Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP 48gII Gebruikershandleiding pagina 317

Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer het rechthoekige, of Cartesische coördinatenstelsel wordt
geselecteerd, wordt in de bovenste regel van het scherm een XYZ-veld
weergegeven, en elke 2-D of 3-D vector die in de rekenmachine wordt
ingevoerd, wordt weergegeven als de (x,y,z) componenten van de vector.
Om de vector A = 3i+2j-5k, in te voeren, gebruiken we [3,2,-5], en de vector
wordt als volgt weergegeven:
Als in de plaats van Cartesische componenten van een vector cilindrische
(polaire) elementen ingevoerd worden, moeten we de grootte, r, invoeren van
de projectie van de vector op het x-y-vlak, evenals de hoek θ (in de huidige
hoekmeting), die de afwijking weergeeft tussen r en de positieve x-as eneen z
component van de vector. De hoek θ moet voorafgegaan worden door het
hoekteken (∠) met ~‚6. Stel bijvoorbeeld dat we een vector hebben
met r = 5, θ = 25
o
(DEG moet dan geselecteerd worden als de hoekmeting)
en z = 2.3, dan kunnen we deze vector als volgt invoeren:
„Ô5 ‚í ~‚6 25 ‚í 2.3
Vóór u op `drukt, zal het beeldscherm eruit zien zoals in de onderstaande
linkerafbeelding. Nadat u op ` heeft gedrukt, zal het beeldscherm eruit
zien zoals de rechterafbeelding (Voor dit voorbeeld werd de numerieke
opmaak gewijzigd naar Fix met drie decimalen).
U ziet dat de vector is weergegeven in Cartesischee coördinaten, met de
componenten x = r cos(θ), y = r sin(θ), z = z, ook al hebben we ze ingevoerd
als polaire coördinaten. Dit door het feit dat het beeldscherm van de vector
Blz. 9-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave