Hieronder worden de toetsencombinaties weergegeven om eenheden in te
voeren met de SOFT menu optie. Dit geldt zowel in de ALG-modus, als in de
RPN-modus. voer bijvoorbeeld de volgende stappen uit om in de ALG-modus
de waarde 5_N in te voeren :
5 ‚Ý
‚Û
L @) @ FORCE
@ @@N@@
`
Gebruik de volgende toetsencombinatie om dezelfde waarde in te voeren in
de RPN-modus:
5
‚Û
L @) @ FORCE
@ @@N@@
Opmerking: u kunt een waarde invoeren met eenheden door het
onderliggende streepje en de eenheden in te voeren met de ~-toetsenbord,
bijv. 5‚Ý~n geeft: 5_N
Prefixen voor eenheden
U kunt prefixen voor eenheden invoeren volgens de hieronder beschreven
tabel voor prefixen van het SI-systeem.
Eerst wordt de afkorting voor de prefix gegeven, gevolgd door de benaming
en de exponent x in de factor 10
___________________________________________________
Prefix
Naam x
____________________________________________________
Y
yotta
Z
zetta
E
exa
P
peta
T
tera
Voert het getal en het onderliggende streepje in
Opent het menu UNITS
Voert het getal en het onderliggende streepje in
Selecteert Newton (N)
Voert de hoeveelheid in met eenheden in het
stapelgeheugen
Voert het getal in (geen onderliggend streepje)
Opent het menu UNITS
Voert het getal en het onderliggende streepje in
Selecteert Newton (N)
x
overeenkomstig elke prefix:
Prefix
+24
d
+21
c
+18
m
µ
+15
+12
n
Naam x
deci
-1
centi
-2
milli
-3
micro
-6
nano
-9
Blz. 3-26