Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding......5 Werking.............29 Overzicht van symbolen......5 Gecodeerde sleutels......29 Onderdelen en accessoires....5 Immobilisatiesysteem inschakelen..29 Immobilisatiesysteem uitschakelen..29 Kort overzicht Alarm Kort overzicht..........6 Werking.............30 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen........30 kinderen Alarm uitschakelen.........30 Kinderzitjes..........10 Stuurwiel Zitverhogers..........11 Plaatsing van kinderzitjes......12 Stuurwiel afstellen........31 ISOFIX verankeringspunten....14 Audiobediening........31 Kindersloten..........15...
Pagina 4
Inhoudsopgave Bekerhouders..........81 Ruiten en spiegels Opbergruimtes.........81 Elektrisch bedienbare ruiten....50 Wegenkaartopbergvakken....82 Buitenspiegels.........50 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Elektrisch verstelbare ..............82 buitenspiegels........50 Achterste zijruiten........51 De motor starten Automatisch dimmende spiegel...51 Algemene informatie......83 Contactslot..........83 Instrumenten Een dieselmotor starten......83 Meters............52 Motor uitschakelen.........84 Waarschuwings- en indicatielampen........54 Dieselroetfilter (DPF).......84 Akoestische waarschuwingssignalen...
Pagina 5
Inhoudsopgave Gebruik maken van aandrijfregeling Bergen van de auto (traction control)........91 Sleeppunten...........109 Auto op vier wielen slepen....109 Regeling voor bergop rijden Onderhoud Werking.............92 Algemene informatie......111 Regeling voor bergop rijden De motorkap openen en sluiten...111 gebruiken..........92 Overzicht motorruimte - 1,8 l Duratorq-TDCi (Lynx) diesel /1,8 l Parkeerhulp Duratorq-TDDi (Lynx) diesel .....113...
Pagina 6
Inhoudsopgave LAV-plaatje (lastafhankelijke remdrukregelklep)......129 Technische specificaties Technische specificatie......130 Telefoon Algemene informatie......136 Setup telefoon........136 Setup Bluetooth........137 Bedieningselementen telefoon...138 Gebruik maken van de telefoon - Auto's zonder Navigatiesysteem ....138 Gebruik maken van de telefoon - Auto's met Navigatiesysteem ......141 Spraaksturing Werking...........143 Spraakgestuurd regelsysteem gebruiken..........143 Commando’s audio-unit .....144 Commando’s telefoon......150...
U riskeert beschadiging van uw auto Hartelijk dank voor het kiezen van een wanneer u niet de instructies opvolgt Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om waarop u door dit uw auto goed te leren kennen door dit waarschuwingssymbool wordt instructieboekje zorgvuldig te lezen.
Pagina 10
Kort overzicht Indicator passagiersairbag gedeactiveerd. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 19). Schakelaars voor- en achterruitverwarming. Zie Klimaatregeling (bladzijde 65). Audio- of navigatiesysteem. Zie de afzonderlijke handleiding. Toetsen van klimaatregeling. u61.5 Zie Klimaatregeling (bladzijde 65). Schakelaar luchtrecirculatie. Zie Klimaatregeling (bladzijde 65). Schakelaar airconditioning. Zie Klimaatregeling (bladzijde 65). Aansteker of extra elektrisch aansluitpunt.
Pagina 11
Kort overzicht Druk eenmaal op toets C om de schuifdeur en de achterklep te ontgrendelen. Tourneo Connect Druk eenmaal op toets A om de voorportieren en de schuifdeuren te ontgrendelen. Druk tweemaal op toets A om alle portieren te ontgrendelen. Druk eenmaal op toets C om de achterklep te ontgrendelen.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. LET OP Wanneer u een kinderzitje op een achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger (groep 3) PLAATSING VAN KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Wanneer een voorwaarts gericht kinderzitje op een zitplaats achterin wordt geplaatst, verwijder dan de hoofdsteun van die zitplaats. Wanneer een kinderzitje met gordels worden gebruikt, dan mogen deze niet slap hangen. N.B.: Wanneer u een kinderzitje op een voorstoel gebruikt, kan het moeilijk zijn de heupgordel strak te trekken.
Pagina 15
Veiligheidsuitrusting voor kinderen ISOFIX kinderzitjes Zitplaatsen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg ISOFIX zitplaatsen op de tweede zitrij ISOFIX zitplaatsen op C, D, E A, B, B1, C, de tweede zitrij, klasse* X Niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Een kinderzitje met een ISOFIX veiligheidsgordel aan de VERANKERINGSPUNTEN bovenzijde bevestigen Tourneo Connect WAARSCHUWINGEN Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een steun aan de onderzijde aan.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen 3. Druk het kinderzitje stevig naar achteren zodat de onderste ISOFIX verankeringspunten goed aangrijpen. 4. Bevestig de veiligheidsgordel volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. KINDERSLOTEN Tourneo Connect WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend.
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Reinig de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen met een vochtige doek.
Bescherming van inzittenden Zijairbags WAARSCHUWINGEN Gebruik voor iedere stoel het juiste gordelslot. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet slap of gedraaid zit. Draag geen dikke kleding. De veiligheidsgordels bieden optimaal bescherming wanneer ze nauwsluitend worden gedragen. Leg de schoudergordel over het midden van de schouder en leg de E72658 heupgordel strak over uw heupen.
Bescherming van inzittenden HOOGTE VAN WAARSCHUWING VEILIGHEIDSGORDELS Steek de slottong in het gordelslot tot u een 'klik' hoort; alleen dan is de AFSTELLEN veiligheidsgordel goed vergrendeld. Veiligheidsgordel, voor Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. Als er een stevige ruk aan wordt gegeven of als de auto op een helling staat, kan de gordel blokkeren.
Herinneringssysteem PASSAGIERSAIRBAG uitschakelen UITSCHAKELEN Neem contact op met uw Ford dealer. WAARSCHUWING Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, mag NOOIT een kinderzitje achterwaarts op een voorstoel worden geplaatst, tenzij de airbag is...
Pagina 22
Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde inschakelen WAARSCHUWING Controleer of de airbag is INGESCHAKELD om ervoor te zorgen dat het veiligheidssysteem voor volwassenen correct werkt. Draai, nadat u het kinderzitje van de voorstoel hebt verwijderd, de E71313 sleutelschakelaar weer in de stand B. De sleutelschakelaar en de controlelamp 'airbag uitgeschakeld' zijn aangebracht in het instrumentenpaneel.
Sleutels en afstandsbediening Een nieuwe afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE programmeren OVER RADIOFREQUENTIES 1. Draat, om nieuwe afstandsbedieningen te LET OP programmeren, het contactslot De radiofrequentie van de viermaal binnen zes seconden in de afstandsbediening kan ook worden stand II. gebruikt door andere zenders met 2.
Sleutels en afstandsbediening Herhaal de procedure om de 4. Breng een nieuwe batterij (3V CR oorspronkelijke ontgrendelfunctie in te 2032) aan met de + naar boven schakelen. gekeerd. 5. Zet de twee huishelften van de afstandsbediening op elkaar vast. BATTERIJ VAN 6.
Sloten Bij auto's met dubbele vergrendeling VERGRENDELEN EN knipperen de richtingaanwijzers tweemaal ONTGRENDELEN wanneer u de portieren dubbel vergrendelt. Centrale vergrendeling Portieren ontgrendelen met N.B.: U kunt alle portieren en de behulp van de sleutel achterklep ontgrendelen met behulp van de sleutel voor de voorportieren.
Pagina 26
Sloten Portieren met de sleutel dubbel Tourneo Connect vergrendelen Druk eenmaal op toets A om de voorportieren en de schuifdeuren te Draai de sleutel binnen drie seconden in ontgrendelen. de ontgrendelstand en vervolgens in de vergrendelstand om de portieren dubbel Druk tweemaal op toets A om alle te vergrendelen.
Pagina 27
Sloten De portieren van binnenuit Door eenmaal te drukken op toets C van de afstandsbediening wordt de achterklep vergrendelen en ontgrendelen ontgrendeld. Door tweemaal te drukken Voorportieren op toets C van de afstandsbediening worden alle portieren ontgrendeld. Automatisch opnieuw vergrendelen De portieren worden automatisch opnieuw vergrendeld wanneer u niet binnen 45 seconden na het ontgrendelen...
Pagina 28
Sloten Schuifdeur E74705 Buitenzijde Binnenzijde Dubbele achterdeuren WAARSCHUWING Sluit de achterdeuren goed om te voorkomen dat deze tijdens het E74706 rijden opengaan. Rijden met een geopende achterdeuren is bijzonder Vergrendelen gevaarlijk omdat dan uitlaatgassen het Ontgrendelen interieur in kunnen worden binnengezogen.
Pagina 29
Sloten Rechter achterdeur De achterdeuren openen tot 180 en 250 graden E74707 E74709 Buitenzijde Druk op de gele knop op de deur. Bij het sluiten van de achterdeuren keren de Binnenzijde deurvangers automatisch in hun oorspronkelijke stand terug. Linker achterdeur Achterklep WAARSCHUWING Sluit de achterklep goed om te...
Pagina 30
Sloten E66517 Buitenzijde Binnenzijde...
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm WERKING Het perimeter alarm is een afschrikmiddel voor personen die ongeoorloofd de portieren en de motorkap proberen te openen. Het beveiligt ook de audio-installatie. Alarm activeren Wanneer het alarm is ingeschakeld, kan het op een van de volgende manieren worden geactiveerd: •...
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie Selecteer de radio- of CD-modus op de zit.
Stuurwiel Modus Minder volume: druk op de onderste toets op de achterzijde van de afstandsbediening. Seek (zoekfunctie) E116297 Druk kort op de toets aan de zijkant: • In de radio modus wordt het volgende in het geheugen opgeslagen radiostation opgezocht. •...
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELENDE RUITENWISSERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie niet bij droog weer in. De regensensor is bijzonder gevoelig en de ruitenwissers kunnen in werking treden indien de voorruit met vuil, mist of vliegen in aanraking komt.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer u de automatische wisfunctie Na het loslaten van de knop of de hendel inschakelt, maken de ruitenwissers pas blijven de ruitenwissers nog kortstondig een wisbeweging nadat water op de in werking. voorruit is geregistreerd. De regensensor meet daarna continu de hoeveelheid ACHTERRUITWISSERS EN - water op de voorruit en zal de snelheid...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier, achter RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN E71018 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen E66644 in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is. Controleer met uw vingertoppen de rubber randen van de ruitenwisserbladen op oneffenheden.
Pagina 39
Ruitenwissers en ruitensproeiers E93784 E93785 E93786 Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
Verlichting Grootlicht en dimlicht VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E71095 Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen. Lichtsignaal E71094 Trek de schakelaarhendel naar het Off (uit) stuurwiel toe. Stads- en achterlichten Home safe verlichting Koplampen U kunt de home safe verlichting tot 10 Voormistlichten...
Verlichting Alle modelvarianten VOORSTE MISTLAMPEN Bij een geopende deur gaan de koplampen automatisch na drie minuten uit, of 30 seconden nadat de laatste deur is gesloten. Wanneer alle deuren zijn gesloten en een deur wordt binnen de 30 seconden vertragingstijd weer geopend, start de tijdschakeling van drie minuten opnieuw.
Verlichting KOPLAMPHOOGTE WAARSCHUWING AFSTELLEN Schakel de mistachterlichten niet in bij regen of sneeuwval en wanneer Alle uitvoeringen het zicht meer dan 50 meter bedraagt. N.B.: Wanneer de automatische verlichting is ingeschakeld, kunnen de mistachterlichten niet worden ingeschakeld. WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN N.B.: Afhankelijk van de E65990 verkeerswetgeving van het land waarin uw wagen oorspronkelijk is gebouwd,...
Pagina 43
Verlichting Transit Connect Belading Regelknopstand Aantal T200 T210 T220/T230 Gewicht in bagageruimte personen Informatie Informatie Informatie niet beschik- niet beschik- niet beschik- baar baar baar Informatie Informatie /Informatie max. niet beschik- niet beschik- niet beschik- baar baar baar Wanneer de auto is uitgerust met het wegliggings- of hoogtepack, kan het noodzakelijk zijn de hoogte van de koplamplichtbundels in te stellen.
Verlichting Belading Regelknopstand Aantal personen Gewicht in bagage- K200/ K220 K230 K210 ruimte Voor Achter Informatie Informatie Informatie max. niet niet niet beschik- beschik- beschik- baar baar baar Informatie Informatie Informatie max. niet niet niet beschik- beschik- beschik- baar baar baar Zie Voertuigidentificatie (bladzijde 129).
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, LET OP gaat de interieurverlichting branden Raak het glas van de gloeilamp niet wanneer u een deur of de achterklep aan. ontgrendelt of opent. Wanneer u bij Breng alleen gloeilampen met het afgezet contact een portier open laat juiste vermogen aan.
Pagina 46
Verlichting Koplampen Grootlicht en dimlicht Richtingaanwijzer E76060 N.B.: Wanneer u de kap aanbrengt, zorg er dan voor dat de pijl naar boven wijst. 1. Draai de kap linksom en verwijder deze. E76059 1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 2.
Pagina 47
Verlichting Stadslicht 2. Verwijder de gloeilamp en de lamphouder. 3. Verwijder de gloeilamp. Zijknipperlichten E76060 N.B.: Wanneer u de kap aanbrengt, zorg er dan voor dat de pijl naar boven wijst. 1. Draai de kap linksom en verwijder deze. E76063 1.
Pagina 48
Verlichting Mistlampen, vóór Achterlichtunits E76065 E76064 N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan niet uit de lamphouder worden verwijderd. N.B.: De lamp is vanaf de achterzijde van de voorbumper bereikbaar. 1. Trek de stekker los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze.
Pagina 49
Verlichting Kentekenplaatverlichting 2. Verwijder de achterlichtunit en maak de lamphouder los. Uitvoeringen met dubbele 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de achterdeuren lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. Derde remlicht E71074 1. Verwijder het glas. 2. Verwijder de gloeilamp. Uitvoeringen met een achterklep E76067 1.
Verlichting Interieurverlichting 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. Voor Leeslampen E76068 Achter E76069 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. E76070 GLOEILAMPENTABEL Lampje Specificatie Vermogen (watt) Grootlicht en dimlicht 55/60 Mistlamp, vóór Richtingaanwijzer, voor PY21W Stadslicht Zijknipperlicht...
Pagina 51
Verlichting Lampje Specificatie Vermogen (watt) Mistachterlicht P21W Kentekenplaatverlichting (auto's met R10W achterklep) Kentekenplaatverlichting (auto's met dubbele achterdeuren) Achteruitrijlamp P21W Interieurverlichting Buislamp Leeslamp...
Ruiten en spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE BUITENSPIEGELS RUITEN WAARSCHUWING WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van voorwerpen die u in deze Schakel de elektrisch bedienbare groothoekspiegel ziet. Voorwerpen ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner obstructies.
Ruiten en spiegels AUTOMATISCH DIMMENDE SPIEGEL E71281 E71028 De elektrisch bedienbare buitenspiegels zijn voorzien van een De automatisch dimmende verwarmingselement dat het spiegelglas achteruitkijkspiegel voorkomt verblinding ontdooit en ontwasemt. Zie door achteropkomend verkeer. Bij Klimaatregeling (bladzijde 65). ingeschakelde achteruitversnelling werkt hij niet.
Pagina 55
Instrumenten Type 2 E115885 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofpeilmeter Snelheidsmeter Informatiedisplay Berichtenindicator LET OP Koelvloeistoftempe- Start de motor niet voordat de ratuurmeter oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Alle modelvarianten Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de naald in het centrale gedeelte.
Instrumenten Wanneer de wijzer in het rode gebied Indien één van deze waarschuwings- of komt, is de motor oververhit. Zet de controlelampen niet brandt nadat het motor af, zet het contact af en stel de contact is aangezet, duidt dit op een oorzaak vast zodra de motor is storing.
Pagina 57
Instrumenten Richtingaanwijzers Als beide lampen samen gaan branden, breng de auto dan zo snel mogelijk Knippert bij ingeschakelde tot stilstand wanneer dit veilig kan. richtingaanwijzers. Een Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot plotselinge toename van de verminderd vermogen en afslaan van de knipperfrequentie duidt op een defecte motor.
Pagina 58
Instrumenten Wanneer deze lamp tijdens het Wanneer de lamp na het starten rijden brandt, duidt dit op een blijft branden of tijdens het rijden storing. Schakel alle onnodige gaat branden, duidt dit op een stroomverbruikers uit. Laat het systeem storing. Breng de auto tot stilstand zodra onmiddellijk door een geschoolde dit veilig kan en zet de motor af.
Instrumenten Controlelamp Vorst stabiliteitsregeling (ESP) en WAARSCHUWING tractieregeling Ook wanneer de temperatuur tot N.B.: Wanneer het ESP systeem of het boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen tractieregelsysteem een storing vertoont, garantie dat de weg vrij is van schakelt het betreffende systeem gevaren die door plotselinge automatisch uit.
Infodisplays ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Bedien de toetsen van het informatiedisplay niet wanneer de auto in beweging is. N.B.: Het informatiedisplay blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende enkele minuten aan. E73266 Verschillende systemen van uw auto Druk op de toets SET/RESET: kunnen worden aangestuurd met behulp •...
Infodisplays Menustructuur TIJD INSTELLEN VOERTGINSTELL. ONTGRENDELEN MET AFST.BED. BEGROETINGS-VERLICHTING RICHTING-AANWIJZERS RADIODISPLAY KRACHT. REMMEN W.KNIPPERL. AAN TOONTJES HELLINGSTART ENGLISH MLS KIES TAAL ENGLISH KM DEUTSCH ITALIANO FRANCAIS ESPAÑOL TÜRKÇE РУССКИЙ NEDERLANDS POLSKI SVENSKA PORTUGUES DRUK SET VOOR EXIT MENU EXIT E116081...
Infodisplays 1. Druk op de insteltoets van de klok tot TRIPCOMPUTER de tijd op het display knippert. Informatiedisplay, type 1 2. Druk op de insteltoets van de klok om de tijd in te stellen. Informatiedisplay, type 2 E91003 Actieradius of klok Dagteller E115886 Kilometerteller...
Infodisplays Actieradius tot de Gebruik de draaiknop om langs de brandstoftank leeg is displays van de tripcomputer te bladeren. N.B.: De positie van het display van de Duidt bij benadering de afstand aan die boordcomputer kan variëren afhankelijk nog kan worden afgelegd voordat de tank van de getoonde informatie.
Infodisplays 6. Ga voor de minutenaanduiding en de INFOBERICHTEN datum op dezelfde wijze te werk. 7. Druk op de toets SET/RESET om de instelling te bevestigen. 8. Druk op de toets SET/RESET om het menu te verlaten. Voertuiginstellingen Taalinstellingen, geluiden, E73265 naderingslichten, indicatoren veranderen van rijstrook,...
Pagina 65
Infodisplays Niet goed gesloten portier(en) Mededeling Controlelamp Systeem Sloten. Auto is in beweging. Stop Deur bestuurder open Rood de auto zo snel en veilig mogelijk en sluit de motorkap. Sloten. Auto is in beweging. Stop Deur passagier open Rood de auto zo snel en veilig mogelijk en sluit de motorkap.
Pagina 66
Infodisplays Verlichting Mededeling Controlelamp Systeem Een gloeilamp van de richtingaan- wijzers, links, is defect. Zie RA links lamp defect oranje Gloeilampen vervangen (bladzijde 43). Een gloeilamp van de richtingaan- wijzers, rechts, is defect. Zie RA rechts lamp defect oranje Gloeilampen vervangen (bladzijde 43).
Klimaatregeling Pollenfilter WERKING LET OP Buitenlucht Schakel de aanjager uit wanneer u Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij een automatische wasstraat van belemmeringen (sneeuw, bladeren, binnengaat. enz.) zodat de airconditioning effectief kan werken. Het pollenfilter verwijdert de meeste potentieel schadelijke stoffen als pollen, Gerecirculeerde lucht industriële luchtverontreiniging en LET OP...
Klimaatregeling Temperatuurregelknop De controlelamp in de schakelaar brandt wanneer het systeem is ingeschakeld. Druk nogmaals op de schakelaar om het systeem uit te schakelen. Na korte tijd schakelt het systeem automatisch uit. Verwarmbare buitenspiegels In de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt.
Pagina 69
Klimaatregeling Snel verwarmen van het interieur E74662 Ventilatie E74663 Zet de luchtverdeelknop in stand A of B. E74660 Zet de aanjagerschakelaar in een willekeurige stand. Open de luchtroosters Hoofdniveau naar gelang uw persoonlijke wensen. Hoofdniveau en beenruimte Voorruit ontdooien en Beenruimte ontwasemen Beenruimte en voorruit...
Pagina 70
Klimaatregeling Airconditioning Voorruit ontdooien en ontwasemen Airconditioning in- en uitschakelen N.B.: De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor. E74666 Druk op de A/C schakelaar om de Zet de luchtverdeelknop in stand E en airconditioning in of uit te schakelen. Het kies toevoer van buitenlucht.
Klimaatregeling • Om luchtbellen te voorkomen moet u EXTRA VERWARMING ervoor zorgen dat het koelvloeistofpiel zicht tussen het MAX en MIN Algemene informatie merkteken op het reservoir bevindt. Zie Motorkoelvloeistof WAARSCHUWINGEN controleren (bladzijde 115). Schakel de programmeerbare • De aanjager van de programmeerbare standverwarming niet in bij standverwarming wordt ingeschakeld tankstations, bij bronnen met...
Pagina 72
Klimaatregeling • Zet de temperatuurregelknop van het Verwarmingsduur programmeren standaard verwarmingssysteem op maximum. • Zet de aanjagerschakelaar in stand 1. • Schakel voor het afzetten van het contact de recirculatiestand in. Wacht minimaal vijf seconden met het sluiten van de luchtroosters van het ventilatiesysteem.
Pagina 73
Klimaatregeling Verwarming uitschakelen Verwarming continu inschakelen Druk op de toets met het verwarmingssymbool. De verwarming blijft nog drie minuten werken en schakelt vervolgens uit. Het display duidt nu de tijd aan. Geprogrammeerde verwarmingsmodus E71350 WAARSCHUWING Nadat het contact is afgezet blijft de verwarming werken.
Pagina 74
Klimaatregeling Inschakeltijden programmeren Druk toets A meerdere keren in tot het symbool 1, 2 of 3) voor de gewenste inschakeltijd wordt weergegeven. Druk op toets C. Het ON symbool verschijnt op het display. Druk opnieuw op toets C om de inschakeltijd weer te deactiveren. E71351 Druk toets A meerdere keren in tot het symbool 1, 2 of 3) voor de gewenste...
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Pagina 76
Stoelen WAARSCHUWING Schuif de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om ervoor te zorgen dat de stoel weer goed wordt vergrendeld. Lendensteun instellen E80778 Hellingshoek van de rugleuning instellen E74817 Stoelhoogte instellen E74819 E74818...
Pagina 77
Stoelen Armsteun instellen Transit Connect E74820 Passagiersstoel, voor, neerklappen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de stoelen en de E74821 rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld. Leg geen voorwerpen op de rugleuning wanneer de wagen in beweging is. E74822...
Stoelen E74823 1. Trek aan de lus en kantel de zitting naar voren. 2. Kantel de hoofdsteun naar voren. 3. Trek de hendel omhoog. 4. Klap de rugleuning naar voren. E81584 5. Trek de hendel omhoog. Hoofdsteun instellen 6. Druk de rugleuning naar beneden. WAARSCHUWING HOOFDSTEUNEN Trek de hoofdsteun omhoog...
Pagina 79
Stoelen Derde zitrij WAARSCHUWINGEN Controleer of de rode indicator niet te zien is wanneer u de armen van de rugleuningen van de tweede zitrij en de sloten van de derde zitrij in aangrijping brengt. Plaats geen voorwerpen op een neergeklapte stoel. Trek niet aan de achterbank van de tweede zitrij wanneer de complete bank naar voren is gekanteld.
Pagina 80
Stoelen E74846 1. Schuif de hoofdsteunen geheel naar beneden. E74833 2. Trek de hendels aan de zijkant van de 1. Verwijder de middelste hoofdsteun. rugleuning omhoog. 2. Schuif de buitenste hoofdsteunen 3. Klap de rugleuning naar voren. geheel naar beneden. 4.
