Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Zoals u kunt zien, staan de getallen 3, 2 en 5, gebruikt in de eerste
bovenstaande berekening in het keuzevenster, evenals de algebraïsche 'SIN
(5X2)', maar staat de functie SIN er niet in die eerder ingevoerd werd in de
ALG-modus.

Vlaggen

Een vlag is een Boolean waarde, die ingesteld of gewist kan worden (waar of
vals) en die een gegeven instelling van de rekenmachine of een optie in een
programma weergeeft. In de rekenmachine worden vlaggen geïdentificeerd
door getallen. Er zijn 256 vlaggen, genummerd van -128 tot 128. Positieve
vlaggen worden gebruikersvlaggen genoemd en kunnen door de gebruiker
gebruikt worden bij
het programmeren. Negatieve vlaggen worden
systeemvlaggen genoemd en hebben betrekking op de werkwijze van de
rekenmachine.
Druk op de toets H en vervolgens op de softmenutoets @FLAGS! (d.w.z. F1)
voor de huidige instelling van het systeemvlaggen. Het beeldscherm SYSTEM
FLAGS verschijnt met een lijst met vlaggetallen en de bijbehorende instelling.
(Opmerking: aangezien in dit beeldscherm alleen systeemvlaggen staan,
wordt alleen de absolute waarde van het flaggetal getoond. Van een vlag
wordt gezegd dat hij ingesteld is als er een vinkje ( ) voor het vlagnummer
staat. Anders is de vlag niet ingesteld of verwijderd. Druk op @ @CHK@@! om de
status van een systeemvlag te veranderen of druk op de \ toets. U kunt de
pijltoetsen omhoog en omlaag (—˜) gebruiken om door de lijst
van
systeemvlaggen te bewegen.
Alhoewel er 128 systeemvlaggen zijn, worden ze niet allemaal gebruikt en
worden er enkele gebruikt voor de interne systeemcontrole. Systeemvlaggen
Blz. 2-68

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave