Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Plaats in de RPN-modus eerst de matrix in het stapelgeheugen, voer daarna
het getal in dat de positie van een rij vertegenwoordigt en als laatste de
functie ROW-. De volgende afbeelding laat het RPN-stapelgeheugen zien voor
en na het toepassen van de functie ROW -.

De functie RSWP

De functie RSWP (Row SWaP) neemt als argumenten twee indexen, bijv. i en j
(twee verschillende rijen in een matrix) en een matrix en maakt een nieuwe
matrix aan waarbij rijen i en j zijn verwisseld. Het volgende voorbeeld in de
ALG-modus laat een toepassing van deze functie zien. We gebruiken de
matrix opgeslagen in variabele A voor het voorbeeld. Deze matrix staat
boven in de lijst.
In de RPN-modus wisselt de functie CSWP de rijen van een matrix in de lijst
op niveau 3 van het stapelgeheugen om, waarvan de indexen in de lijst op
niveaus 1 en 2 van het stapelgeheugen staan. Voorbeeld: de volgende
afbeelding laat het RPN-stapelgeheugen zien voor en na het toepassen van
de functie CSWP bij matrix A om rijen 2 en 3 te wisselen:
Zoals u kunt zien zijn de kolommen verwisseld die oorspronkelijk de posities
2 en 3 innamen.
Blz. 10-26

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave