen
•
Voer „Ü in om een tweede paar haakjes te plaatsen
•
Druk één keer op de wistoets, ƒ, om het linkerhaakje van het
hierboven ingevoegde paar te wissen
•
Druk op ` om naar het normale beeldscherm terug te keren.
Het resultaat wordt als volgt getoond:
U ziet dat de uitdrukking uitgebreid is om termen in te sluiten zoals |R|,
de absolute waarde, en SQ(b⋅R), het kwadraat van b⋅R. Indien u wilt
zien of u dit resultaat kunt vereenvoudigen, dient u FACTOR(ANS(1)) in
de ALG-modus te gebruiken:
Blz. 2-10