Stuurwiel
Stand van het stuurwiel ver-
stellen
Afb. 58 Onder het stuurwiel in de stuurko-
lombekleding: Hendel voor de verstelling van
de stand van het stuurwiel
Afb. 59 Op het stuurwiel: 'Kwart over negen'
stand
Stuurwiel vóór de rit en alleen bij stilstaan-
de wagen verstellen →
1.
Hendel →
afb. 58
1
drukken.
2. Stuurwiel zo verstellen dat het met bei-
de handen en licht gebogen armen aan
de zijkant aan de buitenste rand (stand
kwart over negen) →
den vastgehouden.
3. Hendel →
afb. 58
1
drukken, tot deze vlak tegen de stuur-
kolombekleding aan ligt →
.
naar beneden
afb. 59
kan wor-
stevig omhoog-
.
Stand van het stuurwiel verstellen
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van de stuurwielstandin-
stelling en een verkeerde instelling van
het stuurwiel kunnen zware of dodelijke
verwondingen veroorzaken.
·
Zwenk de hendel na het verstellen altijd
stevig naar boven, zodat het stuurwiel
tijdens het rijden niet onbedoeld van
positie verandert.
·
Stel het stuurwiel nooit tijdens het rij-
den in. Als u tijdens het rijden consta-
teert dat een verstelling nodig is, zet de
wagen dan veilig stil en stel het stuur-
wiel juist in.
·
Het verstelde stuurwiel moet altijd in de
richting van de borstkas en mag nooit in
de richting van het gezicht wijzen om de
beschermende werking van de bestuur-
dersvoorairbag bij een ongeval niet in te
perken.
·
Houd het stuurwiel tijdens het rijden al-
tijd met beide handen aan de zijkant
aan de buitenste rand in de stand kwart
over negen vast om verwondingen door
een activerende bestuurdersvoorairbag
te verminderen.
·
Houd nooit het stuurwiel op twaalf uur
of in een andere stand vast, bv. in het
midden van het stuurwiel. Als de be-
stuurdersvoorairbag wordt geactiveerd,
kunnen zware verwondingen aan de ar-
men, handen en het hoofd het gevolg
zijn.
95