De eigenwaarden λ = [ -√10, √10 ].
Opmerking: in sommige gevallen kan het zijn dat u de 'exacte' oplossing
voor de karakteristieke polynoom niet kunt vinden en dan krijgt u als uitkomst
een lege lijst na het toepassen van de functie EGVL. Verander de
berekeningsmodus in Approx in het CAS, wanneer dit gebeurt, en herhaal de
berekening.
In de exacte modus bijvoorbeeld geeft de volgende oefening een lege lijst als
oplossing:
Verander de modus in Approx en herhaal de invoer om de volgende
eigenwaarden te krijgen:
[(1.38,2.22), (1.38,-2.22), (-1.76,0)].
De functie EGV
De functie EGV (eigenwaarden en eigenvectoren) produceert de
eigenwaarden en eigenvectoren van een vierkante matrix. De eigenvectoren
worden gegeven als de kolommen van een matrix, terwijl de
corresponderende eigenwaarden de componenten van een vector zijn.
De eigenvectoren en eigenwaarden in de ALG-modus van de matrix hieronder
worden gevonden door bijvoorbeeld de functie EGV toe te passen.
Blz. 11-49