•
Een globale variabele gedefinieerd in de HOME-directory zal
toegankelijk zijn vanaf elke directory binnen HOME, tenzij de variabele
opnieuw werd rgedefinieerd binnen een directory of subdirectory
•
Als u een variabele opnieuw definieert binnen een directory of
subdirectory, dan krijgt deze definitie voorrang op elke definitie in de
directory's boven de huidige.
•
Wanneer u een programma uitvoert dat verwijst naar een gegeven
globale variabele, zal het programma de waarde van de variabele
gebruiken in de directory van waaruit het programma wordt
aangeroepen. Indien er geen variabele met die naam bestaat in deze
directory, zal het programma de directory's boven de huidige
doorzoeken tot aan de HOME-directory, en de waarde gebruiken
overeenkomend met de betreffende variabele in de directory het dichtst
boven de huidige.
Een programma, gedefinieerd in een gegeven directory, kan worden bereikt
vanaf deze directory en de subdirectory's die daarin staan.
Al deze regels kunnen verwarrend klinken voor een nieuwe gebruiker van de
rekenmachine. Zij kunnen allemaal vereenvoudigd worden door deze
suggestie te volgen: Maak directory's en subdirectory's aan met
betekenisvolle namen om uw gegevens te ordenen en zorg er voor dat alle
benodigde globale variabelen in de juiste subdirectory staan.
Bereik van de lokale variabele
Lokale variabelen zijn enkel actief binnen een programma of subprogramma.
Daarom is hun bereik beperkt tot het programma of subprogramma waarin ze
zijn gedefinieerd. Een voorbeeld van een lokale variabele is de index in een
FOR-lus (die later in dit hoofdstuk wordt behandeld), bijvoorbeeld « → n x
« 1 n FOR j x NEXT n
Het menu PRG
In deze paragraaf wordt de inhoud van het menu PRG (programmeren)
behandeld met systeemvlag 117 van de rekenmachine ingesteld op SOFT
menus. Met deze instelling van de vlag worden submenu's en commando's in
LIST » »
Blz. 21-5