Pagina 7
Inhoudsopgave Tips voor de klimaatregeling in het Draadloze oplader voor accessoires interieur - Auto's met: Handbediende ................131 temperatuurregeling ......108 Bediening klimaatregeling achterin ..109 Opbergvakken Verwarmde voorruit ........110 Bekerhouders ..........133 Verwarmde achterruit ........110 Dakconsole .............133 Verwarmde buitenspiegels .......110 Klaptafel ............133 Extra verwarming .........110 Bergruimte onder stoel ......134 Starten op afstand ........114 Opbergruimte in dashboard ....134...
Pagina 8
Inhoudsopgave Brandstofverbruik .........161 Actieve parkeerhulp ........192 Achteruitkijkcamera ........201 Motoremissieregeling Snelheidsregeling Katalysator - Benzine .........163 Systeem selectieve katalytische reductie Werking ............204 .................164 Gebruik maken van snelheidsregeling Benzine-deeltjesfilter ........168 ................204 Dieselroetfilter ..........170 Adaptieve cruise control gebruiken ..205 Transmissie Rijhulpmiddelen Handgeschakelde transmissie ....176 Snelheidsbegrenzer ........212 Automatische transmissie .......176 Intelligente snelheidsbegrenzer .....213...
Pagina 9
Inhoudsopgave Oliepeilstaaf - 1.0L EcoBoost™ .....272 Aanhangers trekken Oliepeilstaaf - 1.5L EcoBlue .....272 Trekken van een aanhanger ....244 Motorolie controleren ........272 Antislingerregeling aanhanger .....245 Motorkoelventilator - Benzine ....273 Trekhaak ............245 Motorkoelventilator - Diesel ....273 De auto op vier wielen slepen - Handgeschakelde transmissie ..248 Motorkoelvloeistof controleren .....273 De auto op vier wielen slepen -...
Pagina 10
Inhoudsopgave Wielmoeren ............312 Draadloze hotspot van de auto Inhouden en specificaties Een draadloze hotspot van de auto creëren ............331 Afmetingen voertuig - Lange wielbasis Kombi ............313 Naam of wachtwoord draadloze hotspot van de auto wijzigen .......331 Afmetingen voertuig - Bestelwagen lange wielbasis dubbele cabine, Transit ............313 Audiosysteem...
Pagina 11
De zijde wordt Hartelijk dank voor het kiezen van een bepaald wanneer met het gezicht naar Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen voren in de stoel wordt gezeten. om met uw auto kennis te maken door deze handleiding te lezen.
Pagina 13
Elektrisch bediende ruiten. Zoek naar REACH op de lokale website van Ford voor meer informatie over de REACH-richtlijn. Blokkering elektrisch bediende N.B.: Ga voor de lokale website van Ford ruit. naar https://corporate.ford.com/ global-links.html#s0f0. Motor controleren. AANBEVELING NIEUWE Onderhoud motor vereist.
Pagina 14
Indien door andere onderdelen dan die van Ford correct gebruikt, kan mobiele die defect raken. communicatie de persoonlijke veiligheid...
Pagina 15
Inleiding behouden blijven. Mobiele communicatie-apparatuur omvat, maar is niet beperkt tot, mobiele telefoons, pagers, draagbare e-mailapparatuur, sms-apparatuur en draagbare zendontvangers. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 16
• Omgevingscondities, bijvoorbeeld snel verandert, is het raadzaam dat u naar temperatuur. de lokale Ford-website gaat voor de Sommige gegevens, die worden gebruikt recentste informatie. in combinatie met andere gegevens, Uw voertuig heeft elektronische...
Pagina 17
Gegevensprivacy Services die derde partijen GEGEVENS OVER aanbieden GEBEURTENISSEN Wij raden aan dat u de algemene Deze auto is uitgerust met een bepalingen en de informatie over privacy opnametoestel voor gegevens van van gegevens leest voor eventuele services gebeurtenissen. Het hoofddoel van het waarmee uw voertuig is uitgerust of opnametoestel voor gegevens van waarop u bent geabonneerd.
Pagina 18
Zie website van Ford. Instellingen (bladzijde 360). Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 19
We privacybeleid naar de lokale website van houden deze gegevens slechts zo lang bij Ford. als nodig is om de service aan te bieden, N.B.: Wilt u weten of uw auto technologie voor voortdurende verbetering en om u...
Pagina 20
Gegevensprivacy GEGEVENS NOODOPROEPSYSTEEM Wanneer het noodoproepsysteem actief is, kan aan de noodhulpdiensten worden meegedeeld dat uw auto betrokken is geweest bij een botsing met activering van een airbag of uitschakeling van de brandstofpomp. Bepaalde versies of updates van het noodoproepsysteem kunnen het mogelijk maken om elektronisch of verbaal de locatie van de auto of andere gegevens over uw auto of...
Pagina 21
Ga voor meer informatie over onze initiatieven voor duurzaamheid naar www.sustainability.ford.com. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 22
In één oogopslag DASHBOARD - RECHTS STUUR E270982 Toetsen van het informatiedisplay. Zie Algemene informatie (bladzijde 89). Instrumentenpaneel. Zie Meters (bladzijde 83). Knoppen voor geluids- en spraakregeling. Audioeenheid. Zie Audiosysteem (bladzijde 333). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Alarmknipperlichten (bladzijde 254). Draadloos accessoires opladen. Zie Passagiersairbag in- en uitschakelen (bladzijde 35).
Pagina 23
In één oogopslag Drukknop contactschakelaar. Zie Drukknop contactschakelaar (bladzijde 136). Knoppen voor snelheidsregeling. Zie Gebruik maken van snelheidsregeling (bladzijde 204). Lichtschakelaar. Zie Verlichting (bladzijde 70). DASHBOARD - LINKS STUUR E270981 Toetsen van het informatiedisplay. Zie Algemene informatie (bladzijde 89). Instrumentenpaneel. Zie Meters (bladzijde 83). Knoppen voor geluids- en spraakregeling.
Pagina 24
In één oogopslag Controlelamp deactivering passagiersairbag. Zie Passagiersairbag in- en uitschakelen (bladzijde 35). Auto-Start-Stop-knop. Zie Auto-Start-Stop (bladzijde 152). Knop voor parkeerhulp. Zie Parkeerhulp (bladzijde 186). Schakelaar aandrijfregeling. Zie Gebruik maken van aandrijfregeling (bladzijde 183). EcoSelect-knop. Zie EcoSelect (bladzijde 153). Klimaatregeling. Zie Klimaatregeling (bladzijde 105). Drukknop contactschakelaar.
Pagina 25
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES INSTALLEREN WAARSCHUWING: Lees de instructies van de fabrikant en volg deze op wanneer u een kinderzitje plaatst. WAARSCHUWING: Verander kinderzitjes op geen enkele wijze. WAARSCHUWING: Houd een kinderzitje nooit op uw schoot wanneer de auto rijdt. E161855 WAARSCHUWING: Laat kinderen of huisdieren niet zonder toezicht in uw...
Pagina 26
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht gebruikt, moet u de voorstoel afstellen, van 13 kg tot 18 kg in een zodat contact met de voetjes of de beentjes kinderveiligheidszitje (groep 1), dat op de van het kind wordt vermeden.
Pagina 27
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger (groep 2) E68924 Laat kinderen met een lichaamsgewicht E70710 van meer dan 22 kg maar met een lengte Laat kinderen met een lichaamsgewicht van minder dan 150 cm op een zitverhoger van meer dan 15 kg maar met een lengte plaatsnemen.
Pagina 28
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Verankeringspunten aan de bovenzijde E174928 Het ISOFIX-systeem heeft twee harde bevestigingsarmen op het kinderzitje. Deze worden bevestigd aan ankerpunten aan de stoelen op de tweede rij, waar het stoelkussen en de rugleuning elkaar raken. N.B.: Let er bij de aanschaf van een ISOFIX-kinderzitje op dat het zitje geschikt is voor de gewichtsgroep van uw kind en dat de ISOFIX-maatklasse geschikt is voor de...
Pagina 29
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje met 3. Bevestig de veiligheidsgordel volgens verankeringspunten aan de de instructies van de fabrikant van het bovenzijde bevestigen kinderzitje. Kinderzitje met steunpoot bevestigen WAARSCHUWING: Bevestig de veiligheidsgordel aan de bovenzijde aan geen ander punt dan aan het WAARSCHUWING: Als u een verankeringspunt dat hiervoor is kinderzitje met steunpoot gebruikt, moet...
Pagina 30
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Volg altijd de instructies van de fabrikant om een kinderzitje met steunpoot te WAARSCHUWING: Als u een installeren. kinderzitje en een veiligheidsgordel gebruikt, dan mag de veiligheidsgordel PLAATSING KINDERZITJE niet slap hangen of gedraaid zijn. WAARSCHUWING: Zorg dat het kinderzitje stevig tegen de stoel in de WAARSCHUWING: Extreem auto staat.
Pagina 31
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Stoelposities Tot 22 lbs Tot 29 lbs 20 - 40 lbs 33 - 55 lbs 46 - 79 lbs (10 kg) (13 kg) (9 - 18 kg) (15 - 25 kg) (22 - 36 kg) Zitplaatsen, tweede zitrij Zitplaatsen, derde zitrij X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep.
Pagina 32
Veiligheidsuitrusting voor kinderen ISOFIX-kinderzitjes Gewichtsgroepen Naar Naar Stoelposities Naar achteren gericht voren achteren gericht gericht 20 - 40 lbs (9 - 18 Tot 29 lbs (13 kg) Passagiersstoel vooraan Maat- klasse Niet uitgerust met ISOFIX Type formaat Stoel buitenzijde Maat- C, D, E A, B, B1 C, D...
Pagina 33
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Aanbevolen type kinderzitje Gewichts- Fabrikant Model: Bevestiging groepen Britax Römer. Baby Safe Plus met ISOFIX-basis of alleen veiligheidsgordel. ISOFIX-basis. 0 13 kg Britax Römer. ISOFIX en bovenste Duo Plus. verankeringen of alleen 9 18 kg veiligheidsgordel. Britax Römer. ISOFIX en veiligheids- 1.
Pagina 34
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Rechterzijde KINDERSLOTEN Draai rechtsom om te vergrendelen en linksom om te ontgrendelen. WAARSCHUWING: De achterportieren kunnen niet van binnenuit worden ontgrendeld indien het kinderslot is ingeschakeld. E189148 Op de achterrand van elk achterportier bevindt zich een kinderslot. U moet het kinderslot afzonderlijk instellen voor elk portier.
Pagina 35
WAARSCHUWING: Breng de veiligheidsgordel op correcte wijze aan, WAARSCHUWING: Accessoire voor uw eigen veiligheid maar ook voor stoelhuizen die niet door Ford worden die van uw ongeboren kind. Draag niet verkocht, zouden kunnen voorkomen dat de veiligheidsrol correct oprolt. Daardoor...
Pagina 36
Veiligheidsgordels HOOGTE VAN WAARSCHUWING VEILIGHEIDSGORDELS VEILIGHEIDSGORDEL AFSTELLEN Waarschuwingslamp veiligheidsgordel vastmaken Een waarschuwingslamp gaat branden als WAARSCHUWING: Plaats de het contact aanstaat en iemand op een hoogteversteller van de veiligheidsgordel voorstoel zit, maar de veiligheidsgordel niet zodanig dat de riem op het midden van uw schouder rust.
Pagina 37
Veiligheidsgordels Om de status van de veiligheidsgordel te bekijken, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Instellingen Druk op de menutoets. Informatie Druk op de OK-toets. Veiligheidsgordels Druk op de OK-toets. Informatieberichten status veiligheidsgordel Mededeling Omschrijving...
Pagina 38
WAARSCHUWING: Optionele stoelhoezen die niet worden verkocht WAARSCHUWING: Wijzig de door Ford Motor Company kunnen voorzijde van de auto op geen enkele voorkomen dat de airbags worden wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het geactiveerd en kunnen de kans op ontvouwen van de airbags kunnen verwondingen bij een botsing vergroten.
Pagina 39
Aanvullend veiligheidssysteem De airbag is ontworpen om te worden PASSAGIERSAIRBAG IN- EN geactiveerd bij zware frontale of bijna UITSCHAKELEN frontale aanrijdingen. De airbag wordt geactiveerd binnen een paar duizendsten van een seconde, waarbij een voorwaartse beweging van het lichaam wordt opgevangen, en loopt leeg bij contact met de inzittende.
Pagina 40
WAARSCHUWING: U moet de WAARSCHUWING: Optionele passagiersairbag weer inschakelen nadat stoelhoezen die niet worden verkocht het kinderstoeltje is verwijderd. door Ford Motor Company kunnen voorkomen dat de airbags worden Selecteer Instellingen met de geactiveerd en kunnen de kans op bedieningstoetsen voor het verwondingen bij een botsing vergroten.
Pagina 41
Aanvullend veiligheidssysteem De zij-airbags bevinden zich aan de buitenkant van de rugleuning van elke voorstoel. Op de zijkant van elke rugleuning is een label aangebracht om dit aan te geven. E75004 De airbags zijn aangebracht boven de zijruiten voor en achter. De airbag is ontworpen om te worden E152533 geactiveerd bij zware zijdelingse of frontale...
Pagina 42
Automatisch meldsysteem bij botsingen N.B.: Voordat u deze functie inschakelt, NOODHULP moet u de belangrijke informatie in de kennisgeving over de functie Noodhulp en de privacymelding over Noodhulp verderop WAARSCHUWING: Het systeem in dit hoofdstuk lezen. probeert geen noodhulpoproep te doen N.B.: Wanneer u Noodhulp in- of als de instelling voor Noodhulp uitschakelt, zijn de instellingen van...
Pagina 43
Raadpleeg de lokale website van verbroken, zoekt het systeem naar en Ford voor aanvullende gegevens. probeert het verbinding te maken met een beschikbare mobiele telefoon die al eerder In het geval van een aanrijding is gekoppeld en belt het systeem de noodhulpdiensten.
Pagina 44
U zich in een land bevindt waar Noodhulp de lokale noodhulpdiensten niet kan bellen. Raadpleeg de lokale website van Ford voor aanvullende gegevens. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 45
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE AFSTANDSBEDIENING - OVER RADIOFREQUENTIES AUTO'S MET: KEYLESS ENTRY EN STARTKNOP N.B.: Wijzigingen of modificaties zonder nadrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke partij kunnen veroorzaken dat de productgoedkeuring vervalt. Het typische zendbereik voor uw zender is ca. 10 m. Een afname van het zendbereik kan worden veroorzaakt door: •...
Pagina 46
Sleutels en afstandsbediening N.B.: Als u de batterij vervangt, wordt de geprogrammeerde sleutel niet gewist uit uw auto. De zender blijft normaal werken. Wanneer de batterij van de afstandsbediening bijna leeg is, wordt er een bericht op het informatiedisplay weergegeven. Zie Infoberichten (bladzijde 91).
Pagina 47
Sleutels en afstandsbediening E218402 3. Plaats een geschikt gereedschap, zoals een schroevendraaier, op de afgebeelde positie en verwijder de batterij voorzichtig. 4. Plaats een nieuwe batterij met de + E218401 naar omhoog gericht. 2. Draai een dunne munt onder het lipje 5.
Pagina 48
Sleutels en afstandsbediening De accu vervangen AFSTANDSBEDIENING - AUTO'S MET: SLEUTEL MET N.B.: Raadpleeg uw lokale wetgeving om batterijen van zenders weg te gooien. KLIKSYSTEEM OP AFSTANDSBEDIENING N.B.: Veeg geen vet van de batterijpolen of het oppervlak aan de achterkant van de printplaat.
Pagina 49
Sleutels en afstandsbediening 6. Plaats een nieuwe batterij met de + naar omhoog gericht. Plaats het batterijdeksel terug. Uw auto vinden Druk de toets tweemaal binnen drie seconden in. De claxon klinkt en de richtingaanwijzers E138623 knipperen. Het is raadzaam dat u deze methode gebruikt om uw auto te zoeken, in plaats van het paniekalarm.
Pagina 50
Sleutels en afstandsbediening 2. Verwijder de rubberen mat. 3. Plaats de passieve sleutel in de afgebeelde positie, met de knoppen omhoog gericht en de ontgrendelknop naar de voorzijde van uw auto gericht. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 51
MyKey Snelheidsbeperking WERKING Het systeem is ontworpen om goed WAARSCHUWING: Stel de rijgedrag te stimuleren met gebruik van maximumsnelheid voor de MyKey niet sleutels die u hebt geprogrammeerd met in op een snelheid waardoor de beperkte instellingen. bestuurder geen veilige snelheid kan aanhouden, rekening houdend met de INSTELLINGEN MYKEY maximumsnelheden en de...
Pagina 52
MyKey Niet storen MYKEY AANMAKEN - AUTO'S ZONDER: STARTDRUKKNOP Als u instelt dat niet storen altijd aan is, kan dit niet worden uitgeschakeld met een MyKey. Schakel het contact in met behulp van een admin-sleutel. Aandrijfregeling Als u instelt dat de aandrijfregeling altijd aan is, kan deze niet worden uitgeschakeld met een MyKey.
Pagina 53
MyKey Als u een MyKey wilt aanmaken, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Instellingen Druk op de menutoets. MyKey Druk op de OK-toets. Maak MyKey aan Houd de knop OK ingedrukt tot er een bevestigingsbericht verschijnt in het informatiedisplay.
Pagina 54
MyKey Als u een MyKey wilt programmeren, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Instellingen Druk op de menutoets. MyKey Druk op de OK-toets. Selecteer een instelling en druk op de knop OK. Configureer de instelling.
Pagina 55
MyKey gereset naar hun oorspronkelijke status ALLE MYKEYS WISSEN van admin-sleutel. Wanneer u alle MyKeys wist, verwijdert u Schakel het contact in met behulp van een alle beperkingen en worden alle MyKeys admin-sleutel. Als u alle MyKeys wilt wissen, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling...
Pagina 56
MyKey Zet het contact aan. SYSTEEMSTATUS MYKEY CONTROLEREN Als u informatie wilt over de afgelegde afstand met een MyKey en ook het aantal aangemaakte admin-sleutels en MyKeys voor uw auto, gebruik dan de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling...
Pagina 57
Het systeem is incompatibel met startsystemen op afstand van andere • Er worden geen MyKeys gemaakt. Zie leveranciers dan Ford. MyKey aanmaken (bladzijde 48). Waarom neemt de MyKey-afstand MYKEY – niet toe? PROBLEEMOPLOSSING - •...
Pagina 58
MyKey Waarom kan ik geen MyKey programmeren? • De admin-sleutel bevindt zich niet in de auto. • De sleutel die werd gebruikt om het contact aan te zetten is geen admin-sleutel. • Er worden geen MyKeys gemaakt. Zie MyKey aanmaken (bladzijde 48). Waarom kan ik de MyKeys niet wissen? •...
Pagina 59
Portieren en sloten Met afstandsbediening dubbel VERGRENDELEN EN vergrendelen ONTGRENDELEN Druk de toets tweemaal binnen N.B.: Controleer of uw auto vergrendeld is drie seconden in. E267111 voordat u deze onbeheerd achterlaat. N.B.: Laat uw sleutels niet in de auto liggen. Ontgrendelen Vergrendelen Met sleutel ontgrendelen...
Pagina 60
Portieren en sloten Dubbele achterdeuren openen 2. Houd de ontgrendel- en (indien vergrendelknop van de aanwezig) afstandsbediening gelijktijdig ingedrukt totdat de richtingaanwijzers twee keer N.B.: Als er een ladder op het portier van de knipperen ter bevestiging van de bagageruimte achter hangt, open het portier wijziging.
Pagina 61
Portieren en sloten Dubbele achterdeuren helemaal openen E112203 Linkerzijde E289574 Draai rechtsom om te vergrendelen. Druk op de knop om de dubbele achterdeuren helemaal te openen. Rechterzijde De portieren afzonderlijk Draai rechtsom om te vergrendelen. vergrendelen met de sleutel Nooddeur achteraan (indien aanwezig) N.B.: Als de centrale vergrendeling niet werkt, dan kunnen de portieren afzonderlijk...
Pagina 62
Portieren en sloten Automatisch opnieuw Twee fasen ontgrendeling vergrendelen U ontgrendelt de voorportieren wanneer De portieren worden automatisch opnieuw vergrendeld wanneer u niet binnen 45 • Draai aan de sleutel in het portierslot. seconden na het ontgrendelen met de • Druk eenmaal op de ontgrendeltoets afstandsbediening een portier opent.
Pagina 63
Portieren en sloten Stap wanneer de achterportieren volledig SCHUIFDEUR geopend zijn niet op de kabel of het mechanisme aan de onderzijde van de portieropening. Dit kan de schuifdeur en WAARSCHUWING: Het is heel onderdelen ervan beschadigen. gevaarlijk om in de bagageruimte of laadbak van een auto mee te rijden.
Pagina 64
Portieren en sloten Voor het passief vergrendelen en N.B.: Uw voertuig blijft ongeveer een ontgrendelen is een geldige passieve seconde vergrendeld. Wanneer de sleutel nodig die zich in de omgeving van vertragingsperiode voorbij is, kunt u de een van de drie externe detectiezones portieren weer openen, mits de passieve bevindt.
Pagina 65
Portieren en sloten Portieren met het sleutelblad Alleen bestuurdersportier vergrendelen en ontgrendelen ontgrendelen U kunt het systeem zo programmeren dat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 55). Als u de ontgrendelfunctie programmeert zodat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld, geldt het volgende: •...
Pagina 66
Achterklep Achterklep openen HANDMATIG BEDIENDE ACHTERKLEP WAARSCHUWING: Het is heel gevaarlijk om in de bagageruimte of laadbak van een auto mee te rijden. Bij een aanrijding is het risico op ernstige verwondingen of overlijden groter voor personen die in de bagageruimte of de laadbak meerijden.
Pagina 67
Beveiliging Als u uw auto niet kunt starten met behulp PASSIEF van een correct gecodeerde sleutel, laat ANTIDIEFSTALSYSTEEM de auto dan controleren door een erkende dealer. Werkprincipe Het systeem voorkomt starten van de ANTIDIEFSTALSYSTEEM motor met behulp van een incorrect gecodeerde sleutel.
Pagina 68
Beveiliging Sirene met afzonderlijke accu Bij volledige beveiliging zijn de interieursensors ingeschakeld als u het De sirene met afzonderlijke accu is een alarm inschakelt. extra alarmsysteem waarbij een sirene N.B.: Schakel het alarm niet in indien zich klinkt wanneer het alarm afgaat. Wanneer personen, dieren of andere bewegende u uw auto vergrendelt, wordt het systeem voorwerpen in de auto bevinden.
Pagina 69
Stuurwiel HET STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING: Verstel nooit het stuurwiel als uw auto in beweging is. N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 116). E95179 3. Vergrendel het stuurkolom. E95178 Ontgrendel de stuurkolom. 2.
Pagina 70
Ruitenwissers en ruitensproeiers Intervalwissen VOORRUITWISSERS E270969 E197526 Kort wisinterval. Intervalwissen. E197525 Lang wisinterval. Eenmaal wissen. Intervalwissen. Gebruik de draaiknop om het wisinterval af te stellen. Normaal wissen. N.B.: Wanneer de rijsnelheid toeneemt, kan Snel wissen. het interval tussen het intervalwissen N.B.: Laat de voorruit volledig ontdooien afnemen.
Pagina 71
Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: Als u de automatische wisfunctie N.B.: Houd de buitenkant van de voorruit uitschakelt in het informatiedisplay, werken schoon. De regensensor is erg gevoelig en de ruitenwissers in de intervalstand. de wissers kunnen in werking treden als vuil, mist of insecten tegen de voorruit vliegen.
Pagina 72
Ruitenwissers en ruitensproeiers Instellingen Om automatisch wissen in of uit te schakelen, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Instellingen Druk op de menutoets. Voertuiginstellingen Druk op de OK-toets. Ruitenwissers Druk op de OK-toets.
Pagina 73
Ruitenwissers en ruitensproeiers Wissen tijdens achteruitrijden (indien geplaatst) Als u in de achteruit (R) schakelt wanneer de ruitenwissers zijn ingeschakeld, wordt de wisser van de achterruit ingeschakeld. Ruitensproeier achter E167407 Duw de hendel weg van u om de ruitensproeier achter te gebruiken. Na het loslaten van de hendel blijven de ruitenwissers nog korte tijd in werking.
Pagina 74
Verlichting ALGEMENE INFORMATIE VERLICHTINGSBEDIENING Condens in de voor- en Standen van de lichtschakelaar achterlampen van de buitenverlichting Voor- en achterlampen van de buitenverlichting hebben ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de luchtdruk. Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de mogelijkheid dat...
Pagina 75
Verlichting Lichtsignaal Een zijde E163719 Trek de hendel wat naar u toe en laat deze weer los voor een lichtsignaal met de E163717 koplampen. Rechterzijde. Follow-me-home verlichting Linkerzijde. Het systeem inschakelen Grootlicht koplamp Zet het contact uit en trek de richtingaanwijzer naar het stuur toe.
Pagina 76
Verlichting N.B.: Als u automatisch inschakelende koplampen en automatisch inschakelende ruitenwissers inschakelt, worden de koplampen ingeschakeld wanneer de wissers van de voorruit voortdurend blijven wissen. DIMMER INSTRUMENTENPA- NEELVERLICHTING De knoppen om de helderheid van de E142451 instrumentenverlichting te dimmen Als de lichtschakelaar in de stand bevinden zich op de lichtschakelaar.
Pagina 77
Verlichting Over automatische AUTOMATISCHE grootlichtregeling GROOTLICHTREGELING Het systeem is ontworpen om het grootlicht in te schakelen wanneer aan al deze voorwaarden is voldaan: WAARSCHUWING: Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te • U hebt het systeem ingeschakeld in het ontheffen van zijn plicht om tijdens het informatiedisplay.
Pagina 78
Verlichting Grootlichtkoplampen automatisch in- en uitschakelen Om het systeem in of uit te schakelen, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Instellingen Druk op de menutoets. Voertuiginstellingen Druk op de OK-toets. Verlichting Druk op de OK-toets.
Pagina 79
Verlichting Controlelamp mistachterlicht Druk op de knop om de mistlampen voor in of uit te Brandt als u het mistachterlicht schakelen. aanzet. E67040 N.B.: De helderheid van de dagrijlichten kan afnemen wanneer de mistlampen voor zijn ingeschakeld. KOPLAMPHOOGTE Controlelampje mistlampen voor AFSTELLEN Brandt als u de mistlampen voor Ga als volgt te werk om het niveau van de...
Pagina 80
Verlichting ZIJRICHTINGAANWIJZERS E72898 Lichtbundel van koplamp. Lichtbundel van bochtverlichting. Druk de hendel omhoog of omlaag om de De bochtverlichting verlicht een hoek richtingaanwijzers te gebruiken. wanneer u het stuurwiel draait. N.B.: Tik de hendel omhoog of omlaag om de richtingaanwijzers driemaal te laten RICHTINGAANWIJZERS knipperen om aan te geven dat u van rijbaan gaat wisselen.
Pagina 81
Verlichting Leeslampen INTERIEURVERLICHTING Instapverlichting E112208 Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt. E112207 Zet het contact korte tijd aan om de verlichting weer in te schakelen. Portiercontact Wanneer u de schakelaar in stand B zet, gaat de instapverlichting branden wanneer u uw auto ontgrendelt, een portier of de...
Pagina 82
Ruiten en spiegels Volledig sluiten met één druk op de ELEKTRISCH BEDIENBARE knop resetten RUITEN - AUTO'S MET: Start de motor. ELEKTRISCH BEDIENDE Trek de bediening omhoog en houd ACHTERRUITEN deze in deze stand tot de ruit volledig is gesloten. Blijf de toets nog enkele seconden indrukken nadat de ruit dicht WAARSCHUWING: Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter en...
Pagina 83
Ruiten en spiegels N.B.: De ruit passeert het weerstandspunt ELEKTRISCH BEDIENBARE en u kunt de ruit nu volledig sluiten. RUITEN - AUTO'S MET: ONE- N.B.: Laat de auto zo snel mogelijk TOUCH OPENEN RUIT controleren als de ruit niet sluit. BESTUURDERSKANT Inklembeveiliging resetten WAARSCHUWING: Laat kinderen...
Pagina 84
Ruiten en spiegels 2. Houd de ontgrendelknop op de afstandsbediening ingedrukt. 3. Laat de knop los wanneer de ruiten beginnen te openen. Druk op de vergrendel- of ontgrendelknop op de afstandsbediening om integraal openen te stoppen. N.B.: Wanneer u uw auto ontgrendelt met behulp van de afstandsbediening, kunt u integraal openen korte tijd gebruiken.
Pagina 85
Ruiten en spiegels Automatisch inklappen kan worden in- en De spiegel wordt gedimd om het effect van uitgeschakeld in het informatiedisplay. felle lichten achter u tegen te gaan. De Zie Algemene informatie (bladzijde 89). spiegel wordt weer normaal wanneer het felle licht achter u niet meer aanwezig is N.B.: De elektrisch inklapbare of wanneer u in de achteruit (R) schakelt.
Pagina 86
Ruiten en spiegels Druk op de voorkant van de bediening en Als u Stap 2 niet binnen de 15 seconden na laat los om het zonnescherm te openen. Stap 1 uitvoert, wordt de instelfunctie beëindigd. Zet het contact uit, wacht 30 Druk op de achterkant van de bediening seconden en zet het contact daarna weer en laat los om het zonnescherm te sluiten.
Pagina 87
Instrumentenpaneel METERS E258097 Toerenteller. Informatiedisplay. Snelheidsmeter. Brandstofmeter. Indicator versnellingshendelstand automatische transmissie. Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter. Het systeem detecteert ongeoorloofde Informatiedisplay aanpassingen van de kilometerteller om fraude met de totale afgelegde afstand te Kilometerteller voorkomen. Als het systeem een ongeoorloofde aanpassing van de Registreert de totale afstand die door uw kilometerteller detecteert, wordt XXXX auto is afgelegd.
Pagina 88
Instrumentenpaneel Instellingen en personalisering van de WAARSCHUWINGS- EN auto INDICATIELAMPEN Zie Persoonlijke instellingen (bladzijde 91). De volgende waarschuwings- en controlelampen waarschuwen u voor Brandstofmeter storingen met mogelijk ernstige gevolgen. Sommige lampen gaan branden wanneer De brandstofmeter geeft aan hoeveel u de motor start om aan te geven dat ze brandstof er nog ongeveer in de werken.
Pagina 89
Instrumentenpaneel Waarschuwingslamp accu Controlelampje automatische snelheidsregeling Indien dit lampje tijden het rijden gaat branden, wijst dit op een Het lampje gaat branden storing. Schakel alle overbodige wanneer u het systeem stroomverbruikers uit. Laat uw auto zo inschakelt. E71340 snel mogelijk controleren. Zie Gebruik maken van snelheidsregeling (bladzijde 204).
Pagina 90
Instrumentenpaneel Waarschuwingslamp laadstroom Als beide lampen branden terwijl de motor draait, brengt u de auto zo snel mogelijk Als deze lamp brandt terwijl de tot stilstand wanneer dit veilig kan. Doet motor draait, wijst dit op een u dit niet, dan kan dit leiden tot verminderd storing.
Pagina 91
Instrumentenpaneel Waarschuwingslamp oliedruk Waarschuwingslamp aandrijf- en stabiliteitsregeling uit Gaat branden wanneer u het WAARSCHUWING: Rijd niet verder systeem uitschakelt. als de lamp gaat branden tijdens het E130458 rijden, zelfs als het oliepeil correct is. Laat uw auto controleren. AKOESTISCHE Als deze lamp brandt terwijl de WAARSCHUWINGSSIGNALEN motor draait, wijst dit op een EN -INDICATIES -...
Pagina 92
Instrumentenpaneel Waarschuwingstoon parkeerrem Weerklinkt als de handrem is ingeschakeld en als u met de auto rijdt. Als het waarschuwingssignaal weerklinkt nadat u de handrem heeft uitgeschakeld, laat de auto dan onmiddellijk controleren door een erkende dealer. Waarschuwingstoon automatische transmissie Weerklinkt als u de keuzehendel van de transmissie niet in de stand P hebt gezet.
Pagina 93
Infodisplays ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING: Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en verwondingen. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kan afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van de auto.
Pagina 94
Infodisplays Menu-item Menu-item Audio Wrong Way Alert Telefoon Hill Start Assist Instellingen Cross Traffic Alert Eco-coach Submenu's Trailer Stability Boordcomputer 1 en Boordcomp. 2 Cruise Control Menu-item Snelheidsbep. Boordcomputer 1 Parkeersensor. achter Boordcomp. 2 Navigatie Individuele waarden resetten Menu-item Weergave configureren Thuis MyView Favoriete bestemmingen...
Pagina 95
Infodisplays Instellingen Ø-verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik Menu-item aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld. Informatie Digitale snelheidsmeter Display De rijsnelheid van uw auto wordt Bestuurdersassistentie weergegeven als een digitaal getal. Voertuiginstellingen Voertuigonderhoud PERSOONLIJKE INSTELLINGEN MyKey Meeteenheden TRIPCOMPUTER Scroll naar dit display om af te wisselen...
Pagina 96
Infodisplays Adaptieve snelheidsregeling Mededeling Omschrijving Adaptieve Cruise Control Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel Storing mogelijk controleren. Adaptieve Cruise Control Het systeem is niet beschikbaar. Zie Adaptieve cruise niet beschikbaar control gebruiken (bladzijde 205). Adaptieve Cruise Control De radar heeft verminderd zicht.
Pagina 97
Infodisplays Automatische grootlichtregeling Mededeling Omschrijving Zicht frontcamera is De camera heeft verminderd zicht. Reinig de voorruit. Als verminderd Glas schoon- het bericht blijft verschijnen, laat uw auto dan zo snel mogelijk maken controleren. Frontcamera tijdelijk niet Er is een storing in de camera. Wacht een korte periode om beschikbaar de camera te laten afkoelen.
Pagina 98
Infodisplays Systemen voor dodehoekdetectie en herkenning van kruisend verkeer Mededeling Omschrijving BLIS Storing Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren. BLIS niet beschikbaar De sensoren van het systeem zijn geblokkeerd. Zie Informa- Sensor geblokkeerd Zie tiesysteem dode hoek (bladzijde 220).
Pagina 99
Infodisplays Portieren en sloten Mededeling Omschrijving Bestuurdersportier open Het desbetreffende portier is niet helemaal dicht. Passagiersportier open Achterportier links open Achterportier rechts open Achterklep open Motorkap open De motorkap is niet helemaal dicht. Knoppen geblokkeerd Het systeem heeft de portierschakelaars uitgeschakeld. Veiligheidsmodus Bestuurderswaarschuwing Mededeling...
Pagina 100
Infodisplays Brandstofsysteem Mededeling Omschrijving Brandstofpeil laag Een vroege waarschuwing voor een laag brandstofpeil. Laag brandstofpeil Rijbe- reik: distance metric:##0 Laag brandstofpeil Rijbe- reik: distance imperial:#0 mijlen Controleer opening De tankdop is wellicht niet goed dicht. brandstoftank Brandstofdruk laag Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Pagina 101
Infodisplays Onderhoud Mededeling Omschrijving Motorolie- peil laag Olie Het motoroliepeil is laag. Breng de auto tot stilstand zodra bijvullen dit veilig kan en schakel de motor uit. Controleer het motor- oliepeil. Zie Motorolie controleren (bladzijde 272). Als het bericht blijft verschijnen, laat uw auto dan zo snel mogelijk controleren.
Pagina 102
Infodisplays MyKey Mededeling Omschrijving Zet de sleutel in de identi- Wordt weergegeven wanneer u een MyKey probeert aan te ficatiepositie maken en de sleutel niet in de bewaargleuf is geplaatst. Zie Positie back-up passieve sleutel (bladzijde 45). Sleutel is al een MyKey Wordt weergegevens als u probeert een MyKey aan te maken met een sleutel die reeds als MyKey is aangewezen.
Pagina 103
Infodisplays Mededeling Omschrijving Park Pilot voor niet beschikbaar sensor geblokkeerd Zie hand- boek Park Pilot achter niet beschikbaar sensor geblokkeerd Zie hand- boek Parkeersensoren achter U hebt een fietsendrager, aanhanger of soortgelijk voorwerp uitgeschakeld wegens bevestigd in de buurt van de sensoren op de voor- of achter- aanhanger kant van uw auto.
Pagina 104
Infodisplays Achterruitvergrendeling Mededeling Omschrijving Kinderslot Storing Zie Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel handboek mogelijk controleren. Afstandsbediening Mededeling Omschrijving Sleutel Batterij bijna leeg De sleutelbatterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel Spoedig vervangen mogelijk op.
Pagina 105
Infodisplays Storing dieseluitlaatvloeistofsysteem (AdBlue) Mededeling Omschrijving AdBlue®-systeem Geen Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel motorstart over XXXX km mogelijk controleren. AdBlue®-systeem Geen motorstart over XXXX AdBlue®-systeem Storing Onderhoud zsm AdBlue®-systeem Onderhoud zsm om motor te starten Stabiliteitsregeling Mededeling Omschrijving...
Pagina 106
Infodisplays Mededeling Omschrijving Sleutel niet herkend Het systeem detecteert geen geldige passieve sleutel in uw auto. Startsysteem Storing Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren. Herstart nu anders wordt Wordt weergegeven als u de motor uitschakelt en het sleutel vereist systeem geen geldige passieve sleutel detecteert in uw auto.
Pagina 107
Infodisplays Transmissie Mededeling Omschrijving Transmissie Storing Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel Onderhoud nu! mogelijk controleren. Transmissie Onderhoud Transmissie oververhit De transmissie raakt oververhit en moet afkoelen. Stop de Veilig stoppen auto zodra de situatie veilig genoeg is, zet de motor uit en laat de transmissie afkoelen.
Pagina 108
Infodisplays Draadloos accessoires opladen Mededeling Omschrijving Draadloze oplader atief Draadloos opladen is begonnen. Opladen afgebroken Draadloos opladen is gestopt. Verwijder voorwerpen van het oplaadoppervlak en plaats de telefoon in het midden van het Telefoon scheef of object oplaadoppervlak. tussen telefoon en oplader herkend.
Pagina 109
Klimaatregeling Maximaal koelen in- en HANDMATIGE uitschakelen KLIMAATREGELING Draai de temperatuurknop Klimaatregeling in- en linksom voorbij de laagste uitschakelen instelling om maximaal te koelen. N.B.: De temperatuurregeling veert terug naar de laagste instelling. N.B.: Wanneer u maximaal koelen Luchtrecirculatie in- en uitschakelt, blijft de airconditioning uitschakelen ingeschakeld.
Pagina 110
Klimaatregeling De temperatuur instellen N.B.: Luchtrecirculatie kan automatisch worden uitgeschakeld of de inschakeling ervan kan geblokkeerd worden in alle luchtstroomstanden behalve maximaal koelen, om te voorkomen dat de ruiten beslaan. Het kan ook worden in- en uitgeschakeld wanneer u lucht naar de luchtroosters van het dashboard of de beenruimte leidt bij warm weer, om efficiënter te koelen.
Pagina 111
Klimaatregeling Automatische modus in- en De temperatuur instellen uitschakelen Druk op de knop om de automatische modus in te schakelen. Pas de regeling van de ventilatormotor of de luchtverdeling aan om de automatische modus uit te schakelen. De ventilatormotorsnelheid instellen Druk kort op + of - om de hoeveelheid lucht die in het interieur circuleert in te stellen.
Pagina 112
Klimaatregeling N.B.: Rijd niet met het systeem N.B.: Om sneller een aangename uitgeschakeld of met voortdurend temperatuur te bereiken bij warm weer, rijdt ingeschakelde luchtrecirculatie om u met geopende ruiten totdat u koude lucht ophoping van vocht in de auto te door de luchtroosters voelt stromen.
Pagina 113
Klimaatregeling De zijruiten ontwasemen bij koud N.B.: Om het beslaan van de voorruit bij weer vochtig weer te voorkomen, moet de luchtstroom naar de luchtroosters bij de • Selecteer maximaal ontdooien. voorruit worden geleid. N.B.: Wanneer de luchtrecirculatiestand Ontwasemen of dunne laag ijs van langdurig wordt ingeschakeld, kunnen de de voorruit wissen ruiten beslaan.
Pagina 114
Klimaatregeling Lucht naar de luchtroosters N.B.: Gebruik geen krabber om de spiegels bovenaan en de luchtroosters van ijsvrij te maken en verstel het spiegelglas de beenruimte leiden niet als het is vastgevroren. N.B.: Reinig het spiegelhuis of spiegelglas Wanneer u lucht naar de niet met agressieve schuurmiddelen, luchtroosters bovenaan en de brandstof of andere reinigingsmiddelen op...
Pagina 115
Klimaatregeling N.B.: Zorg ervoor dat de uitlaatopening van N.B.: Wanneer het systeem is ingeschakeld, de verwarming, voor het rechtervoorwiel, komen er uitlaatgassen uit uw auto. Dit is niet verstopt raakt door bijvoorbeeld normaal. sneeuw, ijs of modder, om problemen met N.B.: Terwijl de verwarming uitgaat, wordt de werking van de verwarming te de overtollige brandstof in de verwarming...
Pagina 116
Klimaatregeling Wanneer u het systeem correct gebruikt: N.B.: Terwijl de verwarming uitgaat, wordt de overtollige brandstof in de verwarming • worden de ruiten vrij van een dunne verbrand en ontstaat er enige warmte, laag ijs gehouden en wordt condens komen er wat uitlaatgassen vrij en maakt voorkomen.
Pagina 117
Klimaatregeling De timer instellen Het systeem heeft drie verschillende modi, die u kunt instellen in het informatiedisplay. Timermodus Omschrijving Eén keer Hiermee kunt u één verwarmingscyclus instellen voor een specifieke dag. Als de omstandigheden dat toelaten, gaat de verwarming max. 40 minuten voor de ingestelde datum en tijd aan.
Pagina 118
Klimaatregeling Menu-item Handeling Activeren Druk op de OK-toets. Timer 2 Druk op de OK-toets. Activeren Druk op de OK-toets. N.B.: Zorg dat de modem is ingeschakeld om starten op afstand te gebruiken. Zie STARTEN OP AFSTAND Verbonden voertuig (bladzijde 327). Over starten op afstand De motor op afstand starten Met het systeem kunt u de motor op...
Pagina 119
Klimaatregeling N.B.: Wanneer u het contact aanzet, keert N.B.: Als u de instellingen voor het klimaatregelsysteem terug naar de stoelverwarming inschakelt, wordt de laatst gebruikte instellingen. stoelverwarming ingeschakeld bij koud weer. Automatisch inschakelen Duur instellen Selecteer Instellingen met de bedieningstoetsen voor het U kunt instellen hoe lang de motor moet informatiedisplay op het stuurwiel.
Pagina 120
Stoelen Er wordt aangeraden de volgende DE JUISTE ZITPOSITIE richtlijnen in acht te nemen: INNEMEN • Ga rechtop zitten met de onderzijde van uw rug zover mogelijk naar achteren. WAARSCHUWING: Zet de • Kantel de rugleuning stoel niet zo ver rugleuning niet te ver achterover.
Pagina 121
Stoelen De hoofdsteunen afstellen Stel de hoofdsteun zodanig af dat de bovenzijde ervan op dezelfde hoogte ligt als de bovenzijde van uw hoofd. Hoofdsteunen omhoog brengen Trek de hoofdsteun omhoog. 2. Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed op zijn plaats komt te zitten. Hoofdsteunen laten zakken E288933 2.
Pagina 122
Stoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN WAARSCHUWING: Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden. WAARSCHUWING: Plaats geen lading of andere voorwerpen achter de rugleuning van de stoel voordat u deze terug in de originele positie plaatst. Trek aan de rugleuning van de stoel om te controleren dat deze volledig vergrendeld is nadat u de rugleuning terug in de oorspronkelijke stand hebt...
Pagina 123
Stoelen De stoelhoogte aanpassen De rugleuning neerklappen (indien aanwezig) E70730 E275437 Lendensteun afstellen (indien aanwezig) Schuif de stoel helemaal achteruit. E142199 Enkele passagiersstoel (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Als u de rugleuning neerklapt, moet u voorzichtig E275410 zijn dat uw vingers niet bekneld raken tussen het mechanisme.
Pagina 124
Stoelen Dubbele passagiersstoel (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Als u de rugleuning neerklapt, moet u voorzichtig zijn dat uw vingers niet bekneld raken tussen het mechanisme. Rugleuning middelste stoel neerklappen E275411 3. Breng de hoofdsteun helemaal omlaag. E168479 Trek aan de riem. 2.
Pagina 125
Stoelen Middelste zitkussen uitklappen N.B.: Het stoelkussen wordt automatisch ingeklapt met de rugleuning van de stoel. Buitenste zitkussen uitklappen WAARSCHUWING: Zorg dat u het zitkussen neerklapt voor u vertrekt. E168478 Buitenste stoel neerklappen E168476 Trek de hendel omhoog. 2. Klap het stoelkussen omhoog tot het vergrendeld is.
Pagina 126
Stoelen Buitenste zitkussen neerklappen WAARSCHUWING: Plaats geen voorwerpen op een neergeklapte stoel. Harde voorwerpen kunnen projectielen worden bij een botsing of bij bruusk remmen, waardoor er meer kans kan zijn op verwondingen. WAARSCHUWING: Ga niet achter een stoel tegenover een neergeklapte stoel zitten.
Pagina 127
Stoelen De stoel uitklappen E271961 4. Trek aan de riem aan de achterkant E271962 van de rugleuning van de stoel. Trek aan de riem aan de achterkant 5. Breng de stoel vooruit en omlaag en van de rugleuning van de stoel, hef de duw het midden van de rugleuning van stoel omhoog en duw deze verder in de stoel omlaag om te vergrendelen.
Pagina 128
Stoelen Stoelen derde zitrij De stoel naar achteren en naar voren bewegen WAARSCHUWING: Schommel de stoel achteruit en vooruit om te controleren dat deze goed vergrendeld is. Als de stoel niet vergrendeld is, kan dat gevaarlijk zijn bij een botsing en kan het leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
Pagina 129
Stoelen De rugleuning uitklappen ACHTERBANK - KORTE WIELBASIS WAARSCHUWING: Gebruik tijdens het rijden de achterbank niet als bed. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit ernstige of dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. WAARSCHUWING: Wanneer u de stoelen neerklapt of uitklapt, moet u voorzichtig zijn dat uw vingers niet E167644 gekneld raken tussen de rugleuning van...
Pagina 130
Stoelen E271969 E271963 2. Trek aan de hendel aan de bovenzijde 6. Hef de steunbalk en verbind deze met van de stoel. het frame van de stoelzitting. Zo kan de stoel niet achteruit vallen. 3. Klap de rugleuning naar voren. N.B.: Passagiers op de achterbank kunnen zitten naast een stoel op dezelfde rij waarvan de rugleuning is ingeklapt, maar...
Pagina 131
Stoelen stoelverwarming kan zelfs bij lage temperatuur brandwonden veroorzaken, met name indien ze gedurende langere tijd gebruikt wordt. Als u deze instructie negeert, kan dat verwondingen tot gevolg hebben. WAARSCHUWING: Plaats niets op de stoel dat mogelijk de warmte tegenhoudt, bijvoorbeeld een stoelhoes of een kussen.
Pagina 132
Waarschuwingssysteem stoelbezetting achteraan (indien aanwezig) WAT IS HET VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWINGSSYSTEEM WAARSCHUWINGSSYSTEEM STOELBEZETTING STOELBEZETTING ACHTERAAN ACHTERAAN Het waarschuwingssysteem voor stoelbezetting achteraan controleert de WAARSCHUWING: Op warme voertuigomstandigheden en vraagt u om dagen kan de temperatuur in de auto te kijken of er passagiers op de achterbank zeer snel oplopen.
Pagina 133
Waarschuwingssysteem stoelbezetting achteraan (indien aanwezig) N.B.: De waarschuwing klinkt niet wanneer het voorportier wordt geopend voordat u Mededeling het contact uitzet. Controleer de achterbank op inzittenden. Wordt weergegeven wanneer u de auto WAARSCHUWINGSSYSTEEM uitzet nadat aan de voorwaarden voor een STOELBEZETTING waarschuwing voldaan is.
Pagina 134
Extra voedingsaansluitingen 12V-stopcontact (gelijkstroom) Voedingspunten kunnen op de volgende locaties zijn aangebracht: • vooraan op de middenconsole. WAARSCHUWING: Sluit geen • achteraan op de middenconsole. extra elektrische accessoires aan op de • aan de rechterzijde van de aanstekerfitting. Verkeerd gebruik van bagageruimte.
Pagina 135
Extra voedingsaansluitingen Het stopcontact geeft tijdelijk geen stroom meer in storingsmodus als het apparaat het max. vermogen van 150 watt overschrijdt. Ontkoppel uw apparaat en zet het contact uit. Zet het contact weer aan, maar sluit uw apparaat niet weer aan. Laat het systeem afkoelen en zet het contact uit om de storingsmodus te resetten.
Pagina 136
Extra voedingsaansluitingen N.B.: Voor apparaten zonder ingebouwde Plaats het apparaat met de oplaadzijde Qi-normen voor draadloos opladen is een omlaag om het opladen te beginnen. Het extra Qi-ontvanger of huls vereist. opladen stopt wanneer uw apparaat volledig is opgeladen. N.B.: Software- en firmware-updates voor uw apparaat kunnen de oplaadprestaties N.B.: De oplaadtijd en de temperatuur zijn beïnvloeden.
Pagina 137
Opbergvakken Opbergruimte achterportier BEKERHOUDERS (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de bekers die in de houders zijn geplaatst het zicht niet hinderen tijdens het rijden. DAKCONSOLE E188482 WAARSCHUWING: Plaats geen KLAPTAFEL zware voorwerpen in het opbergvak.
Pagina 138
Opbergvakken BERGRUIMTE ONDER STOEL APPARAATHOUDER WAARSCHUWING: Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en verwondingen. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kan afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van de auto.
Pagina 139
Motor starten en stoppen Voorkom dat het gaspedaal vóór en tijdens ALGEMENE INFORMATIE het starten wordt ingedrukt. Gebruik het gaspedaal alleen indien u moeilijkheden heeft om de motor te starten. WAARSCHUWING: Door langdurig stationair draaien met hoge CONTACTSLOT motortoerentallen kan tot zeer hoge temperaturen in de motor en het uitlaatsysteem leiden, waardoor het risico op brand of andere schade...
Pagina 140
Motor starten en stoppen Contact aanzetten N.B.: Het contact wordt uitgeschakeld als uw auto onbeheerd wordt achtergelaten. Zet de sleutel in stand II. Alle elektrische Dit is om te voorkomen dat de accu van de circuits en accessoires zijn operationeel en auto leegraakt.
Pagina 141
Motor starten en stoppen De motor stopzetten terwijl de Als u de motor niet kunt starten, doet u het auto in beweging is - auto's met volgende: handgeschakelde transmissie (indien Steek de passieve sleutel in de bewaargleuf. Zie Positie back-up aanwezig) passieve sleutel (bladzijde 45).
Pagina 142
Motor starten en stoppen Snel herstarten niet geblokkeerd, maar er kan meer stuurkracht nodig zijn voor uw auto. Het systeem staat toe dat u de motor Wanneer u het contact uitschakelt, binnen 10 seconden na het afzetten van kunnen ook sommige elektrische circuits, de motor kunt starten, zelfs als er geen bijvoorbeeld airbags, ook worden geldige passieve sleutel wordt herkend.
Pagina 143
Motor starten en stoppen Mededeling Handeling Sleutel niet herkend Wordt weergegeven als het systeem geen geldige passieve sleutel herkent. Startsysteem Storing Wordt weergegeven als u de motor niet met een correct gecodeerde sleutel kunt starten. Het systeem heeft een storing ontdekt die onderhoud vereist. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Pagina 144
Motor starten en stoppen Motor slaat niet aan EEN BENZINEMOTOR STARTEN Als u de motor na 3 startpogingen nog niet kunt starten, wacht u 10 seconden en gaat De snelheid waarbij de motor onmiddellijk u als volgt te werk: na het starten stationair draait wordt Auto's met een contactsleutel geoptimaliseerd om de emissies te minimaliseren en het interieurcomfort en...
Pagina 145
Motor starten en stoppen Automatische uitschakeling motor • Het rempedaal of het gaspedaal annuleren intrappen. • De automatische uitschakeling van de Er wordt 30 seconden lang afgeteld. motor uitschakelen in het Tijdens het aftellen kunt u op elk moment informatiedisplay. het uitschakelen stoppen of de timer resetten door een van de volgende •...
Pagina 146
Motor starten en stoppen Waarschuwingslampen motor Auto's met een contactsleutel Zet de transmissie in de neutrale stand Waarschuwingslampje en gebruik de remmen om uw auto motorelektronica (MIL) veilig tot stilstand te brengen. Controle motor 2. Zet de sleutel in stand 0. Als deze lamp brandt terwijl de motor 3.
Pagina 147
Motor starten en stoppen Informatiemeldingen startsysteem Mededeling Handeling Accessoirecontact is Wordt weergegeven wanneer u het contact aanzet en de actief motor niet start. Tijdoverschrijding motor- Wordt weergegeven als u de tijdslimiet voor het starten start overschrijdt. U kunt de motor 15 minuten lang niet proberen te starten.
Pagina 148
Motor starten en stoppen Auto's met drukknop 4. Schakel de parkeerrem in. contactschakelaar Auto's met drukknop Zie Drukknop contactschakelaar contactschakelaar (bladzijde 136). Zie Drukknop contactschakelaar Motor stoppen bij stilstaande auto (bladzijde 136). Beschermen tegen uitlaatgassen Auto's met een contactsleutel Schakel naar de parkeerstand (P). 2.
Pagina 149
Motor starten en stoppen Als het knippert, slaat de motor wellicht Als deze lamp brandt terwijl de motor over. Hogere uitlaatgastemperaturen draait, wijst dit op een storing. Als deze kunnen schade aan het roetfilter of andere lamp tijdens het rijden knippert, verlaag de delen van de auto veroorzaken.
Pagina 150
Motor starten en stoppen Motor stoppen bij rijdende auto N.B.: U kunt de motor slechts beperkte tijd proberen te starten voordat het startsysteem tijdelijk wordt uitgeschakeld. Als u de tijdslimiet voor het starten WAARSCHUWING: Afzetten van overschrijdt, wordt wellicht een bericht de motor terwijl nog met de auto wordt weergegeven en kunt u de motor minstens gereden, leidt tot aanzienlijk verlies van...
Pagina 151
Motor starten en stoppen Belangrijke informatie over Als het knippert, slaat de motor wellicht ventileren over. Hogere uitlaatgastemperaturen kunnen schade aan het roetfilter of andere Wanneer u uw auto stopt en de motor delen van de auto veroorzaken. Vermijd gedurende langere tijd stationair laat snel optrekken en hard afremmen en laat draaien, raden we aan dat u een van de uw auto onmiddellijk repareren.
Pagina 152
Motor starten en stoppen Er wordt aangeraden het volgende uit te MOTOR UITSCHAKELEN voeren voor een veilige en correcte werking: Auto's met een turbocompressor • Gebruik een verlengkabel die geschikt is voor buitengebruik en koude temperaturen. De kabel moet over een duidelijke markering beschikken die WAARSCHUWING: Zet de motor aangeeft dat deze geschikt is voor...
Pagina 153
Motor starten en stoppen Motorblokverwarming gebruiken De stekker van de motorblokverwarming bevindt zich op een van de volgende plaatsen: • Onder de motorkap. • In de omlijsting van de mistlamp voor. • Onderste grille vooraan. Zorg dat de stekkerpennen voor gebruik schoon en droog zijn.
Pagina 154
Unieke rijeigenschappen • Als u de transmissie in handgeschakeld AUTO-START-STOP - (M) hebt gezet. AUTOMATISCHE • Als uw auto zich op een steile helling TRANSMISSIE bevindt. • Als de motor wordt opgewarmd. • Als de buitentemperatuur te laag of te WAARSCHUWING: Schakel de hoog is.
Pagina 155
Unieke rijeigenschappen N.B.: De motor stopt als u in de Druk opnieuw op de schakelaar om het parkeerstand (P) of neutraal (N) schakelt, systeem weer in te schakelen. ongeacht of u het rempedaal al dan niet intrapt. WAARSCHUWING: Voor het N.B.: Stuurbekrachtiging wordt systeem moet de motor wellicht uitgeschakeld wanneer de motor is...
Pagina 156
Unieke rijeigenschappen • Als de acculading te laag is of de AUTO-START-STOP - temperatuur van de accu buiten het HANDGESCHAKELDE optimale bedrijfsbereik ligt. TRANSMISSIE • Om het interieurklimaat te behouden of beslaan van de ruiten te voorkomen. Het systeem start de motor opnieuw onder WAARSCHUWING: Zet het bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld: contact steeds uit en schakel de...
Pagina 157
Unieke rijeigenschappen Het systeem in- en uitschakelen De indicatielamp van Auto-Start-Stop brandt grijs en Het systeem wordt ingeschakeld E146361 is doorstreept wanneer het wanneer u het contact aanzet. systeem niet beschikbaar is. Druk op de schakelaar om het uit N.B.: U kunt de reden waarom het systeem te schakelen.
Pagina 158
Unieke rijeigenschappen Wanneer EcoSelect is ingeschakeld tijdens het rijden, kunt u het volgende opmerken: • Wijzigingen in motorgedrag. • Beperkte acceleratieprestaties. • Lagere snelheids ventilatormotor. EcoSelect in- en uitschakelen Druk op de toets. E194390 N.B.: Het blijft ingeschakeld tot u het uitschakelt.
Pagina 159
Brandstof en tanken • Autobrandstoffen kunnen schadelijk VEILIGHEIDSMAATREGELEN of fataal zijn indien deze worden ingeslikt. Brandstof is erg giftig en kan indien ingeslikt dodelijke of WAARSCHUWING: Tank de permanente verwondingen brandstoftank niet te vol. De druk in een veroorzaken. Als brandstof wordt overvolle tank kan lekkage veroorzaken ingeslikt, roep dan onmiddellijk de hulp en leiden tot het naar buiten spuiten van...
Pagina 160
Brandstof en tanken BRANDSTOFKWALITEIT - BRANDSTOFKWALITEIT - BENZINE DIESEL WAARSCHUWING: Meng diesel WAARSCHUWING: Meng diesel niet met benzine, gasohol of alcohol. Dit niet met benzine, gasohol of alcohol. Dit kan een explosie veroorzaken. kan een explosie veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik geen Gebruik diesel die voldoet aan de gelode benzine of benzine met specificatie EN 590, of de betreffende...
Pagina 161
Brandstof en tanken • Houd het spuitstuk van de OPRAKEN VAN DE brandstofpomp in contact met het BRANDSTOF brandstofreservoir tijdens het vullen. • Gebruik geen inrichting om de Wanneer de brandstoftank helemaal leeg handgreep van de brandstofpomp op raakt, kan dit schade aan de auto zijn plaats te houden.
Pagina 162
Brandstof en tanken TANKEN Overzicht tanksysteem E157452 E267248 3. Vul de tank bij met brandstof uit het brandstofreservoir. Tankklep. 4. Verwijder de tanktrechter. Vulklep brandstoftank. 5. Sluit de tankklep volledig. Brandstofvulleiding. 6. Reinig de tanktrechter en plaats deze Uw auto beschikt niet over een tankdop. terug in de auto of gooi deze weg in overeenstemming met de regelgeving.
Pagina 163
Brandstof en tanken WAARSCHUWING: Het brandstofsysteem kan onder druk staan. Als u een sissend geluid hoort bij de tankinlaat, tank dan niet voordat het geluid gestopt is. Anders kan er brandstof naar buiten spuiten, wat tot ernstig letsel kan leiden. WAARSCHUWING: Wrik de vulklep van de brandstoftank niet open.
Pagina 164
Brandstof en tanken E206912 5. Bedien het spuitstuk van de brandstofpomp binnen de getoonde afstand. E139202 3. Breng het vulpistool van de brandstofpomp in tot het eerste E119081 streepje op het vulpistool A. Laat het vulpistool rusten op de 6. Wanneer u klaar bent met tanken, tilt brandstofvulleiding.
Pagina 165
Brandstof en tanken Deze gegevens zijn bedoeld voor het vergelijken van merken en modellen. Ze Mededeling zijn niet bedoeld als weergave van het Controleer opening brandstoftank werkelijke brandstofverbruik van uw auto. Het brandstofverbruik onder Ga als volgt te werk als het bericht praktijkomstandigheden is afhankelijk van verschijnt: een groot aantal factoren, bijvoorbeeld...
Pagina 166
Brandstof en tanken • Specifieke accessoires toevoegen aan uw auto, zoals vliegenweringen, dakdragers of lichtbalken, treeplanken en skirekken. • Brandstofmengsel met alcohol gebruiken. Zie Brandstofkwaliteit (bladzijde 156). • Het brandstofverbruik kan dalen bij lagere temperaturen. • Het brandstofverbruik kan stijgen wanneer u korte afstanden rijdt.
Pagina 167
Motoremissieregeling • Zet het contact niet uit tijdens het KATALYSATOR - BENZINE rijden. • Gebruik geen brandstof met lood. • U dient te voorkomen dat de brandstof WAARSCHUWING: Laat de motor opraakt. niet stationair draaien en parkeer of rij niet op droog gras of ander droog N.B.: Resulterende schade aan onderdelen materiaal.
Pagina 168
Motoremissieregeling De AdBlue®-tank vullen SYSTEEM SELECTIEVE KATALYTISCHE REDUCTIE Uw auto heeft een systeem voor selectieve katalytische reductie. Dat beperkt de emissieniveaus door AdBlue® in het uitlaatsysteem te injecteren. De motor start niet als u het systeem voor selectieve katalytische reductie manipuleert of dit systeem uitschakelt.
Pagina 169
Motoremissieregeling AdBlue®-tank vullen in een 3. Plaats het vulpistool voor AdBlue® tankstation volledig in de tank. WAARSCHUWING: Zorg dat er geen dieseluitlaatvloeistof (AdBlue) in contact komt met de ogen, huid of kleding. Als de vloeistof in contact komt met de ogen, spoel ze dan direct met veel water schoon en roep medische hulp in.
Pagina 170
Motoremissieregeling AdBlue®-tank vullen via een container WAARSCHUWING: Zorg dat er geen dieseluitlaatvloeistof (AdBlue) in contact komt met de ogen, huid of kleding. Als de vloeistof in contact komt met de ogen, spoel ze dan direct met veel water schoon en roep medische hulp in.
Pagina 171
Motoremissieregeling Het AdBlue®-peil controleren Het verbruik van AdBlue® wordt gespecificeerd voor een voertuigmodel en Selecteer Instellingen met de niet voor een specifieke auto. bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel. Waarschuwingslamp systeem selectieve katalytische reductie 2. Selecteer Voertuigonderhoud. 3. Selecteer DEF-meter. De waarschuwingslamp gaat branden als het systeem Status van het AdBlue®-peil...
Pagina 172
Motoremissieregeling Mededeling Handeling AdBlue®-peil laag Geen motorstart over XXXX AdBlue®-tank leeg. De AdBlue®-tank is leeg. De motor start niet opnieuw Bijvullen om motor te wanneer u het contact uitzet. Vul de AdBlue®-tank bij. De starten minimale hoeveelheid AdBlue® die moet worden bijgevuld om de motor opnieuw te starten, is te vinden in het informa- tiedisplay.
Pagina 173
Motoremissieregeling Regeneratie roetfilter Als hulpmiddel bij passieve regeneratie is benzinemotor het raadzaam dat u af en toe een ritje maakt, waarbij: Deeltjes in het uitlaatgas worden • u rijdt in uiteenlopende opgehoopt in het roetfilter van de omstandigheden, inclusief op de benzinemotor, waardoor dit na verloop van autosnelweg gedurende minstens 20 tijd verstopt raakt.
Pagina 174
Motoremissieregeling Informatiemeldingen regeneratie roetfilter benzinemotor Mededeling Handeling Limiet roetfilter bereikt Nu • u rijdt in uiteenlopende omstandigheden, inclusief op rijden om te reinigen de autosnelweg gedurende minstens 20 minuten of totdat het bericht verdwijnt. • u langdurig stationair draaien van de motor vermijdt. •...
Pagina 175
Motoremissieregeling Automatische regeneratie van • Zet het contact niet uit tijdens het roetfilter rijden. • Negeer geen waarschuwingslampjes of informatieberichten over de reiniging WAARSCHUWING: Laat de motor en regeneratie van het uitlaatsysteem. niet stationair draaien of parkeer de auto N.B.: Dit kan schade veroorzaken die niet niet op droge bladeren, droog gras of onder de voertuiggarantie valt.
Pagina 176
Motoremissieregeling het systeem het roetfilter door de Automatische regeneratie verhoogt de roetdeeltjes te oxideren. De reiniging vindt uitlaattemperatuur om de roetdeeltjes te onder normale bedrijfsomstandigheden verwijderen. Tijdens de reiniging worden van de motor plaats in meer of mindere roetdeeltjes omgezet in onschadelijke mate, afhankelijk van de gassen.
Pagina 177
Motoremissieregeling Handmatige regeneratie van • Parkeer uw auto op minstens 3 m roetfilter afstand van obstakels en materialen (indien aanwezig) die eenvoudig kunnen ontbranden of smelten, zoals papier, bladeren, brandstoffen, plastic en ander droog WAARSCHUWING: Laat de motor organisch materiaal. niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge bladeren, droog gras of •...
Pagina 178
Motoremissieregeling Handmatige regeneratie starten Afhankelijk van de hoeveelheid roetdeeltjes die door het roetfilter zijn U kunt handmatige regeneratie alleen verzameld, varieert het regeneratieproces, starten via het informatiedisplay terwijl de afhankelijk van de buitentemperatuur en motor op normale bedrijfstemperatuur de hoogte. Handmatige regeneratie kan draait.
Pagina 179
Motoremissieregeling Informatiemeldingen regeneratie roetfilter Mededeling Handeling Limiet roetfilter bereikt Nu • U rijdt in uiteenlopende omstandigheden, inclusief op rijden om te reinigen de autosnelweg gedurende minstens 20 minuten of totdat het bericht verdwijnt. • U langdurig stationair draaien van de motor vermijdt. •...
Pagina 180
Transmissie HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE Algemene informatie Laat uw hand niet op de versnellingshendel rusten tijdens het rijden en gebruik de versnellingshendel niet om voorwerpen aan te hangen of te ondersteunen. Dit kan schade aan de transmissie veroorzaken die niet onder de voertuiggarantie valt. Rijd niet met uw voet op het koppelingspedaal en gebruik het E99067...
Pagina 181
Transmissie Parkeerstand (P) SelectShift gebruiken In de parkeerstand (P) wordt geen Zet de keuzehendel in handgeschakeld (M) aandrijfkracht op de aangedreven wielen om de functie in te schakelen. overgebracht en is de transmissie • Druk op de knop + om op te schakelen. geblokkeerd.
Pagina 182
Transmissie 2. Zoek de hendel van de inschakelblokkering. WAARSCHUWING: Wanneer u deze procedure uitvoert, moet u de transmissie uit de parkeerstand (P) zetten, zodat uw auto vrij kan rollen. Om te voorkomen dat de auto zich ongewenst verplaatst, trekt u altijd de parkeerrem volledig aan voordat u deze procedure uitvoert.
Pagina 183
Elektronisch zelfsperrend differentieel ELEKTRONISCH ZELFSPERREND DIFFERENTIEEL – PROBLEMEN OPLOSSEN Elektronisch zelfsperrend differentieel – informatiemeldingen Mededeling Omschrijving Controleer elektronisch Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel geregeld sperdifferentieel mogelijk controleren. Elektronisch geregeld Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel sperdifferentieel uit Zie mogelijk controleren.
Pagina 184
Remmen en het gebied daaromheen op vuil of ALGEMENE INFORMATIE voorwerpen die de beweging van het pedaal kunnen hinderen. Als u niets ziet N.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden wat het gaspedaal blokkeert maar de hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een metaal situatie zich blijft voordoen, laat u uw auto op metaal geluid, een voortdurend schurend naar de dealer slepen voor reparatie.
Pagina 185
Remmen Trap het rempedaal stevig in. PARKEERREM - 2. Trek de parkeerremhendel helemaal HANDGESCHAKELDE omhoog. TRANSMISSIE N.B.: Druk de ontgrendelknop terwijl u de parkeerrem omhoog trekt. N.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een WAARSCHUWING: Trek de helling en naar boven wijst, schakelt u in de parkeerrem altijd volledig aan.
Pagina 186
Remmen 2. Als de sensoren detecteren dat uw auto op een helling staat, wordt het WAARSCHUWING: U blijft te allen systeem automatisch ingeschakeld. tijde verantwoordelijk voor het besturen 3. Wanneer u uw voet van het rempedaal van uw auto en het zo nodig in en haalt, blijft uw auto ongeveer twee tot uitschakelen van het systeem.
Pagina 187
Aandrijfregeling N.B.: Het systeem wordt ingeschakeld WERKING wanneer u het contact aanzet. Het tractieregelsysteem helpt het N.B.: Als u de aandrijfregeling uitschakelt, doordraaien van aangedreven wielen en blijft de stabiliteitsregeling ingeschakeld. verlies van tractie te voorkomen. N.B.: Het systeem wordt uitgeschakeld als Indien uw auto begint te schuiven, laat het er een storing is.
Pagina 188
Stabiliteitsregeling WERKING als mogelijke gevolgen verlies van de controle over het stuur, kantelen van de auto en (dodelijke) verwondingen. Als uw systeem voor elektronische WAARSCHUWING: Aanpassingen stabiliteitsregeling geactiveerd wordt, van de auto, bijvoorbeeld aan het VERMINDER UW SNELHEID. remsysteem, achteraf gemonteerde imperialen, wielophanging, besturingssysteem en wiel- en Het systeem wordt automatisch...
Pagina 189
Stabiliteitsregeling Elektronische stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ervoor dat uw auto minder snel gaat slippen of opzij schuiven door de remmen op één of meer wielen apart toe te passen en, indien nodig, het motorvermogen te beperken. Rol/stabiliteitsregeling (RSC) Het systeem zorgt ervoor dat uw auto minder snel zal kantelen door de kantelbeweging van uw auto en de snelheid waarmee dit verandert te...
Pagina 190
Parkeerhulp (indien aanwezig) Het is raadzaam dat u even de tijd neemt WERKING om vertrouwd te worden met het systeem en de beperkingen door dit hoofdstuk te lezen. WAARSCHUWING: Het systeem Het sensorsysteem waarschuwt de detecteert mogelijk geen voorwerpen bestuurder voor obstakels binnen een met oppervlakken die reflectie bepaalde afstand tot uw auto.
Pagina 191
Parkeerhulp (indien aanwezig) N.B.: Er is een kleiner dekkingsgebied bij de buitenhoeken. WAARSCHUWING: Om letsel te voorkomen, moet u altijd voorzichtig zijn in de achteruit (R) en als u het sensorsysteem gebruikt. WAARSCHUWING: Het parkeerhulpsysteem kan u alleen helpen om voorwerpen te detecteren wanneer uw auto tegen parkeersnelheid rijdt.
Pagina 192
Parkeerhulp (indien aanwezig) Indicatie van afstand tot object • Naarmate de afstand tot het object afneemt, gaan de aanduidingsblokken (indien aanwezig) branden en richting het pictogram van Wanneer u in de achteruit (R) schakelt, een auto bewegen. geeft het systeem via het informatiedisplay •...
Pagina 193
Parkeerhulp (indien aanwezig) De sensoren werken als de transmissie in Als de transmissie in een vooruitversnelling een andere stand dan de parkeerstand (P) staat, geeft het systeem geluidssignalen staat. Wanneer het parkeerhulpsysteem wanneer de auto in beweging is en binnen een geluidssignaal produceert, kan het het detectiegebied een object wordt audiosysteem het ingestelde volume...
Pagina 194
Parkeerhulp (indien aanwezig) N.B.: Als het gedetecteerde object zich op Wanneer u in neutraal (N) schakelt, geeft 30 cm of minder van uw auto bevindt, blijft het systeem alleen een visuele indicatie de visuele indicatie aan. als uw auto rijdt tegen een snelheid van circa 8 km/h of minder, bijvoorbeeld wanneer uw auto in beweging is op een helling en het systeem een object...
Pagina 195
Parkeerhulp (indien aanwezig) Het systeem gebruikt de buitenste parkeerhulpsensoren voor en achter om objecten te detecteren die zich in de buurt van de zijkanten van uw auto bevinden. Het systeem geeft de objecten weer op een virtuele kaart in het informatiedisplay terwijl uw auto de objecten passeert.
Pagina 196
Parkeerhulp (indien aanwezig) Indicatie van afstand tot object Wanneer u in een vooruitversnelling schakelt, geeft het systeem een (indien aanwezig) geluidssignaal en een visuele indicatie wanneer de auto rijdt tegen een snelheid van circa 8 km/h of minder en het systeem een object binnen de detectiezone detecteert.
Pagina 197
Parkeerhulp (indien aanwezig) N.B.: Als u een band vervangt, moet het systeem opnieuw worden gekalibreerd en WAARSCHUWING: U bent steeds kan het wellicht korte tijd niet naar behoren verantwoordelijk voor de bediening van werken. uw auto. Het systeem is bedoeld als hulpmiddel en is ontheft de bestuurder Het systeem werkt wellicht niet correct niet van zijn plicht om tijdens het rijden...
Pagina 198
Parkeerhulp (indien aanwezig) Actieve parkeerhulp gebruiken Fileparkeren Het systeem detecteert beschikbare Een actieve parkeerhulpmodus parkeerplekken voor fileparkeren en stuurt selecteren uw auto in de parkeerplek. U bedient het Druk één keer op de knop om gaspedaal, de transmissie en de remmen. fileparkeren in te schakelen.
Pagina 199
Parkeerhulp (indien aanwezig) N.B.: Als u minder dan 0,5 m of meer dan N.B.: Als het systeem detecteert dat een 1,5 m van andere geparkeerde voertuigen object zich erg dicht bij uw auto bevindt en rijdt, is het systeem wellicht niet in staat een het onveilig kan zijn om door te gaan met beschikbare parkeerplek te detecteren.
Pagina 200
Parkeerhulp (indien aanwezig) Wanneer actieve parkeerhulp de besturing Bepaalde voertuigomstandigheden kunnen overneemt, kan het systeem onder het systeem ook uitschakelen, zoals: bepaalde omstandigheden de remmen • Het systeem voor de aandrijfregeling inschakelen om te vertragen of de auto tot wordt geactiveerd of is defect. stilstand te brengen.
Pagina 201
Parkeerhulp (indien aanwezig) Rijd circa 1 m met de auto en evenwijdig N.B.: Als het systeem detecteert dat een met andere geparkeerde voertuigen object zich erg dicht bij uw auto bevindt en wanneer u een parkeerplek zoekt. het onveilig kan zijn om door te gaan met het manoeuvre, kan het u instructies geven N.B.: Als u minder dan 0,5 m of meer dan om uw auto te stoppen.
Pagina 202
Parkeerhulp (indien aanwezig) Wanneer actieve parkeerhulp de besturing Bepaalde voertuigomstandigheden kunnen overneemt, kan het systeem onder het systeem ook uitschakelen, zoals: bepaalde omstandigheden de remmen • Het systeem voor de aandrijfregeling inschakelen om te vertragen of de auto tot wordt geactiveerd of is defect. stilstand te brengen.
Pagina 203
Parkeerhulp (indien aanwezig) N.B.: Als het systeem detecteert dat een N.B.: U blijft verantwoordelijk voor het object zich erg dicht bij uw auto bevindt en besturen van uw auto en u moet ervoor het onveilig kan zijn om door te gaan met zorgen dat het pad vrij is voordat u zich in het manoeuvre, kan het u instructies geven het verkeer begeeft.
Pagina 204
Parkeerhulp (indien aanwezig) Symptoom Mogelijke oorzaak Er is onvoldoende ruimte in de parkeerplek om de auto veilig te kunnen parkeren. Er is onvoldoende ruimte voor de parkeermanoeuvre aan de andere kant van de parkeerplek. De parkeerplek is verder weg dan 1,5 m of dichterbij dan 0,5 m.
Pagina 205
Parkeerhulp (indien aanwezig) ACHTERUITKIJKCAMERA WAARSCHUWING: Het achteruitkijkcamerasysteem is een aanvullend hulpmiddel bij het achteruitrijden, dat de bestuurder steeds samen met de binnen- en buitenspiegels moet gebruiken voor een maximaal zicht. WAARSCHUWING: De camera detecteert wellicht geen voorwerpen die zich erg dicht bij uw auto bevinden. E165580 WAARSCHUWING: Rijd langzaam Achteruitkijkcamera inschakelen...
Pagina 206
Parkeerhulp (indien aanwezig) De lijnen tonen een geprojecteerd voertuigpad en de afstand bij benadering vanaf de achterbumper tot een voorwerp. E142132 Rode zone. Oranje zone. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 207
Parkeerhulp (indien aanwezig) Groene zone. Middenlijn van de geprojecteerde route van de auto. N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger toont de camera de richting van de auto en niet de richting van de aanhanger. N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger worden de lijnen niet weergegeven op het scherm.
Pagina 208
Snelheidsregeling N.B.: De snelheidsregeling wordt WERKING uitgeschakeld als uw rijsnelheid meer dan 16 km/h onder de ingestelde snelheid daalt Via de cruise control kan een ingestelde terwijl u bergop rijdt. snelheid worden aangehouden zonder uw voet op het gaspedaal te houden. U kunt Cruise control inschakelen de snelheidsregeling gebruiken bij een rijsnelheid hoger dan 30 km/h.
Pagina 209
Snelheidsregeling Cruise control uitschakelen WAARSCHUWING: Gebruik het Druk kort op OFF als het systeem stand-by systeem niet wanneer u een aan staat of schakel het contact uit. aanhanger sleept met een achteraf N.B.: U wist de ingestelde snelheid wanneer aangesloten elektronisch remsysteem u het systeem uitschakelt.
Pagina 210
Snelheidsregeling U bedient de adaptieve snelheidsregeling Als het systeem een voertuig voor u via het stuurwiel. detecteert, verschijnt een afbeelding van het voertuig op het informatiedisplay. Adaptieve snelheidsregeling N.B.: Als de adaptieve snelheidsregeling is inschakelen ingeschakeld, kan de snelheidsmeter licht afwijken van de ingestelde snelheid die in Druk kort op de schakelaar.
Pagina 211
Snelheidsregeling Uw auto houdt een constante afstand aan Druk hier kort op om de afstand tot het voertuig voor u, totdat: te verkleinen. E263697 • het voertuig voor u sneller gaat rijden Druk hier kort op om de afstand dan de snelheid die u hebt ingesteld. te vergroten.
Pagina 212
Snelheidsregeling Het systeem onderbreken N.B.: Als u het koppelingspedaal lange tijd intrapt, wordt met deze actie ook de ingestelde snelheid geannuleerd. WAARSCHUWING: Als u het Ingestelde snelheid hervatten systeem onderbreekt door het gaspedaal in te trappen, gebruikt het systeem niet Druk kort op de schakelaar.
Pagina 213
Snelheidsregeling Kies een lagere versnelling als het systeem wordt ingeschakeld in situaties zoals langdurig bergaf rijden op steile hellingen, bijvoorbeeld in berggebieden. Het systeem moet in deze situaties aanvullend remmen op de motor, om de belasting op het reguliere remsysteem van de auto te verminderen en om te voorkomen dat dit oververhit raakt.
Pagina 214
Snelheidsregeling Geblokkeerde sensor Wanneer de voorkant van uw auto door iets geraakt wordt of als er schade ontstaat, kan de zone voor radardetectie gewijzigd worden. Dit kan ertoe leiden dat voertuigen niet of bij vergissing worden gedetecteerd. Raadpleeg zo snel mogelijk een erkende dealer.
Pagina 215
Snelheidsregeling Oorzaak Handeling Opspattend water, sneeuw of ijs op het Gebruik het systeem niet in dergelijke wegdek verstoort de radarsignalen. omstandigheden, omdat voorliggers mogelijk niet worden gedetecteerd. U bevindt zich in de woestijn of in een Wacht even of schakel over op normale afgelegen gebied zonder andere voertuigen snelheidsregeling.
Pagina 216
Rijhulpmiddelen SNELHEIDSBEGRENZER Snelheidsafname instellen Annuleren en hervatten Werkprincipe N.B.: De ingestelde snelheidslimiet kan gedurende een korte periode doelbewust worden overschreven (bijvoorbeeld tijdens WAARSCHUWING: Wanneer u inhalen). een heuvel afrijdt, kan de voertuigsnelheid hoger worden dan de Het systeem in- en uitschakelen ingestelde snelheid.
Pagina 217
Rijhulpmiddelen Systeemwaarschuwingen U kunt wisselen tussen de modi voor snelheidsbegrenzing met behulp van het Als u de ingestelde snelheid per ongeluk informatiedisplay. Zie Algemene overschrijdt, knippert de controlelamp voor informatie (bladzijde 89). de ingestelde snelheid op het Via het grenswaardemenu in het informatiedisplay en klinkt er een informatiedisplay kunt u een permanente geluidssignaal ter waarschuwing.
Pagina 218
Rijhulpmiddelen U kunt de ingestelde snelheid aanpassen • u overschrijdt de ingestelde snelheid in kleine of grote stappen. Druk de doelbewust. wisseltoets één keer omhoog of omlaag • u overschrijdt de ingestelde snelheid om de ingestelde snelheid in kleine onbedoeld, bijvoorbeeld wanneer u stappen aan te passen.
Pagina 219
Rijhulpmiddelen Waarschuwingen systeem bestuurderswaarschuwing WAARSCHUWING: Onder koude en barre weersomstandigheden is het Het waarschuwingssysteem heeft twee mogelijk dat het systeem niet werkt. fasen: Regen, sneeuw en opspattend water Er wordt een tijdelijke waarschuwing kunnen de prestaties van de sensor afgegeven die u aanraadt een beperken.
Pagina 220
Rijhulpmiddelen Bestuurderswaarschuwing in- en uitschakelen Selecteer Bestuurdersas. met de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel. 2. Schakel Driver Alert in of uit. N.B.: Het systeem blijft in- of uitgeschakeld, E249477 afhankelijk van de laatste instelling. Uw berekende alertheidsniveau is laag. Bestuurderswaarschuwing resetten Breng de auto tot stilstand en neem een pauze zodra dit veilig kan.
Pagina 221
Rijhulpmiddelen SYSTEEM VERLATEN RIJSTROOK WAARSCHUWING: Het systeem werkt wellicht niet correct als uw auto is uitgerust met een niet door ons goedgekeurde wielophangingsset. WAARSCHUWING: U bent steeds verantwoordelijk voor de bediening van Het systeem is ontworpen om u te uw auto. Het systeem is bedoeld als waarschuwen door tijdelijke hulpmiddel en is ontheft de bestuurder stuurassistentie of een trilling van het...
Pagina 222
Rijhulpmiddelen Systeem rijstrookbewaking in- en N.B.: Het systeem onthoudt de uitschakelen laatstgekozen instelling. De gevoeligheid van het systeem voor rijstrookbewaking aanpassen Selecteer Bestuurdersas. met de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel. 2. Selecteer Lane Keeping System. 3. Selecteer Gevoeligheid. 4.
Pagina 223
Rijhulpmiddelen Weergave systeem rijstrookbewaking E313922 E165517 Wanneer het systeem is uitgeschakeld, wordt de systeemindicator of de Waarschuwingsmodus. rijstrookmarkeringen niet weergegeven. Hulpmodus. Controlelampen systeem verlaten N.B.: De afbeelding illustreert de algemene rijstrook dekking van de zone. Ze geeft geen exacte parameters van de zone. Gaat branden in het E251020 informatiedisplay wanneer u het...
Pagina 224
Rijhulpmiddelen Kleuren-informatiedisplay Richtingaanwijzer Systeemstatus Grijs. Niet beschikbaar. Groen. Beschikbaar. Oranje. Tijdelijke stuurassistentie. Rood. Tijdelijke stuurassistentie en trilling van het stuurwiel. Waarschuwingslamp systeem verlaten rijstrook Gaat wellicht branden wanneer u het systeem uitschakelt. Als deze lamp brandt tijdens het rijden, dan wijst dit op een storing. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Pagina 225
Rijhulpmiddelen Het dodehoekinformatiesysteem gebruiken WAARSCHUWING: Het systeem werkt mogelijk niet goed bij erg slecht Auto's met automatische transmissie weer, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, zware regenval en motregen. Wees altijd Het systeem wordt ingeschakeld wanneer voorzichtig en oplettend tijdens het aan de volgende voorwaarden is voldaan: rijden.
Pagina 226
Rijhulpmiddelen Het systeem in- en uitschakelen N.B.: Het systeem zal u wellicht niet waarschuwen als een voertuig snel door de U kunt het systeem uitschakelen via het detectiezone rijdt. informatiedisplay. Zie Algemene informatie (bladzijde 89). Wanneer u het Geblokkeerde sensoren systeem uitschakelt, gaat een waarschuwingslampje branden en wordt er een bericht weergegeven.
Pagina 227
Rijhulpmiddelen Herkenning kruisend verkeer gebruiken WAARSCHUWING: Het systeem werkt mogelijk niet goed bij erg slecht Het systeem is ontworpen om voertuigen weer, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, zware te detecteren die naderen met een regenval en opspattend water. Wees snelheid van 6 km/h tot 60 km/h. Het altijd voorzichtig en oplettend tijdens het bereik neemt af wanneer de sensoren rijden.
Pagina 228
Rijhulpmiddelen E142441 N.B.: Geblokkeerde sensoren kunnen de Het bereik neemt ook af wanneer u systeemprestaties beïnvloeden. parkeert onder een smalle hoek. De sensor aan de linkerzijde is bijna volledig Als de sensoren zijn geblokkeerd, kan er geblokkeerd en het bereik aan die kant een bericht op het informatiescherm wordt ernstig beperkt.
Pagina 229
Rijhulpmiddelen Herkenning kruisend verkeer in- en Controlelampje herkenning uitschakelen kruisend verkeer Selecteer Bestuurdersas. met de Wanneer het systeem een bedieningstoetsen voor het naderend voertuig detecteert, E268294 informatiedisplay op het stuurwiel. klinkt een geluidssignaal, gaat een controlelampje branden in de 2. Cross Traffic Alert in- of uitschakelen. betreffende buitenspiegel en worden pijlen N.B.: Als u het systeem tijdelijk uitschakelt, weergegeven in het informatiedisplay om...
Pagina 230
N.B.: Breng altijd Originele Ford Onderdelen voorzichtig en oplettend te zijn. Als u aan wanneer gloeilampen voor de deze instructie niet opvolgt, kan dit koplampen worden vervangen.
Pagina 231
Rijhulpmiddelen 6. Selecteer een instelling en druk op de Het systeem geeft herkenbare knop OK. verkeersborden als volgt weer in vier stappen: Weergave systeem verkeersbord- Alle nieuwe verkeersborden worden herkenning met meer helderheid weergegeven dan andere. 2. Na een vooraf bepaalde tijd worden ze normaal weergegeven.
Pagina 232
WAARSCHUWING: U bent steeds door ons goedgekeurde wielophangingsset. verantwoordelijk voor de bediening van N.B.: Breng altijd Originele Ford Onderdelen de auto. Het systeem is bedoeld als aan wanneer gloeilampen voor de hulpmiddel en ontheft de bestuurder niet koplampen worden vervangen.
Pagina 233
Rijhulpmiddelen Weergave systeem verkeersbord- 3. Selecteer Verkeersbordherk. aan. herkenning 4. Selecteer Snelh.-waarsch. activeren. 5. Selecteer Snelheidswaarschuwing. 6. Selecteer een instelling en druk op de knop OK. N.B.: Het systeem onthoudt de laatst gekozen instelling wanneer u de auto start. E318471 Wanneer het systeem een verkeersbord met maximumsnelheid detecteert, verschijnt de maximumsnelheid in het...
Pagina 234
Rijhulpmiddelen Het huidig efficiëntieniveau bekijken De efficiënte rijmodus weergeven Selecteer MyView met de Selecteer Bestuurdersas. met de bedieningstoetsen voor het bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel. informatiedisplay op het stuurwiel. 2. Selecteer Eco-coach. De weergavering kan informatie bieden over de maximumsnelheid, oprit naar de Tripoverzicht autosnelweg, helling, bocht, zebrapad, enz.
Pagina 235
E156130 dan Ford. Voer geen voorruitreparaties Als uw auto een stationair voertuig, een uit in de omgeving van de sensor. voertuig of fietser die in dezelfde richting...
Pagina 236
Rijhulpmiddelen Functieniveau Omschrijving Waarschuwing Als het systeem actief is, knippert een waarschuwingslamp en klinkt er een waarschuwingssignaal. Ondersteuning remsys- Het systeem is ontworpen om de snelheid bij impact te teem minderen door de remmen voor te bereiden om snel te remmen.
Pagina 237
Rijhulpmiddelen Instellingen gevoeligheid afstandswaarschuwing Om de instellingen voor de gevoeligheid van de afstandswaarschuwing aan te passen, gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren: Menu-item Handeling Bestuurdersas. Druk op de menutoets. Pre-Collision Assist Druk op de OK-toets.
Pagina 238
Rijhulpmiddelen Sensoren Pre-Collision Assist- systeem Auto's zonder adaptieve snelheidsregeling E244279 De radarsensor bevindt zich achter de E243054 grille, onder de kentekenplaat. De camera is achter de binnenspiegel N.B.: Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs gemonteerd. en ernstige vuilaanslag. N.B.: Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs N.B.: Reinig de sensoren niet met scherpe en ernstige vuilaanslag.
Pagina 239
Rijhulpmiddelen Informatiemeldingen Pre-Collision Assist Mededeling Handeling Pre-Collision Assist niet Het systeem heeft niet correct gewerkt. Laat uw auto zo snel beschikbaar mogelijk controleren. Pre-Collision Assist niet De sensoren zijn vuil. Reinig de sensoren. Als het bericht blijft beschikbaar Sensor verschijnen, laat uw auto dan zo snel mogelijk controleren. geblokkeerd De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke oorzaken en handelingen waarvoor een bericht kan wordt weergegeven dat de sensor is geblokkeerd.
Pagina 240
Huidige informatie over autosnelweg WAT IS HUIDIGE INFORMATIE OVER AUTOSNELWEG Het systeem is ontworpen om actuele informatie over de weg voor u te bieden. HUIDIGE INFORMATIE OVER AUTOSNELWEG INSCHAKELEN N.B.: Zorg dat de modem is ingeschakeld. Zie Verbonden voertuig (bladzijde 327). Selecteer Instellingen.
Pagina 241
Transport N.B.: Wanneer u lange voorwerpen in uw ALGEMENE INFORMATIE auto laadt, zoals bijvoorbeeld buizen, houten planken of meubels, moet u voorzichtig zijn dat u de interieurbekleding WAARSCHUWING: Zorg dat u niet beschadigt. voorwerpen in de bagageruimte goed vastmaakt. Als u deze instructie niet BAGAGEVERANKE- opvolgt, kan dit leiden tot verwondingen bij bruusk remmen of een botsing.
Pagina 242
Transport Bij auto's met een reservewiel van de standaard afmeting kan de laadvloer Waarde maximumlading worden afgesteld in twee standen. De 3.000 N voorzijde van de laadruimtevloer kan op (voor hoge positie) of onder (voor lage positie) de randen achter de achterstoelen OPBERGRUIMTE ONDER worden geplaatst.
Pagina 243
Transport E171017 Duw de uiteinden van de bovenste balk naar elkaar toe en stop ze in de bevestigingen in het dak. Duw de balk E167370 vooruit in het smalle gedeelte van de 2. Bevestig het net aan de bevestigingen. bevestigingspunten voor de bagage. Zie Bagageverankeringspunten (bladzijde 237).
Pagina 244
Transport Net verwijderen E167371 3. Maak de riemen vast. E167372 Maak de riemen los. 2. Maak het net los van de bevestigingspunten voor de bagage. 3. Verwijder de bovenste stangen. DAKREKKEN EN BAGAGEDRAGERS WAARSCHUWING: Wanneer u een imperiaal aanbrengt, lees dan de instructies van de fabrikant en volg deze op.
Pagina 245
Wanneer u het imperiaalsysteem gebruikt, raden we aan dat u dwarsbalken als originele accessoire van Ford gebruikt die specifiek voor uw auto zijn ontworpen. Zorg dat de lading stevig is vastgezet. Controleer de bevestiging van de lading E184000 voor het rijden en bij iedere tankstop.
Pagina 246
Transport 3. Klap de onderste helft van het inklapbare schutbord omhoog. Gebruik de klem voor bevestiging in ingeklapte positie om het op zijn plaats te bevestigen. E184002 2. Schuif de borgpennen naar het midden van de auto. E184004 4. Hef het inklapbare schutbord omhoog en schuif het vooruit.
Pagina 247
Transport 5. Maak de klem voor bevestiging in 6. Klap de rugleuningen van de stoelen ingeklapte positie los en klap de op de tweede rij uit. Zie Achterbank onderste helft van het inklapbare (bladzijde 122). schutbord omlaag. E184006 6. Schuif de borgpennen naar de buitenkant van de auto.
Pagina 248
Aanhangers trekken Wanneer u een aanhanger trekt: TREKKEN VAN EEN • Volg de specifieke regelgeving van het AANHANGER land om een aanhanger te trekken. • Rijd niet sneller dan 100 km/h, zelfs als het land onder bepaalde WAARSCHUWING: Overschrijd omstandigheden hogere snelheden 100 km/h niet.
Pagina 249
Aanhangers trekken N.B.: Het maximale verticale gewicht op Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig de trekhaak van de aanhanger dat vermeld kan. Controleer het verticale gewicht op staat op het identificatieplaatje van de de trekkogel en de verdeling van de last op aanhanger, is de testwaarde van de de aanhanger.
Pagina 250
Aanhangers trekken Verwijder de beschermkap. 2. Plaats de sleutel en draai deze rechtsom om het kartelwiel te ontgrendelen. 3. Houd de trekhaak vast. Trek het kartelwiel naar buiten en draai het volledig linksom totdat het vastklikt. N.B.: Het rode merkteken op het kartelwiel moet binnen de groene lijn op de trekhaak liggen.
Pagina 251
Aanhangers trekken 2. Plaats de sleutel en draai deze linksom om het kartelwiel te vergrendelen. 3. Plaats de beschermkap. Duw deze volledig terug over het slot. 4. Draai de stekkerdoos 90° omlaag tot deze in de eindstand wordt vergrendeld. E265433 E71331 Controleer het volgende: •...
Pagina 252
Aanhangers trekken 2. Plaats de sleutel en draai deze linksom om het kartelwiel te vergrendelen. 3. Plaats de beschermkap. Duw deze volledig terug over het slot. Richtlijnen trekhaak • Vervangende sleutels zijn beschikbaar. Het is raadzaam dat u het sleutelnummer op de slotcilinder noteert.
Pagina 253
Aanhangers trekken DE AUTO OP VIER WIELEN WAARSCHUWING: De rem- en SLEPEN - AUTOMATISCHE stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de TRANSMISSIE motor draait. Trap het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden en een zwaarder draaiend stuurwiel. WAARSCHUWING: U dient het contact in te schakelen wanneer uw auto WAARSCHUWING: Als uw auto wordt gesleept.
Pagina 254
Aanhangers trekken Dat mag u in de volgende omstandigheden doen: • Uw auto is vooruit gericht, zodat deze vooruit wordt gesleept. • De keuzehendel van de transmissie staat in de stand N. Als de keuzehendel van de transmissie niet in de stand N kan worden geschakeld, moet deze wellicht worden uitgeschakeld.
Pagina 255
Tips voor het rijden GEREDUCEERD ECONOMISCH RIJDEN MOTORVERMOGEN De volgende items kunnen het brandstofverbruik verlagen: • Controleer uw bandenspanning WAARSCHUWING: Als u met de regelmatig en zorg dat de banden zijn auto blijft rijden wanneer de motor opgepompt tot de juiste spanning. Zie oververhit raakt, kan de motor zonder Bandenspanning (bladzijde 306).
Pagina 256
Tips voor het rijden INRIJDEN Banden Nieuwe banden hebben een inlooptijd van ongeveer 500 km. Gedurende deze periode kan de auto een andere rijkarakteristiek vertonen. Remmen en koppeling Vermijd indien mogelijk het intensief gebruik van de remmen en de koppeling E266447 gedurende de eerste 150 km in de stad en Rijd heel langzaam door het stilstaande...
Pagina 257
Tips voor het rijden Ga voor het verwijderen van de vloermatten in omgekeerde volgorde van WAARSCHUWING: Bevestig de installeren te werk. vloermat aan beide bevestigingen, zodat hij goed op zijn plaats blijf liggen en de N.B.: Controleer de vloermatten regelmatig werking van de pedalen niet hindert.
Pagina 258
Wat te doen bij pech ALARMKNIPPERLICHTEN BRANDSTOFAFSLUITER De schakelaar voor de alarmknipperlichten bevindt zich WAARSCHUWING: Laat het op het instrumentenpaneel. brandstofsysteem controleren wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is Gebruik de alarmknipperlichten als uw geweest. Als u deze instructie negeert, auto een veiligheidsgevaar vormt voor kan dat brand, verwondingen of de dood andere weggebruikers.
Pagina 259
Wat te doen bij pech N.B.: Diverse systeemcontroles worden N.B.: Ontkoppel de accu van de stilgevallen automatisch uitgevoerd voordat de auto auto niet, omdat dit het elektrische systeem opnieuw zal starten. Als uw auto na de van de auto kan beschadigen. derde poging niet opnieuw start, heeft het Parkeer de auto waarop u startkabels wilt systeem een storing gedetecteerd die moet...
Pagina 260
Wat te doen bij pech E130431 WAARSCHUWING: Sluit het uiteinde van de tweede kabel niet aan op de minpool (-) van de te starten accu. Een vonk kan ervoor zorgen dat de gassen rond de accu exploderen. Startkabels gebruiken E142664 Start de motor van de hulpauto en drijf het toerental wat op of trap het Sluit de positieve (+) hulpstartkabel...
Pagina 261
Wat te doen bij pech SLEEPPUNTEN Bevestigingspunt voor WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het sleepoog tot de aanslag wordt aangehaald. Als u deze instructie negeert, kan dat verwondingen tot gevolg hebben. WAARSCHUWING: U dient het contact in te schakelen wanneer uw auto wordt gesleept.
Pagina 262
Wat te doen bij pech Het sleepoog bevindt zich aan de linkerzijde van de bagageruimte. N.B.: Het sleepoog dient zich te allen tijde in uw auto te bevinden. E165019 Verwijder voorzichtig het kapje. 2. Breng het sleepoog aan. N.B.: Het is voorzien van linkse schroefdraad.
Pagina 263
Zekeringen De zekeringkast bevindt zich onder het PLAATSEN dashboardkastje. ZEKERINGENHOUDERS Trekhaakmodule Zekeringkast motorruimte E272439 De zekeringkast bevindt zich in de motorruimte. Zekeringkast interieur E272461 De zekeringkast bevindt zich aan de rechterkant in de bagageruimte. E159113 Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 264
Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringkast motorruimte E272453 Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel 20 A Koelventilator 25 A Sensor voor water in brandstof - diesel. 15 A Ruitenwissers. 15 A Ruitenwissers. 15 A Sproeierpomp achterruit. 10 A Laaddeuren achter ontgrendelen. Achterklep ontgrendelen. 20 A Hulpstroomvoorziening middenconsole achteraan.
Pagina 265
Zekeringen Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel Regensensor. 20 A Achterruitwisser. 20 A Zonneklep. 15 A Stuurkolomslot. 10 A Portier links ontgrendelen. 20 A Extra voedingspunt. 20 A Extra voedingspunten achter. USB-poort. 20 A Regelmodule dosering - diesel. 20 A Regelmodule dosering - diesel. 15 A Regelmodule dosering - diesel.
Pagina 266
Zekeringen Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel 30 A Achterportiermodule rechts. 40 A Carrosserieregelmodule. 40 A Trekhaakmodule. 20 A Stoelverwarming. 20 A Dimlicht linkerzijde. Zonneklep. 30 A Antiblokkeersysteem. Elektronische stabiliteitsregeling. 40 A Element verwarmde voorruit rechterzijde. 10 A Aircocompressorkoppeling. Transmissieregelmodule. Antiblokkeersysteem. Elektronische stabiliteitsregeling.
Pagina 267
Zekeringen Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel 20 A Computer motorregeling. Luchtmassa- en inlaatluchttemperatuursensor. 10 A Verwarmde buitenspiegels. Gewijzigde voertuigaansluiting. 20 A Claxon. 40 A Element verwarmde voorruit linkerzijde. Verwarmde sproeiers voorruit. 60 A Koelventilator 30 A Brandstofpomp. 30 A Startmotor. 60 A Gloeibougiemodule - diesel.
Pagina 268
Zekeringen Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel Module aanvullend veiligheidssysteem. Sensor temperatuur en vochtigheid interieur. Achterste ventilatormotor. 10 A Parkeerhulpregelmodule. 10 A Contactschakelaar. Drukknop contactschakelaar. 20 A Centraal vergrendelingssysteem. 10 A Gelijkstroom-omvormer. Bestuurdersportiervergrendeling. Schakelaar elektrische buitenspiegels. 30 A Bediening bestuurdersportier. Zelfdimmende binnenspiegel. Parkeerhulpcamera voor.
Pagina 269
Zekeringen Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel Instrumentenpaneel. 20 A Audioeenheid. 30 A Elektrisch bediende ruiten. Zekeringkast trekhaakmodule Locatie zekering Ampèrage Beschermd onderdeel 15 A Voedingsspanning 15 A Ontstekingssysteem. Klap de vloerbedekking onder het dashboardkastje terug. EEN ZEKERING VERVANGEN 2. Verwijder voorzichtig het kapje. Algemene informatie Zekeringkast trekhaakmodule WAARSCHUWING: Vervang een...
Pagina 270
Zekeringen Types zekeringen E267379 Micro 2. Micro 3. Maxi. Mini. M-type. J-type. J-type laag profiel. M-type met gleuven. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 271
Onderhoud Controle tijdens tanken ALGEMENE INFORMATIE • Peil van de ruitensproeiervloeistof. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 276). WAARSCHUWING: Werk niet aan • Bandenspanning Zie Verzorging van een warme motor. banden (bladzijde 294). WAARSCHUWING: Schakel het • Staat van de banden. Zie Wielen en contact uit en schakel de parkeerrem in.
Pagina 272
Onderhoud 2. Trek aan de ontgrendelhendel. E164920 3. Verplaats de vergrendelnok naar links. E87786 4. Open de motorkap en ondersteun deze met de steunbalk. Motorkap sluiten Verwijder de steunbalk uit de pal en bevestig deze correct. 2. Breng de motorkap omlaag en laat deze onder het eigen gewicht de laatste 8 tot 12 inch (20 tot 30 cm) vallen.
Pagina 276
Onderhoud 4. Steek de peilstok er weer in en zorg dat OLIEPEILSTAAF - 1.0L er helemaal in zit. ECOBOOST 5. Trek de oliestok er weer uit om het oliepeil te controleren. N.B.: Als het oliepeil tussen de MIN- en MAX-merktekens staat, is het oliepeil in orde.
Pagina 277
Onderhoud N.B.: Vul geen olie bij tot boven de MOTORKOELVLOEISTOF MAX-markering. Wordt olie tot boven de CONTROLEREN MAX-markering bijgevuld, dan kan dat motorschade tot gevolg hebben. N.B.: Absorbeer alle gemorste olie WAARSCHUWING: Voer geen onmiddellijk met een absorberende doek. koelvloeistof met het huishoudelijk afval af en laat geen koelvloeistof in de MOTORKOELVENTILATOR - riolering stromen.
Pagina 278
We raden het gebruik van gerecyclede ertoe leiden dat u de controle over uw motorkoelvloeistof niet aan omdat er nog auto verliest, met ernstig persoonlijk geen door Ford goedgekeurde letsel of de dood als gevolg. recycleprocedure beschikbaar is. Meng geen verschillende kleuren of types koelvloeistof in uw auto.
Pagina 279
Een vloeistofpeil buiten het normale Gebruik alleen vloeistof die voldoet aan de bedrijfsbereik kan de prestaties van het specificaties van Ford. Zie Inhouden en systeem negatief beïnvloeden. Laat uw specificaties (bladzijde 313). auto onmiddellijk controleren. KOPPELINGSVLOEISTOF...
Pagina 280
Onderhoud 12 VOLT ACCU VERVANGEN RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN WAARSCHUWING: Voor auto's met Auto-Start-Stop verschillen de accuvereisten. De accu moet worden vervangen door een accu van exact dezelfde specificatie. De accu zit in de motorruimte. Zie Overzicht motorruimte (bladzijde 269). E142463 Zorg dat u oude batterijen op milieuvriendelijke wijze weggooit.
Pagina 281
Onderhoud N.B.: U kunt de ruitenwisserarmen niet RUITENWISSERBLADEN handmatig naar de positie voor onderhoud ACHTERAAN VERVANGEN - verplaatsen als u het contact aanzet. AUTO'S MET: LAADDEUREN N.B.: U kunt de onderhoudsstand gebruiken ACHTER om de ruitenwisserbladen eenvoudiger te kunnen bereiken om deze vrij te maken van sneeuw en ijs.
Pagina 282
Onderhoud 3. Druk op de vergrendelklem van het RUITENWISSERBLADEN ruitenwisserblad. ACHTERAAN VERVANGEN - AUTO'S MET: HANDMATIG BEDIENDE ACHTERKLEP Til de ruitenwisserarm op. N.B.: Houd het ruitenwisserblad niet vast wanneer u de ruitenwisserarm optilt. E93785 4. Maak het ruitenwisserblad los van de wisserarm.
Pagina 283
Onderhoud Stadslicht WAARSCHUWING: Gloeilampen kunnen heet worden, laat de gloeilamp afkoelen voordat u deze verwijdert. Het niet opvolgen van dit voorschrift kan tot letsel leiden. De volgende instructies beschrijven hoe de gloeilampen moeten worden verwijderd. Breng de nieuwe gloeilampen in omgekeerde volgorde van verwijderen aan, tenzij anders is voorgeschreven.
Pagina 284
Onderhoud Draai de lamphouder linksom en 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. verwijder deze. Dimlicht koplamp Richtingaanwijzer E165495 E165477 Verwijder het afdekplaatje. Draai de gloeilamp rechtsom en verwijder ze. 2. Trek de multistekker los. N.B.: Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
Pagina 285
Onderhoud Mistlampen, voor Achterlichten E71062 Trek de multistekker los. N.B.: Raak het glas van de gloeilamp niet aan. E165484 Verwijder de bevestigingsschroeven. N.B.: De gloeilamp kan niet uit de lamphouder worden genomen. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. E165485 2.
Pagina 286
Onderhoud Centraal derde remlicht Led-binnenverlichting vooraan (indien aanwezig) Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. een erkende dealer wanneer deze defect raken. Kentekenplaatverlichting Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. een erkende dealer wanneer deze defect raken. Interieurverlichting, voor E125092 N.B.: Eventuele LED-lampen in uw auto kunnen niet worden vervangen, ga naar een...
Pagina 287
Onderhoud Lamp in bagageruimte (indien aanwezig) E163429 Verwijder de kap van de lamp. E166153 2. Verwijder het afdekplaatje. 3. Verwijder de gloeilamp. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 288
Verzorging van de auto N.B.: Sommige carwashes maken gebruik REINIGEN VAN BUITENZIJDE van water onder hoge druk. In dat geval AUTO kunnen waterdruppels binnendringen in uw auto, wat bepaalde onderdelen van uw auto Was uw auto regelmatig met koud of lauw kan beschadigen.
Pagina 289
Verzorging van de auto N.B.: Breng geen reinigingsproduct aan op N.B.: Zorg dat de polish niet in contact komt hete oppervlakken en laat geen met niet-gelakte plastic oppervlakken, wat reinigingsproduct achter op chromen dan moeilijk te verwijderen kan zijn. oppervlakken gedurende een periode die de N.B.: Breng geen polish op de voor- en aanbevolen periode overschrijdt.
Pagina 290
Verzorging van de auto Leren interieur Reinigen: (indien aanwezig) • Verwijder stof en los vuil met een N.B.: Voor het reinigen van leren stofzuiger of borstel. instrumentenpanelen en binnenbekledingen • Neem het oppervlak af met een zachte, volgt u dezelfde procedure als bij het vochtige doek en mild zeepsop.
Pagina 291
Verzorging van de auto Spiegels Reinigen: • Verwijder stof en los vuil met een Reinig de behuizing of het spiegelglas niet stofzuiger. met agressieve schuurmiddelen, brandstof • Neem het oppervlak af met een zachte, of andere petroleum- of vochtige doek en mild zeepsop. Droog ammoniakhoudende reinigingsmiddelen.
Pagina 292
Verzorging van de auto N.B.: Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van waterstoffluoride of sterk bijtende reinigingsmiddelen, staalwol, brandstoffen of sterke oplosmiddelen voor huishoudelijk gebruik. N.B.: Rijd enkele minuten met de auto wanneer u deze een langere periode wilt parkeren nadat de wielen zijn gereinigd met een wielenreiniger.
Pagina 293
Wielen en banden ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING: Gebruik de set De aanbevolen bandenspanning is te niet wanneer de band al beschadigd is vinden op het bandenlabel op de B-stijl door het rijden met een te lage aan bestuurderszijde. bandenspanning. Dit zou tot controleverlies over de auto en fataal of Controleer bij koude banden de dodelijk letsel kunnen leiden.
Pagina 294
Wielen en banden Afdichtmiddelfles WAARSCHUWING: Ga niet vlak Buis om banden op te pompen. naast de band staan wanneer de Stekker voor 12 volt gelijkstroom. compressor in bedrijf is. Dit kan tot letsel leiden wanneer de band klapt. N.B.: Zorg ervoor dat u regelmatig de houdbaarheidsdatum op de fles WAARSCHUWING: Laat de set afdichtmiddel controleert.
Pagina 295
Wielen en banden E257264 2. Draai de dop van de fles afdichtmiddel linksom en verwijder deze. E257265 4. Bevestig de fles afdichtmiddel aan de compressor. Draai de fles afdichtmiddel rechtsom totdat u sterke weerstand voelt. N.B.: Wanneer u de fles afdichtmiddel aan de compressor bevestigt, wordt het zegel doorboord.
Pagina 296
Wielen en banden E257022 6. Sluit het de stekker voor 12 volt gelijkstroom aan op het voedingspunt E257121 voor 12 volt gelijkstroom. Zie Extra voedingsaansluitingen (bladzijde 9. Pomp de band op tussen 2 3 bar. 130). N.B.: Als de bandenspanning niet binnen Start de motor.
Pagina 297
Wielen en banden N.B.: Als de bandenspanning is gedaald maar nog steeds hoger is dan 1,8 bar, gebruik dan de set om de band opnieuw op te pompen. Na gebruik van de set met afdichtmiddel voor banden WAARSCHUWING: Wanneer u heftige trillingen, onbalans in het stuurwiel of lawaai tijdens het rijden waarneemt, minder dan geleidelijk...
Pagina 298
Wielen en banden • Controleer regelmatig de Om ervoor te zorgen dat de voor- en bandenspanning tot de band is achterbanden van uw auto gelijkmatig gerepareerd of vervangen door een slijten en langer meegaan, raden we aan bandenspecialist. Vertel de dat u de banden van voor naar achter en bandenspecialist dat de band omgekeerd verwisselt op regelmatige...
Pagina 299
Ford kan de veiligheid en prestaties van sneeuwkettingen monteert. uw auto beïnvloeden, wat kan leiden tot een groter risico op verlies van controle,...
Pagina 300
Wielen en banden stoppen, de banden te controleren en ze BANDENSPANNINGCON- op te pompen tot de juiste TROLESYSTEEM bandenspanning. Wanneer u rijdt met een band die veel te weinig is opgepompt, kan de band oververhit raken, wat een klapband kan veroorzaken. Te weinig WAARSCHUWING: Het opgepompte banden leiden daarnaast tot controlesysteem lage bandenspanning...
Pagina 301
Wielen en banden Banden met een controlesysteem 3. Voer de procedure uit om het lage bandenspanning vervangen controlesysteem lage bandenspanning te resetten. Raadpleeg Procedure om het controlesysteem lage bandenspanning te resetten verder in dit hoofdstuk. 4. De volgende keer wanneer u ongeveer 15 minuten sneller dan 40 km/h rijdt, zal het controlesysteem lage bandenspanning de...
Pagina 302
Wielen en banden Wanneer het tijdelijke reservewiel is Als u denkt dat het systeem niet goed geplaatst werkt Waanneer een van de banden moet De hoofdfunctie van het controlesysteem worden vervangen door het tijdelijke lage bandenspanning is bedoeld om u te reservewiel, blijft het systeem een waarschuwen wanneer de banden moeten probleem aangeven.
Pagina 303
Wielen en banden Waarschuwings- lampje lage Mogelijke oorzaak Vereiste actie van de gebruiker bandenspanning Zorg dat de banden worden opgepompt tot de juiste bandenspanning. Zie De banden oppompen in dit hoofdstuk. Nadat u de banden hebt opgepompt tot de door de fabrikant aanbevolen span- Band(en) onvoldoende ning, zoals wordt vermeld op het opgepompt...
Pagina 304
Wielen en banden De banden oppompen luchtdruk in de banden. Als een band onvoldoende is opgepompt, rijdt u voorzichtig naar de dichtstbijzijnde locatie waar u de banden met lucht kunt WAARSCHUWING: Gebruik de oppompen. Pomp alle banden op tot de bandenspanning die in het aanbevolen bandenspanning.
Pagina 305
Wielen en banden EEN WIEL VERVANGEN WAARSCHUWING: De Wielmoeren bodemvrijheid van uw auto kan kleiner zijn. Wees voorzichtig bij parkeren naast Na het overleggen van het certificaat met een stoeprand. het referentienummer kunt u bij uw erkende dealer een vervangende N.B.: Uw auto kan ongewone dopsleutel en vervangende wielslotmoeren rijeigenschappen vertonen.
Pagina 306
Wielen en banden Kriksteunpunten Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het WAARSCHUWING: Gebruik alleen remsysteem of de brandstofleidingen de aangegeven kriksteunpunten. beschadigen. E164258 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud E93184 Uitsparingen in dorpels duiden de kriksteunpunten aan.
Pagina 307
Wielen en banden Het reservewiel omlaag brengen E142553 E93020 N.B.: U kunt wielmoersleutel gebruiken om E290868 de krik omhoog en omlaag te brengen. Verwijder de dop 2. Plaats het zeshoekige uiteinde van de wielsteun in de geleidingsopening. 3. Draai de wielsteun linksom tot het reservewiel op de grond rust en de kabel loshangt.
Pagina 308
Wielen en banden Wieldop verwijderen WAARSCHUWING: Zorg dat uw auto op een stevige en vlakke ondergrond staat, met de voorwielen recht vooruit gericht. WAARSCHUWING: Schakel het contact uit en schakel de parkeerrem in. WAARSCHUWING: Zorg dat er geen passagiers meer in uw auto zitten. WAARSCHUWING: Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
Pagina 309
Wielen en banden 4. Verwijder de wielmoeren en het wiel. N.B.: Leg lichtmetalen velgen niet op de WAARSCHUWING: De wielmoeren grond, hierdoor wordt te lak beschadigd. voor lichtmetalen velgen en stalen spaakvelgen kunnen gedurende korte Wiel aanbrengen tijd worden gebruikt voor het vastzetten van de stalen velg van het reservewiel (maximaal twee weken).
Pagina 310
Wielen en banden N.B.: U moet wellicht het reservewiel uit de ruimte voor het reservewiel halen om de WAARSCHUWING: Laat het bandenspanning te controleren. aanhaalmoment van de wielmoeren en de bandenspanning zo spoedig mogelijk controleren. Lekke band opbergen x x x x x x x Hijs de reservewielhouder niet op zonder het wiel te hebben vastgezet.
Pagina 311
Wielen en banden Reservewiel (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Schakel de stabiliteitsregeling niet uit en selecteer sportmodus niet wanneer een tijdelijk reservewiel wordt gebruikt of wanneer een band is opgepompt met de bandenreparatieset. Bandenmaat 205/60 R16 96H XL 215/55 R16 97V XL Overschrijd de maximumsnelheid niet, zoals op het label staat dat is bevestigd aan het tijdelijke reservewiel.
Pagina 312
Wielen en banden Normale belading Volledige belading Bandenmaat Vóór Achter Vóór Achter 205/60 R16 96H XL 215/55 R16 97V XL 215/55R17 98 V XL 215/55R17 98 W XL Reservewiel (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Schakel de stabiliteitsregeling niet uit en selecteer sportmodus niet wanneer een tijdelijk reservewiel wordt gebruikt of wanneer een band is opgepompt met de bandenreparatieset.
Pagina 313
Wielen en banden Voertuigmodel. Meeteenheid. Voertuiglading. x x x x x x x Bandenspanning achter. Bandenspanning voor. Bandenmaat. x x x x x x x x x x x x x x x x x x x E291809 Normaal laadvermogen Normale belading Volledige belading Bandenmaat...
Pagina 314
Wielen en banden Reservewiel (indien aanwezig) WAARSCHUWING: Schakel de stabiliteitsregeling niet uit en selecteer sportmodus niet wanneer een tijdelijk reservewiel wordt gebruikt of wanneer een band is opgepompt met de bandenreparatieset. Bandenmaat 205/60 R16 96H XL 215/55 R16 97V XL Overschrijd de maximumsnelheid niet, zoals op het label staat dat is bevestigd aan het tijdelijke reservewiel.
Pagina 316
Wielen en banden WIELMOEREN Aanhaalmoment wielmoer Wielslotmoeren Na het overleggen van het certificaat met het referentienummer kunt u bij uw erkende dealer een vervangende dopsleutel en vervangende wielslotmoeren verkrijgen. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 317
Inhouden en specificaties AFMETINGEN VOERTUIG - LANGE WIELBASIS KOMBI Afmetingen van de auto Beschrijving Totale lengte. 4.825 Totale breedte inclusief buitenspiegels. 2.137 Totale hoogte bij EU-rijklaargewicht. 1.820 Wielbasis. 3.062 Spoorbreedte, voor. 1.568 Spoorbreedte, achter. 1.582 AFMETINGEN VOERTUIG - BESTELWAGEN LANGE WIELBASIS DUBBELE CABINE, TRANSIT Afmetingen van de auto Beschrijving...
Pagina 318
Inhouden en specificaties AFMETINGEN VOERTUIG - LANGE WIELBASIS Afmetingen van de auto Beschrijving Totale lengte. 4.825 Totale breedte inclusief buitenspiegels. 2.137 Totale hoogte bij EU-rijklaargewicht. 1.845 Wielbasis. 3.052 Spoorbreedte, voor. 1.568 Spoorbreedte, achter. 1.582 AFMETINGEN VOERTUIG - KORTE WIELBASIS KOMBI Afmetingen van de auto Beschrijving Totale lengte.
Pagina 319
Inhouden en specificaties AFMETINGEN VOERTUIG - BESTELWAGEN KORTE WIELBASIS DUBBELE CABINE, TRANSIT Afmetingen van de auto Beschrijving Totale lengte. 4.425 Totale breedte inclusief buitenspiegels. 2.137 Totale hoogte bij EU-rijklaargewicht. 1.861 Wielbasis. 2.662 Spoorbreedte, voor. 1.568 Spoorbreedte, achter. 1.582 AFMETINGEN VOERTUIG - KORTE WIELBASIS Afmetingen van de auto Beschrijving Totale lengte.
Pagina 320
Inhouden en specificaties AFMETINGEN TREKSTANG E163459 Item Omschrijving van de maat Bumper tot einde kogel trekhaak Bevestigingspunt tot midden van kogel trekhaak Wielmidden tot midden van kogel trekhaak Midden van kogel trekhaak tot langsbalk Afstand tussen langsbalken Midden van kogel trekhaak tot midden van bevestigings- punt één Midden van kogel trekhaak tot midden van bevestigings- punt twee...
Pagina 321
Inhouden en specificaties N.B.: Het ontwerp van het Maximale kogeldruk identificatieplaatje kan afwijken van het getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het 75 kg identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. VOERTUIGIDENTIFICA- TIEPLAATJE E135662 Model Uitvoering Motorbenaming Motorvermogen en emissienorm Voertuigidentificatienummer Maximaal toelaatbaar totaalgewicht Maximaal toelaatbaar treingewicht...
Pagina 322
Inhouden en specificaties CHASSISNUMMER INHOUDEN EN SPECIFICATIES - 1.0L ECOBOOST Gebruik olie en vloeistof die voldoen aan de bepaalde specificaties en viscositeit. Als u geen olie en vloeistof gebruikt die voldoen aan de bepaalde specificaties en viscositeit, kan dit leiden tot: •...
Pagina 323
Inhouden en specificaties Materialen Onderdeel Specificatie Koelvloeistof - R-134A WSH-M17B19-A Compressorolie - Air-Conditioning WSH-M1C231-B 6U7J-M1C231-CA Motor Motorolie Inhouden Uitvoering Inclusief het oliefilter Exclusief het oliefilter Alle. 4,97 L 4,87 L N.B.: De vereiste hoeveelheid motorolie om het aangeduide peil op de peilstok van minimum naar maximum te doen stijgen, is 1,5 L.
Pagina 324
Inhouden en specificaties Materialen Onderdeel Specificatie Koelvloeistof Super Plus Premium WSS-M97B44-D FU7J-19544-xx Brandstoftank Inhouden Uitvoering Hoeveelheid Alle. 56 L Sproeierreservoir Inhouden Uitvoering Hoeveelheid Alle. Materialen Onderdeel Specificatie Ruitenreiniger WSS-M14P19-A FU7J-19C544-AA/BA/DA/EA/GA/HA Remsysteem Materialen Onderdeel Specificatie Remvloeistof DOT 4 LV High Performance WSS-M6C65-A2 BU7J-M6C65-xxxx Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 325
Inhouden en specificaties • Lagere brandstofzuinigheid. INHOUDEN EN SPECIFICATIES • Verminderde remprestaties. - 1.5L ECOBLUE Airconditioningsysteem Gebruik olie en vloeistof die voldoen aan de bepaalde specificaties en viscositeit. Als u geen olie en vloeistof gebruikt die WAARSCHUWING: Het voldoen aan de bepaalde specificaties en koelsysteem van de airconditioning viscositeit, kan dit leiden tot: bevat koelmiddel onder hoge druk.
Pagina 326
Inhouden en specificaties Motor Motorolie Inhouden Uitvoering Hoeveelheid Alle. N.B.: De vereiste hoeveelheid motorolie om het aangeduide peil op de peilstok van minimum naar maximum te doen stijgen, is 2 L. Materialen Onderdeel Specificatie Motorolie - SAE 0W-20 WSS-M2C952-A1 N.B.: Gebruik niet meer dan 1 L alternatieve Motorolie bijvullen motorolie tussen de geplande onderhoudsbeurten.
