oefening gebruiken we de RPN-modus (H\@@OK@@), met systeemvlag 117
ingesteld op SOFT menu. Gebruik in uw rekenmachine dan de volgende
toetsencombinaties. Voer eerst de aangevulde matrix in en maak er een extra
kopie van in het stapelgeheugen (Deze stap is niet noodzakelijk, maar is een
verzekering dat u een extra kopie heeft van de aangevulde matrix voor het
geval u een fout maakt in de voorwaartse eliminatieprocedure die we gaan
uitvoeren.):
[[2,4,6,14],[3,-2,1,-3],[4,2,-1,-4]] ``
Bewaar de aangevulde matrix in variabele AAUG:
³~~aaug~ K
Met een kopie van de aangevulde matrix in het stapelgeheugen drukt u op
„´ @MATRX! @ROW! om het bewerkenmenu ROW te activeren. Voer
vervolgens de volgende rijbewerkingen uit op uw aangevulde matrix.
Vermenigvuldig rij 1 met ½: 2Y 1 @RCI!
Vermenigvuldig rij 1 met –3 voeg het toe aan rij 2, waarbij deze vervangen
wordt: 3\ # 1 #2 @RCIJ!
Vermenigvuldig rij 1 met –4 voeg het toe aan rij 3, waarbij deze vervangen
wordt: 4\#1#3@RCIJ!
Vermenigvuldig rij 2 met –1/8: 8\Y2 @RCI!
Vermenigvuldig rij 2 met 6 voeg het toe aan rij 3, waarbij deze vervangen
wordt: 6#2#3 @RCIJ!
Als u deze bewerkingen met de hand uit zou voeren, zou u het volgende
schrijven:
2
A
3
aug
4
4
6
14
1
2
2
1
3
3
2
1
4
4
2
3
7
2
1
3
1
4
Blz. 11-33