Stoelen Tweede zitrij VERWARMDE STOELEN LET OP Wanneer deze functie bij stilstaande motor wordt ingeschakeld, wordt hierdoor de accu ontladen. E74840 1. Trek de vergrendelingshendels omlaag. 2. Kantel de zitting naar beneden. 3. Kantel de rugleuning omhoog. 4. Breng de middelste hoofdsteun aan. Derde zitrij E75768 De stoelverwarming werk alleen met...
E70454 N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met AANSTEKER een maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. E78055 WAARSCHUWING Houd de aansteker nooit ingedrukt, omdat hij hierdoor kan worden beschadigd.
Gemaksfuncties OPBERGRUIMTES Opbergruimte boven de voorruit WAARSCHUWING Plaats geen zware voorwerpen in de opbergruimte boven de voorruit. E74677 BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. Tafeltjes op de rugleuningen WAARSCHUWING E74681 Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden.
De motor starten Stand I ALGEMENE INFORMATIE Stuurslot ontgrendeld. De ontsteking en Algemene opmerkingen over alle overige elektrische circuits zijn het starten uitgeschakeld. Om te voorkomen dat de accu wordt ontladen, mag de Als de accu losgekoppeld is geweest kan contactsleutel niet te lang in deze stand de motor, nadat de accukabels weer zijn blijven staan.
De motor starten In tegenstelling tot een gewoon filter, dat MOTOR UITSCHAKELEN regelmatig vervangen moet worden, is het DPF zodanig ontworpen dat het Auto's met turbocompressor regenereert (zichzelf reinigt) om doeltreffend te blijven. Het LET OP regeneratieproces vindt automatisch Zet de motor niet af wanneer deze plaats.
Brandstof en tanken U kunt dieselolie gebruiken die maximaal VEILIGHEIDSMAATREGELEN 5% RME (biodiesel) bevat. WAARSCHUWINGEN KATALYSATOR Stop met tanken nadat het vulpistool voor de tweede keer is Rijden met een auto met afgeslagen. Alle brandstof die u dan katalysator nog toevoegt vult de expansieruimte in de brandstoftank, hetgeen er toe kan LET OP leiden dat de brandstof overstroomt.
Openen accessoires, rijden met een aanhanger, Sluiten enz. Uw Ford dealer dient u gaarne van advies Tourneo Connect hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. N.B.: De schuifdeur kan niet volledig worden geopend wanneer de brandstofvulklep is ontgrendeld en geopend.
Pagina 89
Brandstof en tanken Tourneo en Kombi Connect Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1.8L Duratorq-TDCi Turbo diesel (75 pk), fase IV, 7,8 (36,2) 5,5 (51,4) 6,3 (44,8) asoverbrenging: 4,06 1.8L Duratorq-TDCi Turbo diesel (90 pk), fase IV,...
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. N.B.: Druk het koppelingspedaal volledig en en wacht drie seconden voordat u de eerste versnelling inschakelt. Achteruitversnelling inschakelen E72455...
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Handrem aantrekken Natte remschijven hebben een lagere wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING E66567 ABS is niet bedoeld om de WAARSCHUWING bestuurder te ontheffen van zijn Controleer of de handrem is...
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Aandrijfregeling (traction control) WERKING Het tractieregelsysteem verbetert de tractie wanneer een wiel doorspint bij snelheden tot 40 km/h (25 mph). Wanneer een wiel begint door te spinnen wijzigt het tractieregelsysteem de druk naar de remklauw van dat wiel tot het stopt met doorspinnen.
Regeling voor bergop rijden Het systeem activeren WERKING WAARSCHUWINGEN De Hill Launch Assist (HLA) maakt het U dient in de auto te blijven zitten eenvoudiger op te trekken wanneer de nadat het systeem is geactiveerd. wagen op een helling staat zonder dat het noodzakelijk is gebruik te maken van Het systeem is alleen actief als de de parkeerrem.
Pagina 95
Regeling voor bergop rijden WAARSCHUWING Als het motortoerental te hoog wordt opgejaagd of als een storing wordt geregistreerd bij een actief systeem, dan wordt het systeem gedeactiveerd en dooft de groene lamp. Het systeem deactiveren Voer voor het activeren van het systeem één van de volgende stappen uit: •...
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
Pagina 97
Parkeerhulp U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ca. 150 cm bedraagt of ca. 50 cm aan de zijkanten. Wanneer de afstand kleiner wordt, volgen de signalen elkaar sneller op. Een voortdurend signaal weerklinkt op een afstand van minder dan 30 centimeter tot de achterbumper.
Transport ALGEMENE INFORMATIE LET OP Overschrijd de maximum toelaatbare WAARSCHUWINGEN dakbelasting (inclusief de imperiaal) Gebruik bevestigingsriemen die niet. voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
Pagina 99
Transport E81954 De drie telescopische stangen kunnen worden verplaatst, zodat het bagagenet in vijf verschillende standen kan worden aangebracht.
Aanhangers trekken TREKKEN VAN EEN AANHANGER WAARSCHUWING Overschrijd het maximum toelaatbare totaalgewicht en het aanhangergewicht dat op het identificatieplaatje van de auto staat niet. Zie Voertuigidentificatie (bladzijde 129). N.B.: Niet alle auto's zijn geschikt of goedgekeurd voor het aanbrengen van een trekhaak.
Tips voor het rijden INRIJDEN Banden WAARSCHUWING Nieuwe banden hebben een inlooptijd van ongeveer 500 kilometer (300 mijl). Gedurende deze periode kan de auto een andere rijkarakteristiek vertonen. Remmen en koppeling WAARSCHUWING Vermijd indien mogelijk het intensief gebruik van de remmen en de koppeling gedurende de eerste 150 kilometer (100 mijl) in de stad en gedurende de eerste 1.500 kilometer...
Nooduitrusting EERSTEHULPSET Er is ruimte vrijgemaakt onder de bestuurdersstoel. GEVARENDRIEHOEK Er is ruimte vrijgemaakt in het linker zijpaneel van de laadruimte.
