LET OP
Als bij hoge snelheden of hoge motortoe-
rentallen de versnellingshendel in een te la-
ge versnelling wordt gezet, kan ernstige
koppelings- en transmissieschade het ge-
volg zijn. Dat geldt ook, indien het koppe-
lingspedaal ingetrapt blijft en de koppeling
niet ingeschakeld wordt.
LET OP
Let op het volgende om beschadigingen en
voortijdige slijtage te voorkomen:
·
Laat tijdens het rijden uw hand niet op de
versnellingshendel rusten. De druk van
de hand wordt overgedragen op de scha-
kelgaffels in de transmissie.
·
Let erop dat de wagen volledig stilstaat
voordat de achteruitversnelling wordt in-
geschakeld.
·
Trap het koppelingspedaal bij het scha-
kelen altijd helemaal in.
·
Houd de wagen op hellingen met draai-
ende motor niet met "slippende" koppe-
ling stil.
Vroeg opschakelen helpt brandstof te
besparen en bedrijfsgeluiden te ver-
minderen.
Probleemoplossingen
Koppeling "slipt"
Het controlelampje brandt geel.
Koppeling brengt niet het hele koppel van
de motor over.
1.
Zo nodig de voet van het koppelingspe-
daal nemen.
Koppeling oververhit
Het controlelampje brandt geel.
Bovendien kan er een akoestische waar-
schuwing klinken → pag. 152.
De koppeling kan bijvoorbeeld door vaak
optrekken, lang "kruipen" of bij langzaam
rijdend verkeer te heet worden.
De oververhitting wordt aangegeven door
het waarschuwingslampje en eventueel ex-
tra waarschuwingslampjes en een tekst-
melding op het display in het instrumen-
tenpaneel.
— Verder rijden is mogelijk.
Koppeling defect
Het controlelampje brandt geel.
De koppeling is defect.
1.
Voorzichtig verder rijden!
2. Een hiervoor gekwalificeerde specialist
opzoeken. Anders kan ernstige koppe-
lingsschade het gevolg zijn.
Automatische transmissie
Werking van de automatische
transmissie
Beschrijving
De wagen is met een automatische trans-
missie uitgerust.
De automatische transmissie is een trans-
missie met 2-voudige-koppelingstechniek,
die automatisch schakelt. Door een 2-vou-
dige koppeling en twee van elkaar onaf-
hankelijke deeltransmissies kan zeer snel
worden geschakeld zonder verlies van trek-
kracht. Zo worden het vermogen en de zui-
nigheid van een schakeltransmissie met
het comfort en het gemak van een conven-
tionele automaat gecombineerd.
Werking
Bij het rijden wordt de kracht van de motor
via de transmissie op de aangedreven as
overgebracht. Om een andere versnelling
te kiezen, moet de krachtoverbrenging tus-
sen motor en transmissie worden onder-
broken. Daarvoor dient de koppeling.
Bij de automatische transmissie met zijn
twee deeltransmissies is bij het rijden de
kracht van de motor altijd in een deeltrans-
missie beschikbaar. Voor het schakelen
wordt de volgende hogere of lagere ver-
snelling reeds in de lastvrije tweede deel-
transmissie gekozen. Daarna wordt de kop-
peling van de lastvrije versnelling gesloten
en die van de andere versnelling gelijktijdig
Automatische transmissie
153