Supervisor-applicatie bedienen
Agenten configureren
U kunt de status van een agent wijzigen en een individuele nabewerkingstijd
voor de agent vastleggen. De actuele agentenstatus wordt weergegeven op
de Supervisor-terminal (zie pagina 63).
1. Om de status of de nabewerkingstijd van een ACD-agent te wijzigen, klikt
u in de gewenste ACD-groep op de knop van de desbetreffende agent.
De dialoog voor het configureren van agenten wordt geopend.
2. aangemeld: met deze optie meldt u de agent bij de ACD-groep aan of af.
– Optie is ingeschakeld: de agent is aangemeld.
– Optie is uitgeschakeld: de agent is afgemeld.
3. Pauze: activeer deze optie als u voor de agent een pauze wilt inschakelen.
Gedurende deze tijd ontvangt de agent geen oproepen.
4. Wrap up tijd: hier kunt u een individuele nabewerkingstijd (wrap up tijd)
instellen voor de agent. Daarmee overschrijft u de nabewerkingstijd die de
systeembeheerder voor alle agenten van een ACD-groep heeft vast-
gelegd. Zodra u voor een agent een individuele nabewerkingstijd heeft
vastgelegd, blijft deze behouden, ook als de nabewerkingstijd voor de
ACD-groep wordt gewijzigd.
Om de instellingen op te slaan, klikt u op de knop Toepassen.
Aanwijzingen voor de configuratie van de agenten
●
De wijzigingen worden actief bij de volgende oproep die aan de agent
wordt toegewezen. Ze hebben geen uitwerking op een actueel gesprek.
●
Een agent kan zijn status (aangemeld en Pauze) zelf wijzigen als hij over
de vereiste gebruikersrechten beschikt. Hij kan dit op zijn toestel of in het
register Forum ACD Agent van de applicatie "Forum CTI" doen. De
vereiste gebruikersrechten worden toegekend door de systeembeheerder
(zie hiervoor het hoofdstuk Gebruikersrechten voor de agenten vanaf
70
Applicatie voor de supervisor