dus de functie LAP gebruikt, verkrijgt u een functie van X die de Laplace-
transformatie is van f(X).
Voorbeeld 2 – Bepaal de Laplace-transformatie van f(t) = e
'EXP(2*X)*SIN(X)' ` LAP. De rekenmachine geeft de volgende uitkomst:
1/(SQ(X-2)+1). Druk op µ voor, 1/(X
Als u dit resultaat op papier zet, zou dat er als volgt uitzien
F
(
Voorbeeld 3 – Bepaal de inverse Laplace-transformatie van F(s) = sin(s).
Gebruik: 'SIN(X)' ` ILAP. De rekenmachine geeft het volgende resultaat:
'ILAP(SIN(X))', hetgeen betekent dat er geen 'closed form' uitdrukking f(t) is,
-1
zo dat f(t) = L
{sin(s)}.
Voorbeeld 4 – Bepaal de inverse Laplace-transformatie van F(s) = 1/s
Gebruik: '1/X^3' ` ILAP µ. De rekenmachine geeft het volgende
resultaat: 'X^2/2', hetgeen geïnterpreteerd wordt als L
Voorbeeld 5 – Bepaal de Laplace-transformatie van de functie f(t) = cos
(a⋅t+b). Gebruik: 'COS(a*X+b)' ` LAP . De rekenmachine geeft het
volgende resultaat:
Druk op µ voor –(a sin(b) – X cos(b))/(X
volgt geïnterpreteerd: L {cos(a⋅t+b)} = (s⋅cos b – a⋅sin b)/(s
Stelling van de Laplace-transformatie
Om u te helpen bij het bepalen van de Laplace-transformatie van functies kunt
u een aantal stellingen gebruiken waarvan enkele hieronder worden genoemd.
U vindt ook een aantal voorbeelden van stellingtoepassingen.
2
-4X+5).
2
t
s
)
L
{
e
sin
t
}
2
s
2
2
+a
2t
⋅sin(t). Gebruik:
1
4
s
5
-1
3
2
{1/s
} = t
/2.
). De verandering wordt als
2
2
+a
).
Blz. 16-13
3
.