1.
Als de wagensleutel in een benade-
ringsgebied →
afb. 56
wordt de wagen ontgrendeld. Alle knip-
perlichten knipperen tweemaal.
Als de wagen langere tijd niet wordt ont-
grendeld, wordt de functie automatisch ge-
deactiveerd. De volgende keer dat er wordt
vergrendeld, is de functie weer actief.
Bij de activering van de éénportierontgren-
deling in de instellingen voor de centrale
vergrendeling in het infotainmentsysteem
kunnen beperkingen optreden bij het auto-
matisch ontgrendelen.
Schuifdeur ontgrendelen en openen
Als de knop in de schuifdeurgreep bij ver-
grendelde wagen eenmaal wordt bediend,
wordt de wagen ontgrendeld.
Als de knop een tweede maal wordt be-
diend, gaat de schuifdeur open.
Achterklep ontgrendelen
Als de wagen is vergrendeld en zich een
wagensleutel in het benaderingsgebied van
de achterklep of de achterdeur bevindt en
de functie automatisch ontgrendelen is in-
gesteld, wordt er automatisch ontgrendeld.
Als de functie Passive Entry is ingesteld,
wordt de achterklep of de achterdeur pas
ontgrendeld, nadat deze met de handgreep
aan de achterklep wordt geopend → pag.
92.
Wagen vergrendelen
De wagen kan alleen via de voorste portier-
grepen worden vergrendeld, niet via de
schuifdeurgreep.
1.
Wagen parkeren.
2. Sensor →
afb. 55
B
van de portiergreep aanraken. Alle knip-
perlichten knipperen eenmaal.
Om te kunnen controleren of de wagen
succesvol is vergrendeld, is de ontgrende-
lingsfunctie gedurende enkele seconden
gedeactiveerd.
Keyless Entry tijdelijk deactiveren
Opdat de wagen niet door misbruik van
derden kan worden ontgrendeld en gestart,
kan de ontgrendelingsfunctie van Keyless
Entry tijdelijk worden gedeactiveerd:
wordt herkend,
aan de buitenzijde
1.
Wagen met de knop
sleutel vergrendelen.
2. Binnen vijf seconden de sensor aan de
buitenzijde van de portiergreep een-
maal aanraken →
afb. 55
niet in de portiergreep grijpen. Keyless
Entry is tijdelijk gedeactiveerd.
3. Deactivering controleren, daarbij tien
seconden wachten en opnieuw aan de
portiergreep trekken. Het portier mag
niet kunnen worden geopend.
De wagen kan bij de volgende keer ont-
grendelen alleen met de wagensleutel wor-
den ontgrendeld. De volgende keer dat de
wagen wordt ontgrendeld, is Keyless Entry
weer actief.
Keyless Entry blijvend deactiveren
Opdat de wagen niet door misbruik van
derden kan worden ontgrendeld en gestart,
kan Keyless Entry ook blijvend in het info-
tainmentsysteem worden gedeactiveerd.
Probleemoplossingen
Keyless Entry werkt niet
De werking van de sensoren kan door ster-
ke verontreiniging of sterke ijsafzetting be-
perkt zijn.
1.
Sensoren schoonmaken.
Alle knipperlichten knipperen viermaal
De laatst gebruikte wagensleutel ligt nog in
de wagen.
1.
Wagensleutel verwijderen en de wagen
vergrendelen.
Automatisch uitschakelen van de sen-
soren
In de volgende situaties worden de senso-
ren uitgeschakeld:
— Als de wagen langere tijd niet wordt ont-
grendeld of vergrendeld.
— Als een sensor onevenredig vaak wordt
aangeraakt.
Sensoren weer activeren:
1.
Wagen met de knop
sleutel ontgrendelen.
Keyless Entry
op de wagen-
. Daarbij
B
op de wagen-
83