Voorbeeld 1 – Bepaal het gecentreerde betrouwbaarheidsinterval voor het
gemiddelde van een populatie als een steekproef van 60 elementen aangeeft
dat de gemiddelde waarde van de steekproefx = 23.2 is en de
standaarddeviatie s = 5.2 is. Gebruik α = 0.05. Het betrouwbaarheidsniveau
is C = 1-α = 0.95.
Selecteer geval 1 uit het hierboven afgebeelde menu door op @@@OK@@@ te
drukken. Voer de vereiste waarden in in het invoerscherm, zoals hieronder:
Druk op @HELP om een scherm te krijgen waarop de betekenis van het
betrouwbaarheidsinterval uitgelegd wordt aan de hand van willekeurige door
een rekenmachine gegenereerde getallen. Gebruik het pijltoets omlaag ˜
om op het resulterende scherm naar beneden te bladeren. Druk op @@@OK@@@
wanneer u klaar bent met het helpvenster. U keert terug naar het scherm dat
hierboven staat afgebeeld.
Druk op @@@OK@@@ om het betrouwbaarheidsinterval te berekenen. Het
weergegeven resultaat is:
Het resultaat geeft aan dat er een betrouwbaarheidsinterval van 95% is
berekend. De waarde Critical z die in het bovenstaande scherm wordt
getoond, komt overeen met de waarden ±z
in de formule van het
⋅σ/√n , X+z
⋅σ/√n). De waarden µ Min
betrouwbaarheidsinterval (X−z
/2
/2
en µ Max zijn de onderste en bovenste grenzen van dit interval, dus µ Min =
X−z
⋅σ/√n en µ Max = X+z
⋅σ/√n.
/2
/2
Blz. 18-31