Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

SIGNTAB geeft aan dat TAN(X) negatief is tussen –π/2 en 0 en positief tussen
0 en π /2. Voor dit geval geeft SIGNTAB geen informatie (?) in de intervallen
tussen –∞ en -π /2 en ook niet tussen +π /2 en ∞. SIGNTAB geeft hier dus
alleen informatie over het hoofddomein van TAN(X), namelijk -π /2 < X < +π
/2.
Een tweede voorbeeld van de functie SIGNTAB ziet u hieronder:
Hier is de functie negatief voor X<-1 en positief voor X> -1.

De functie TABVAR

Deze functie is toegankelijk via de commandocatalogus of via het submenu
GRAPH in het menu CALC. Als invoer gebruikt deze functie de functie f(VX),
waarbij VX de standaard CAS-variabele is. In de RPN-modus geeft de functie
het volgende:
Niveau 3: de functie f(VX)
Twee reeksen waarvan de eerste de variatie van de functie met
betrekking op de onafhankelijke variabele aangeeft (d.w.z. waar de
functie toe- en afneemt) en de tweede de variatie van de functie met
betrekking tot de afhankelijke variabele.
Een grafisch object dat laat zien hoe de variatietabel is berekend.
Voorbeeld: analyseer de functie Y = X
Gebruik de volgende toetsencombinaties in de RPN-modus:
3
2
-4X
-11X+30 met de functie TABVAR.
Blz. 13-11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave