23
Uitvoermogelijkheden
Beeldschermuitvoer
U kunt de functie FN 16: F-PRINT ook gebruiken om meldingen in een apart venster
op het beeldscherm van de besturing te laten weergeven. Hierdoor kunt u op een
eenvoudige manier aanwijzingsteksten zo weergeven, dat de gebruiker daarop
moet reageren. U kunt de lengte van de aanwijzingsteksten en de plaats in het
NC-programma vrij selecteren. U kunt ook inhoud van variabelen uitvoeren door het
tekstbestand dienovereenkomstig te definiëren.
Om ervoor te zorgen dat het bericht op het besturingsbeeldscherm verschijnt, hoeft
u alleen SCREEN: te definiëren als het uitvoerpad.
Voorbeeld
11 FN 16: F-PRINT TNC:\MASKE\MASKE1.A / SCREEN:
U kunt het aparte venster op de volgende manieren sluiten:
Toets CE
Uitvoerpad SCLR: definiëren
Uitvoer besturingsextern opslaan
Met de functie FN 16 kunt u de protocolbestanden ook extern opslaan.
Hiervoor moet u de naam van het doelpad in de FN 16-functie volledig opgeven.
Voorbeeld
96 FN 16: F-PRINT TNC:\MSK\MSK1.A / PC325:\LOG\PRO1.TXT
Wanneer u in het NC-programma meerdere malen hetzelfde bestand uitvoert, voegt
de besturing binnen het doelbestand de actuele uitvoer achter de eerder uitgevoerde
inhoud toe.
Uitvoerbestand afdrukken
U kunt de functie FN 16: F-PRINT ook gebruiken om de uitvoerbestanden op een
aangesloten printer af te drukken.
Verdere informatie: "Printer", Pagina 1986
Om ervoor te zorgen dat de besturing het protocolbestand afdrukt, moet het
bronbestand voor het uitvoerformaat eindigen met het sleutelwoord M_CLOSE.
Om het bericht naar de standaardprinter te verzenden, voert u als doelpad Printer:\
en een bestandsnaam in.
Als u een andere printer dan de standaardprinter gebruikt, voert u het pad van de
printer in, bijvoorbeeld Printer:\PR0739\ en een bestandsnaam.
De besturing slaat het bestand onder de gedefinieerde bestandsnaam op in het
gedefinieerde pad. De bestandsnaam wordt niet afgedrukt.
De besturing slaat het bestand slechts op totdat het is afgedrukt.
Voorbeeld
11 FN 16: F-PRINT TNC:\MASKE\MASKE1.A / PRINTER:\PRINT1
1328
Programmering van variabelen | Variabelen: Q-, QL-, QR- en QS-parameters
Wanneer u bij meerdere beeldschermuitvoer in het NC-programma
de inhoud van het aparte venster wilt vervangen, definieert u de
sleutelwoorden M_CLOSE of M_TRUNCATE.
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022