Staat na een aanrijding COMPONENTEN VAN VEILIGHEIDSSYSTEEM INSPECTEREN Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels die zijn belast ten gevolge van een aanrijding moeten worden vervangen en de verankeringen worden gecontroleerd. Deze werkzaamheden moeten door een correct hiertoe opgeleide monteur worden uitgevoerd.
Zekeringen Maak de klem los en het scharnier aan de PLAATSEN zijkanten en trek het deksel omhoog. ZEKERINGENHOUDERS Wanneer het deksel weer wordt aangebracht, druk dan op de zijden met de scharnieren (plaatsen 1 en 2) om ervoor te zorgen dat het deksel goed wordt gesloten.
Zekeringen Rechts stuur WAARSCHUWINGEN Zet het contact af en schakel alle stroomverbruikers uit voordat u een zekering aanraakt of probeert te vervangen. LET OP Breng een vervangingszekering met hetzelfde vermogen aan als van de E75786 verwijderde zekering. 1. Druk de zijwanden naar binnen en laat het handschoenenkastje naar N.B.: U kunt een doorgeslagen zekering beneden kantelen.
Pagina 106
Zekeringen Nummer van de zekering Symbool van de functie Vermogen (ampère) van de zekering E75788...
Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringenkast in de motorcompartiment Zekering Ampère Beveiligde circuits Centrale zekeringenkast Koelventilateur - secundaire zekering (110 pk) Centrale zekeringenkast Verwarmde voorruit Koelventilateur - primaire zekering (75 pk/90 pk) Koelventilateur - primaire zekering (110 pk) Gloeibougies Centrale zekeringenkast Contactslot Regeleenheid motor Accuspanningregistratie, diagnosestekker Standverwarming...
Pagina 108
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Regeleenheid voorgloeien (dieselmotoren) Grootlicht, rechts Solenoïde aircokoppeling Sensoren, actuatoren, relaisspoelen Mistlampen Dmilicht (via grootlichtrelais) Aanjagermotor Verwarmde voorruit Centrale zekeringenkast Zekering Ampère Beveiligde circuits Accuspanning vanaf GEM voor grootlicht Elektrisch verstelbare spiegel Lichtschakelaar (30), accuspanning vanaf GEM voor buitenverlichting Niet in gebruik Niet in gebruik...
Pagina 109
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Ruitenwissermotor, voor Verwarmbare voorstoelen Accuspanning vanaf GEM, Recirc / ICL (30-) Niet in gebruik Niet in gebruik Radio (geheugen en spanning), BTVC-module A/C, parkeerhulp Binnenverlichting en accuspaarfunctie Niet in gebruik Niet in gebruik Stadslicht, rechts Kentekenplaatverlichting Lichtschakelaar, regensensor...
Pagina 110
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Verwarmde achterruit, verwarmde voorruit Achterste voedingspunt, Transco (voorziening wassen van handen) Stadslicht, links Niet in gebruik Niet in gebruik Verwarmde achterruit Instrumentengroep, PATS, gaspedaal Ruitenwisser voor en achter Niet in gebruik Niet in gebruik...
Bergen van de auto Sleepoog, achter SLEEPPUNTEN LET OP Het afneembare sleepoog heeft linkse schroefdraad. Draai het linksom om het vast te zetten. Het sleepoog moet altijd in de auto worden meegenomen. Steek uw vinger in het gat aan de onderzijde van het paneel en trek het paneel los.
Pagina 112
Bergen van de auto LET OP Te veel spanning op de sleepkabel kan schade toebrengen aan uw en aan de trekkende wagen. Bevestig aan het sleepoog aan de voorzijde geen trekstang. Trek rustig en soepel zonder rukken op.
De motorkap openen Dagelijkse controles WAARSCHUWING • Buitenverlichting. • Interieurverlichting. Verwijder, om schade of verlies van de sleutel te voorkomen, de sleutel • Waarschuwings- en controlelampen. onmiddellijk na het openen van de motorkap en draai het Ford logo terug.
Pagina 114
Onderhoud E78141 E78142 E78143 De motorkap sluiten N.B.: Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten. Laat de motorkap zakken en vanaf een hoogte van 20 – 30 cm dichtvallen.
Onderhoud Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 114). Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 115). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf zijn voor een makkelijke herkenning fel gekleurd. Het oliepeil controleren OLIEPEILSTAAF - 1,8 L LET OP DURATORQ-TDCI (LYNX) Controleer of het peil tussen de MIN DIESEL /1,8 L DURATORQ- en MAX merktekens staat.
Het oliepeil mag niet boven het MAX de motor heet is. Laat de motor merkteken komen te staan. eerst afkoelen. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Draai de dop langzaam los. Laat de druk specificatie. Zie Technische langzaam ontsnappen terwijl u de dop specificatie (bladzijde 116).
Remvloeistof WSS-M6C57-A2 DOT 4 remvloeistof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. Olie bijvullen: Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C, moet u SAE 5W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan de specificatie ACEA A5/B5 (aanbevolen) of ACEA A3/B3.
Pagina 119
Onderhoud E115472 Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Alle Vloeistof stuurbekrachtiging MAX-merkteken Alle Voorruitsproeiers 4,3 (1,0) Alle Brandstoftank 60 (13,2) 1,8 l Duratorq-TDdi/ Dura- Koelsysteem incl. verwar- 7,0 (1,5) torq-TDCi ming 1,8 l Duratorq-TDdi/ Dura- Motorolie - inclusief filter 5,6 (1,2) torq-TDCi 1,8 l Duratorq-TDdi/ Dura- Motorolie - exclusief filter...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto 3. Verbind de pluspool (+) van auto A GEBRUIK VAN met de pluspool (+) van auto B (kabel STARTKABELS 4. Verbind de min (-) pool van auto B LET OP met het motorblok of de motorsteun Verbind alleen accu's met dezelfde van auto A (kabel 2).
Velgen en banden ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Controleer, voordat u de boordkrik gebruikt, of deze niet is beschadigd LET OP of vervormd en dat de schroefdraad Gebruik uitsluitend banden en velgen is gesmeerd en vrij is van met de goedgekeurde maat. Het verontreinigingen.
Pagina 124
Velgen en banden E93301 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud Kleine pijlvormige markeringen op de dorpels A duiden de kriksteunpunten aan. E93302...
Pagina 125
Velgen en banden Reservewiel E76071 Steek het zeskantige uiteinde van de E76072 wielmoersleutel in de geleideboring om Maak de eerste kabel los door de dop los het reservewiel te laten zakken. Draai de te draaien en terug te schuiven. Draai de wielmoersleutel linksom tot het wiel op de nippel aan het uiteinde van de kabel 90 grond rust en de staalkabel geheel...
Pagina 126
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of de achteruit in wanneer uw wagen is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Selecteer stand 'P' wanneer deze met een automatische transmissie is uitgerust. Laat de inzittenden uitstappen. E76137 Blokkeer het diagonaal 1.
Pagina 127
Velgen en banden Wiel aanbrengen WAARSCHUWINGEN Gebruik uitsluitend banden en velgen met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben en kan de typegoedkeuring ongeldig maken. Zie Technische specificatie (bladzijde 127). Laat geen run flat banden monteren als de auto hiermee oorspronkelijk niet was uitgerust.
Velgen en banden Op de portierstijl aan bestuurderszijde WAARSCHUWING bevindt zich een sticker met de Laat het aanhaalmoment van de aanbevolen bandenspanningen. wielmoeren en de bandenspanning zo spoedig mogelijk controleren. GEBRUIK VAN WINTERBANDEN N.B.: Wanneer het reservewiel een andere maat heeft of anders is geconstrueerd dan de overige wielen, laat LET OP deze dan zo spoedig mogelijk vervangen.
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 Voertuig Identificatie Nummer Maximaal toelaatbare E93897 totaalgewicht Het voertuigidentificatienummer is Maximaal toelaatbaar ingeslagen in het vloerpaneel vóór de treingewicht passagiersstoel voorin. Het is ook op de Maximum voorasbelasting linkerzijde van het instrumentenpaneel vermeld. Maximum achterasbelasting Het Voertuig Identificatie Nummer en de LAV-PLAATJE...
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto Korte wielbasis E76188...
Pagina 133
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4324 (170,2) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2113 (83,2) Totale hoogte 1804-1837 (71,0-72,3) Wielbasis 2665 (104,9) Spoorbreedte - voor 1505 (59,3) Spoorbreedte - achter 1552 (61,1)
Pagina 134
Technische specificaties Lange wielbasis E76189...
Pagina 135
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4571 (180,0) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2113 (83,2) Totale hoogte 1970-1982 (77,5-78,0) Wielbasis 2912 (114,6) Spoorbreedte - voor 1505 (59,3) Spoorbreedte - achter 1552 (61,1)
Pagina 136
Technische specificaties Afstanden trekhaak E76190 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – einde trekhaakkogel min 90 (3,5) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 91,1 (3,6)
Pagina 137
834 (32,8) Hart trekhaakkogel – langsbalk 460 (18,1) Buitenzijde langsbalk 920 (36,2) Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigingspunt 413,3 (16,3) Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspunt 566,3 (22,3) Alle maten hebben betrekking op officieel door Ford goedgekeurde trekhaken en bevestigingsmaterialen.
Dit bestand wordt een SIS-bestand genoemd en kan vanaf de Ford website In dit hoofdstuk worden de functies en www.ford-mobile-connectivity.com eigenschappen van het handsfree worden gedownload.
Telefoon Mobiel Telefoons die in het systeem zijn opgeslagen zijn met behulp van de E87991 telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. Thuis N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth E87992 apparaten zijn gekoppeld, moet er één Kantoor worden ontkoppeld om een nieuw apparaat te kunnen koppelen.
2. De privé modus op de Bluetooth telefoon moet zijn geactiveerd. 3. Zoek het audiosysteem op. 4. Selecteer Ford Audio. 5. Voer het op de voertuigdisplay weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de telefoon. Wanneer geen codenummer...
Pagina 141
Telefoon N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten Een nummer herhalen door op de CD, AM/FM of AUX toets te 1. Druk op de toets PHONE of de toets drukken. 'beantwoorden'. Bellen 2. Druk op de MENU toets. 3. Selecteer de lijst CALL OUT of de lijst Een nummer kiezen m.b.v.
Pagina 142
Telefoon Van actieve telefoon Wanneer er tijdens een gesprek een inkomend gesprek binnenkomt, klinkt er veranderen een 'piep' en kunt u het actieve gesprek N.B.: Voordat telefoons kunnen worden in de wachtstand plaatsen en het tweede geactiveerd moeten ze bij het systeem inkomende gesprek beantwoorden.
Telefoon 2. Druk op de MENU toets op de Een nummer herhalen audio-unit. 1. Druk op de toets PHONE op het 3. Selecteer de optie DEBOND op de apparaat. audio-unit. 2. Kies NUMMER HERHALEN. 4. Rol met behulp van de zoektoetsen door de verschillende telefoons om Een inkomend gesprek de te ontkoppelen telefoon weer te...
Pagina 144
Telefoon Actieve telefoon afmelden N.B.: Hierdoor wordt het actieve gesprek beëindigd. Een actieve telefoon kan op elk gewenst moment uit het systeem worden gewist, Een tweede inkomend gesprek behalve wanneer met deze telefoon een weigeren gesprek wordt gevoerd. Een tweede inkomend gesprek kan 1.
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
Pagina 147
Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 148
Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 149
Spraaksturing • "Five thirty one" (531) Naam opslaan • "Nine hundred" (900) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam • "Fourteen forty" (1440) in het bestand opslaan. • "Fifteen zero three" (1503) • "Ten eighty" (1080) Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 150
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
Pagina 151
Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht SD-kaart Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "SD CARD" "SD CARD" "PLAY" Muzieknummer op SD-kaart U kunt direct een muzieknummer op de SD-kaart kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "SD CARD" "SD CARD" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Kan als short cut worden gebruikt.
Pagina 153
Spraaksturing "TELEFOON" "DIAL NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "REDIAL" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" * Kan als short cut worden gebruikt. Een telefoonboek aanleggen Naam opslaan Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken.
Pagina 154
Spraaksturing Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "<naam> DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Gebruik deze functie om het systeem alle opgeslagen namen en nummers te laten opnoemen.
