U ziet dat de vectoren die ingevoerd werden met behulp van cilindrische
polaire coördinaten nu omgezet zijn naar het sferisch coördinatenstelsel. De
2
2
1/2
-1
omzetting is als volgt: ρ = (r
, θ = θ en φ = tan
+z
)
(r/z). Maar de vector
die oorspronkelijk in Cartesische coördinaten werd ingevoerd, blijft in deze
vorm staan.
Vectorbewerkingen toepassen
Deze sectie bevat enkele voorbeelden van vectorbewerkingen die u kunt
terugvinden in toepassingen van de fysica en de mechanica.
Resultante van krachten
Stel dat een partikel onderhevig is aan de volgende krachten (in N): F
=
1
3i+5j+2k, F
= -2i+3j-5k en F
= 2i-3k. Om de resultante te bepalen, d.w.z.
2
3
de som van al deze krachten, kunt u de volgende werkwijze volgen in de
ALG-modus:
De resultante is dus R = F
+ F
+ F
= (3i+8j-6k)N. In de RPN-modus wordt
1
2
3
dit als volgt uitgevoerd:
[3,5,2] ` [-2,3,-5] ` [2,0,3] ` + +
De hoek tussen vectoren
De hoek tussen twee vectoren A, B, kan worden berekend als θ =cos
-
1
(A•B/|A||B|).
Indien u bijvoorbeeld de hoek wil berekenen tussen vectoren A = 3i-5j+6k, B
= 2i+j-3k, kunt u de volgende bewerking proberen (de hoekmeting wordt
ingesteld op graden) in de ALG-modus:
1 - Voer vectoren [3,-5,6] in, druk op `, [2,1,-3], druk vervolgens weer op
`.
2 - DOT(ANS(1),ANS(2)) berekent het scalair product
3 - ABS(ANS(3))*ABS((ANS(2)) berekent het product van grootheden
4 - ANS(2)/ANS(1) berekent cos(θ)
5 – ACOS(ANS(1)), gevolgd door, NUM(ANS(1)), berekent θ
Blz. 9-18