Pagina 155
Spraaksturing Telefoonfuncties Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw Naam mobiele telefoon mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "MOBILE NAME" "<telefoonafhan- "MOBILE NAME" kelijke dialoog>" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden...
Pagina 156
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<naam>" "DIAL <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Spraaksturing Hoofdinstellingen Oproepen kunnen zo worden ingesteld dat ze met spraakbesturing automatisch Oproepen weigeren worden geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REJECT CALLS" "REJECT CALLS" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS" * schakel met dit commando de modus 'weigeren' uit COMMANDO’S NAVIGATIESYSTEEM Raadpleeg de afzonderlijke handleiding...
Bijlagen N.B.: Het is raadzaam de TYPEGOEDKEURINGEN afstandsbediening uitsluitend te gebruiken in landen die in de tabel zijn opgenomen. Afstandsbediening Wanneer de typegoedkeuring van uw afstandsbediening wordt gecontroleerd, verwijs dan naar de volgende tabel. E72068...
Pagina 159
Bijlagen Immobilisatiesysteem Wanneer de typegoedkeuring van uw immobilisatiesysteem wordt gecontroleerd, verwijs dan naar de volgende tabel.
Het woord, het merk en de logo's weg van elektronische modules en Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth airbags. SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie gebruiken. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectieve eigenaren zijn.
Pagina 162
Bijlagen E106574 Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3. 8 30 – 54 50 W 2. 3 68 – 87,5 50 W 1. 2. 3. 4. 5 142 – 176 50 W 1.
Pagina 163
Bijlagen N.B.: Controleer na het monteren van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de zendmodus. Controleer alle elektrische uitrusting: • met het contact AAN • bij draaiende motor •...
Pagina 165
Index Automatisch in- en uitschakelende verlichting..........39 Auto op vier wielen slepen....109 Aandrijfregeling (traction control)..91 Werking............91 Aanhangers trekken.......98 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Bagagenetten.........96 ..............82 Bandenspanningen Aansteker..........80 Zie: Technische specificatie......127 Accessoires Banden Zie: Onderdelen en accessoires....5 Zie: Velgen en banden........121 Accu van de auto........120 Batterij van afstandsbediening Achterbank..........76 Zie: Batterij van afstandsbediening...
Pagina 166
Index Componenten van veiligheidssysteem Elektromagnetische inspecteren...........101 compatibiliteit........159 Extra verwarming........69 Veiligheidsgordels........101 Contactslot..........83 Algemene informatie........69 Contactsleutelstanden........83 Werkingsprincipe..........69 Contactslot Extra voedingsaansluitingen....80 Zie: Contactslot..........83 Controle koelvloeistofpeil Zie: Motorkoelvloeistof controleren..115 Controle oliepeil Gebruik maken van aandrijfregeling (traction control)........91 Zie: Motorolie controleren......114 Controle vloeistofpeil koppeling en Gebruik maken van de remsysteem.........115 parkeerhulp...........94...
Pagina 167
Index Gloeilampen vervangen......43 Immobilisatiesysteem Achterlichtunits..........46 Zie: Motorstartblokkering......29 Immobilisatiesysteem uitschakelen..29 Derde remlicht..........47 Infoberichten..........62 Interieurverlichting........48 Kentekenplaatverlichting......47 Berichtenindicator........62 Koplampen............44 Hellingstart.............63 Leeslampen..........48 Niet goed gesloten portier(en)....63 Mistlampen, vóór..........46 Onderhoud............64 Zijknipperlichten..........45 Stabiliteitsregeling (ESP)......64 Gloeilampen vervangen Verlichting............64 Infodisplays..........58 Zie: Gloeilampen vervangen.......43 Algemene informatie........58 Informatiecentrum Zie: Infodisplays..........58 Handgeschakelde versnellingsbak..88 Inleiding............5 Inrijden............99...
Pagina 168
Index Kort overzicht..........6 Onderdelen en accessoires....5 Onderhoud..........111 Overzicht instrumentenpaneel.....6 Portieren met de afstandsbediening Algemene informatie........111 vergrendelen en ontgrendelen....8 Technische specificatie......116 Opbergruimtes.........81 Portieren met de sleutel vergrendelen en ontgrendelen..........8 Opbergruimte bij de stoel......81 Stationair toerental na het starten....9 Opbergruimte boven de voorruit....81 Over deze handleiding......5 Stuurwiel instellen...........9 Overzicht motorruimte - 1,8 l...
Pagina 169
Index Sleeppunten...........109 Sleepoog, achter........109 Sleepoog, voor..........109 Regeling voor bergop rijden Tourneo Connect........109 gebruiken..........92 Transit Connect...........109 Het systeem activeren........92 Sleutels en afstandsbediening....21 Het systeem deactiveren......93 Sloten............23 Het systeem uitschakelen......93 Sneeuwkettingen Regeling voor bergop rijden....92 Zie: Gebruik van sneeuwkettingen..126 Werking............92 Specificatie-overzicht zekeringen..105 Reinigen van binnenzijde auto.....119 Centrale zekeringenkast......106 Instrumentenpaneelschermen,...
Pagina 170
Index Telefoon Vergrendelen en ontgrendelen....23 Zie: Gebruik maken van de telefoon - Auto's Achterklep vergrendelen en met Navigatiesysteem ......141 ontgrendelen..........23 Zie: Gebruik maken van de telefoon - Auto's Automatisch opnieuw vergrendelen..25 zonder Navigatiesysteem ....138 Bevestiging van het vergrendelen en Telefoon..........136 ontgrendelen..........23 Algemene informatie........136 Centrale vergrendeling........23...
Pagina 171
Index Voorruitwissers........34 Wegenkaartopbergvakken....82 Winterbanden Intervalwissen..........34 Voorste mistlampen.......39 Zie: Gebruik van winterbanden....126 Voorstoelen..........73 Armsteun instellen........75 Hellingshoek van de rugleuning Zekeringen..........102 instellen............74 Zekeringlabels........103 Lendensteun instellen........74 Zitverhogers..........11 Passagiersstoel, voor, neerklappen..75 Stoelen naar voren en achteren Kinderzitje (groep 2)........11 schuiven.............73 Zitverhoger (groep 3)........12 Stoelhoogte instellen........74 Waarschuwings- en indicatielampen........54 Berichtenindicator........56...