Pagina 327
Inhouden en specificaties Sproeierreservoir Inhouden Uitvoering Hoeveelheid Alle. Materialen Onderdeel Specificatie Ruitenreiniger WSS-M14P19-A FU7J-19C544-AA/BA/DA/EA/GA/HA Remsysteem Materialen Onderdeel Specificatie Remvloeistof DOT 4 LV High Performance WSS-M6C65-A2 BU7J-M6C65-xxxx GLOEILAMPENTABEL Buitenverlichting Lampje Specificaties Vermogen (Watt) LED (licht uitstra- Dagrijlicht. lende diode). Richtingaanwijzer, voor. PW24W.
Pagina 328
Inhouden en specificaties Lampje Specificaties Vermogen (Watt) Zijknipperlicht richtingaanwijzer. WY5W. Instapverlichting. W5W. Achterlicht en remlicht. P21/5W. 21/5 Derde remlicht. LED. Richtingaanwijzer, achter. PY21W. Mistachterlicht. P21W. Achteruitrijlamp. W16W. W5W. Kentekenplaatverlichting. Kentekenplaatlampen voor zijn ook leverbaar als ledlampen. N.B.: Het is raadzaam dat u de LED laat vervangen door een erkende dealer. Binnenverlichting Lampje Specificaties...
Pagina 329
Inhouden en specificaties Tijdens de omschakeling van NEDC naar BRANDSTOFVER- WLTP worden het brandstofverbruik en de BRUIKCIJFERS CO2-emissies volgens de WLTP gecorreleerd met de NEDC. Er zullen Brandstofverbruik en CO2- afwijkingen ten opzichte van het vorige emissies brandstofverbruik en emissies zijn, aangezien sommige elementen van de Het verklaarde brandstof-/energieverbruik, tests zijn gewijzigd.
Pagina 330
Inhouden en specificaties BRANDSTOFVERBRUIKCIJFERS - 1.5L ECOBLUE -emissies Bebouwde kom Provinciale wegen Gecombineerd L/100 km L/100 km L/100 km g/km 5,7 4,4 5,2 4 5,3 4,1 108-139 Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 331
De modem in- en uitschakelen - voertuiglocatie controleren. Raadpleeg de Auto's met: 4-inch informatie- en lokale website van Ford voor aanvullende entertainmentscherm gegevens. Selecteer Instellingen. VEREISTEN VERBONDEN 2. Selecteer Connectiviteitsfuncties.
Pagina 332
Verbonden voertuig FordPass verbinden met de Bevestig dat uw FordPass-account is modem gekoppeld aan de modem. Zorg dat de modem is ingeschakeld in HET VOERTUIG VERBINDEN het menu met voertuiginstellingen. MET EEN DRAADLOOS 2. Open de FordPass-app op uw NETWERK apparaat en log in.
Pagina 333
Verbonden voertuig VERBONDEN VOERTUIG – PROBLEMEN OPLOSSEN - AUTO'S MET: SYNC 3 Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Ik kan geen verbinding Wachtwoordfout. maken met een draadloos • Voer het juiste netwerkwachtwoord in. netwerk. Zwak netwerksignaal. • Parkeer de auto dichter bij de draadloze hotspot of op een plek waar het netwerksignaal niet wordt geblokkeerd.
Pagina 334
Verbonden voertuig Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Ik kan de naam van de Beperking van het systeem. draadloze hotspot niet zien • Zorg dat de draadloze hotspot zichtbaar is. wanneer ik op mijn mobiele • Het systeem biedt momenteel geen draadloze telefoon of een ander appa- hotspot aan.
Pagina 335
Draadloze hotspot van de auto 2. Wordt de portal niet geopend op uw EEN DRAADLOZE HOTSPOT apparaat, open dan een website. U VAN DE AUTO CREËREN wordt vervolgens doorgestuurd naar de portal van de netwerkprovider van U kunt een draadloze hotspot in uw auto de auto.
Pagina 336
Draadloze hotspot van de auto Selecteer Gereed. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 337
Audiosysteem Een ander radiostation kiezen AUDIOEENHEID - AUTO'S MET: SYNC 3 Handmatig afstemmen De audioeenheid in- en uitschakelen Het volume aanpassen E270235 N.B.: U kunt een ander radiostation kiezen met de zoektoetsen. N.B.: U kunt radiostations oproepen met de toetsen voor voorkeuzestations op het aanraakscherm.
Pagina 338
Audiosysteem Media pauzeren of afspelen Het volume aanpassen Selecteer dit om een nummer af te spelen. Druk opnieuw op de knop om het nummer te pauzeren. Druk in radiomodus op de knop om de radio te dempen. Druk opnieuw op de toets om het dempen ongedaan te maken.
Pagina 339
Audiosysteem Terug naar het vorige scherm Media selecteren Druk op de knop om de mediamodus te selecteren. E100027 Druk meermaals op de knop of draai de draaiknop rechts om door de De radio selecteren beschikbare mediabronnen te bladeren. Druk op de knop om de radiomodus te selecteren.
Pagina 340
Audiosysteem Een mobiele telefoon gebruiken BLUETOOTH-AUDIO STREAMEN - AUTO'S ZONDER: U kunt iemand in een lijst met recente oproepen of lijst met SYNC 3 contactpersonen bellen of een nummer kiezen. Een Bluetooth-bron selecteren Druk op de knop om het menu AUDIODISPLAYS MET TIJD- EN weer te geven.
Pagina 341
Audiosysteem N.B.: Het bestandssysteem NTFS wordt USB-POORT niet ondersteund. USB-poorten kunnen op de volgende Het USB-apparaat selecteren locaties zijn aangebracht: Druk op de knop om het menu • Op de middenconsole achter de weer te geven. versnellingshendel. E100027 • Onder het dubbele zitkussen voor de passagiersstoel voorin.
Pagina 342
SYNC Het aanraakscherm gebruiken ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING: Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en verwondingen. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kan afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van de auto.
Pagina 343
USB-stick Bron verkeersinformatie: Een update downloaden verkeersuitzending. Ga naar de SYNC-updatepagina op de Draadloze lader actief. lokale website van Ford. 2. Download de update. N.B.: De website meldt u wanneer een Functiebalk update beschikbaar is. Selecteer om de radio, een 3.
Pagina 344
Voor een volledige van Ford gaat. lijst met spraakcommando's gaat u naar de lokale website van Ford. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 345
SYNC Algemeen Spraakcommando Omschrijving Commandolijst voor ___ Krijg een lijst met spraakcommando's voor een specifieke functie. Annuleren Annuleer een actieve spraaksessie. Help voor ___ Krijg een lijst met spraakcommando's voor een specifieke functie. Terug Terug naar het vorige scherm. Hoofdmenu Ga naar het hoofdmenu.
Pagina 346
SYNC Spraakcommando Omschrijving Luister naar FM-radio. FM ___ Stem af op een specifieke FM-frequentie. Voeg de radiofrequentie met twee decimalen toe aan het commando. USB- en mediaspeler Spraakcommando Omschrijving Album ___ afspelen Artiest ___ afspelen Luisterboek ___ afspelen Genre ___ afspelen Speel uw muziek per categorie af.
Pagina 347
SYNC Spraakcommando Omschrijving Afspeellijst ___ doorzoeken Podcast ___ doorzoeken Voeg een albumnaam, artiestennaam, luisterboeknaam, genrenaam, afspeellijstnaam, podcastnaam of naam van een nummer toe aan het commando. Zeg de naam precies zoals deze wordt weergegeven op uw apparaat. Telefoon Spraakcommando Omschrijving Telefoon koppelen Koppel een mobiele telefoon op apparaat met Bluetooth-functie.
Pagina 348
SYNC Navigatie (indien aanwezig) Een bestemming instellen Spraakcommando Omschrijving Adres zoeken Voer een adres in als bestemming. Geef het huis- nummer, de straat en de plaats aan wanneer het systeem u daarom vraagt. POI zoeken Zoek op naam of op categorie naar een bijzondere locatie.
Pagina 349
SYNC Spraakcommando Omschrijving Noordwaarts weergeven Geef een tweedimensionale kaart weer met het noorden bovenaan het aanraakscherm. In rijrichting weergeven Geef een tweedimensionale kaart weer met de richting waarin u reist bovenaan het aanraakscherm. Weergeven in 3D Geef een driedimensionale kaart weer met de rich- ting waarin u reist voor u.
Pagina 350
SYNC Spraakcommando Omschrijving Oproepbevestiging aan Schakel oproepbevestiging in. Het systeem vraagt u om uw keuze te bevestigen voordat er wordt gebeld. Oproepbevestiging uit Schakel oproepbevestiging uit. Het systeem vraagt u niet om uw keuze te bevestigen voordat er wordt gebeld. Spraakcommandolijst aan Schakel de weergave van spraakcommando's in.
Pagina 351
SYNC Handmatig een ander digitaal radiostation kiezen E270235 3. Draai de bediening om de frequentie te E270235 wijzigen. Draai de bediening om het station te Een FM-radiostation in een lijst wijzigen. selecteren Selecteer Bronnen. Automatisch een ander radiostation kiezen 2. Selecteer FM. Druk hierop om het volgende 3.
Pagina 352
Er verschijnt een klein mappictogram naast om aan te geven dat Controleer de compatibiliteit van uw een map is ingesteld om te worden apparaat op de lokale website van Ford. herhaald. Koppel uw apparaat. Zie Telefoon (bladzijde 352). Muziek afspelen van een USB- of mediaspeler Selecteer Bronnen.
Pagina 353
SYNC Nummers herhalen op een USB- of USB- of mediaspeler geen informatie mediaspeler bevatten, beschouwt het systeem de bestanden als onbekend. Het systeem kan Selecteer het pictogram tot 50.000 nummers op een herhalen om nummers te USB-apparaat of mediaspeler indexeren, herhalen.
Pagina 354
SYNC De ventilatormotorsnelheid MAX A/C: Raak de toets aan om de instellen koeling te activeren en te maximaliseren. De temperatuur voor de bestuurder en de Raak omhoog of omlaag aan om passagier is ingesteld op LAAG, door de de hoeveelheid lucht te verhogen luchtroosters van het dashboard stroomt of te verlagen die in de auto gerecirculeerde lucht, de airconditioning...
Pagina 355
SYNC Verwarmde voorruit in- en Door de luchtroosters van de voorruit uitschakelen stroomt lucht en de ventilatormotor wordt op de hoogste snelheid gezet. Raak de knop aan om een dunne U kunt deze instelling ook gebruiken om laag ijs of mist van de voorruit te de voorruit te ontwasemen of van een dun verwijderen.
Pagina 356
Raak de toets aan om automatische werking achteraan Controleer de compatibiliteit van uw in te schakelen en stel apparaat op de lokale website van Ford. vervolgens de temperatuur in. Uw mobiele telefoon voor het eerst Stoelen met klimaatregeling koppelen...
Pagina 357
SYNC N.B.: Het aanraakscherm geeft aan dat uw Tekstberichten mobiele telefoon is gekoppeld. Berichten van de mobiele telefoon 4. Download het telefoonboek van uw weergeven. mobiele telefoon wanneer dat wordt gevraagd. Siri N.B.: Als u meer dan één mobiele telefoon Verbinding maken met Siri op uw koppelt, gebruik dan de telefooninstellingen iOS-apparaat.
Pagina 358
Apple CarPlay NAVIGATIE Sluit uw apparaat aan op een N.B.: Ga voor meer informatie naar de USB-poort. lokale website van Ford. 2. Volg de instructies op het Selecteer de navigatieoptie in de aanraakscherm. functiebalk. N.B.: Bepaalde functies van het systeem zijn niet beschikbaar wanneer u Apple CarPlay gebruikt.
Pagina 359
SYNC Een bestemming invoeren Een bestemming invoeren via het kaartscherm Een bestemming invoeren via het tekstinvoerscherm E297559 E297558 De kaart opnieuw centreren. Geselecteerde locatie. Tekstinvoerveld. 3D-kaart draaien. Veeg naar links Automatische suggesties op of naar rechts. basis van de tekst die u invoert. Routegeleiding starten.
Pagina 360
SYNC Zoomen Geschatte aankomsttijd, afstand tot bestemming of tijd tot Meer of minder details weergeven op de bestemming. kaart. Huidige weg. N.B.: U kunt knijpgebaren gebruiken om in en uit te zoomen. Plaats twee vingers op het Navigatie-instructies dempen. scherm en beweeg ze uit elkaar om in te De routegeleiding annuleren.
Pagina 361
SYNC Menu-item Omschrijving Afslagenlijst De wegbeschrijving van uw huidige route bekijken. Een weg selecteren om deze te vermijden. Verkeerslijst Het verkeer in de buurt van of op uw huidige route bekijken. Navigatie-instellingen Navigatie-instellingen aanpassen. Waar ben ik? Informatie over uw huidige locatie bekijken. Wis route De routegeleiding annuleren.
Pagina 362
Schakel Live Traffic in. Updates van navigatiekaarten Raadpleeg de lokale website van Ford of neem contact op met uw dealer voor updates van navigatiekaarten. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 363
SYNC HERE is de leverancier van de digitale Als uw apparaat is aangesloten via kaarten voor de navigatietoepassing. Als USB, schakelt u Apple CarPlay uit. Zie u fouten in de kaartgegevens vindt, kunt u Telefoon (bladzijde 352). die direct aan HERE melden; ga daarvoor 2.
Pagina 364
SYNC Sfeerverlichting 6. Selecteer op het aanraakscherm de app die u wilt gebruiken. U kunt de instellingen van de N.B.: Mobiele apps op uw apparaat maken sfeerverlichting aanpassen. gebruik van de USB-poort om verbinding te maken met SYNC. Sommige apparaten Android Auto kunnen geen muziek meer afspelen via USB U kunt Android Auto in- en uitschakelen.
Pagina 365
SYNC Mobiele apps Geluid U kunt machtigingen aanpassen en U kunt de geluidsinstellingen aanpassen. mobiele apps inschakelen, uitschakelen Valetfunctie en bijwerken. (indien aanwezig) U kunt de valetfunctie in- en uitschakelen. Navigatie (indien aanwezig) Voertuig U kunt navigatie-instellingen aanpassen, (indien aanwezig) zoals kaartvoorkeuren en routegeleiding.
Pagina 366
• Zie Spraakherkenning gebruiken (bladzijde 340). • Voor een volledige lijst met spraakcommando's gaat u naar de lokale website van Ford. U spreekt te snel. • Wacht op de gesproken instructie voordat u spreekt. Het systeem begrijpt de Beperking van het apparaat.
Pagina 367
SYNC Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Het systeem begrijpt de U zegt de naam niet precies zoals deze op uw apparaat naam van een contactper- staat. soon in het telefoonboek op • Zeg de voor- en familienaam van de contactper- mijn apparaat niet en belt soon precies zoals deze wordt weergegeven op uw de verkeerde contactper-...
Pagina 368
Ik kan geen muziek Incompatibel apparaat. streamen vanaf mijn appa- • Controleer de compatibiliteit van uw apparaat op raat met Bluetooth. de lokale website van Ford. Geen verbinding met apparaat. • Koppel uw apparaat. Zie Telefoon (bladzijde 352). Mediaspeler werkt niet. •...
Pagina 369
SYNC Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Bestanden die door auteursrechten worden beschermd. • Gebruik een apparaat dat bestanden bevat die niet door auteursrechten worden beschermd. Niet-ondersteunde bestandsindeling. • Repareer of converteer de bestanden naar een ondersteunde indeling. Zie Entertainment (bladzijde 346). Het apparaat moet worden geïndexeerd.
Pagina 370
SYNC Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Wanneer u vanuit het bladermenu de optie selecteert om alle nummers af te spelen, speelt SYNC alle nummers in alfabetische volgorde af volgens de titel in hun ID3-tag, ongeacht de bestandslocatie. SYNC gebruikt de bestandsnaam als er geen titel bestaat in de ID3-tag.
Pagina 371
Ik kan het telefoonboek niet Incompatibele mobiele telefoon. downloaden. • Controleer de compatibiliteit van uw mobiele telefoon op de lokale website van Ford. Onjuiste instellingen van de mobiele telefoon. • Geef het systeem toestemming om contactper- sonen van uw mobiele telefoon op te halen.
Pagina 372
Incompatibele mobiele telefoon. maken met mijn mobiele • Controleer de compatibiliteit van uw mobiele telefoon. telefoon op de lokale website van Ford. Storing van de mobiele telefoon. • Schakel uw mobiele telefoon uit, reset de mobiele telefoon en probeer het opnieuw.
Pagina 373
SYNC Apps Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Het systeem kan geen apps Incompatibel apparaat. vinden. • U hebt een Android-apparaat met OS 4.3 of hoger of een iOS-apparaat met iOS 8.0 of hoger nodig. Koppel en maak verbinding met uw Android- apparaat om apps te vinden die compatibel zijn met AppLink.
Pagina 374
SYNC Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Ik heb een Android-apparaat Door een probleem met sommige oudere versies van dat op de juiste wijze is het Android-besturingssysteem kunnen apps soms verbonden, ik heb mijn apps niet worden gevonden. opnieuw opgestart en ze zijn •...
Pagina 375
SYNC Draadloze verbinding Symptoom Mogelijke oorzaak en oplossing Ik kan geen verbinding Wachtwoordfout. maken met een draadloos • Voer het juiste netwerkwachtwoord in. netwerk. Zwak netwerksignaal. • Parkeer de auto dichter bij de draadloze hotspot of op een plek waar het netwerksignaal niet wordt geblokkeerd.
Pagina 376
Ford gaat. ingedrukt tot het scherm zwart wordt. 2. Wacht drie minuten zodat het systeem de resetprocedure kan voltooien.
Pagina 377
Bijlagen N.B.: We testen certificeren uw auto om te ELEKTROMAGNETISCHE voldoen aan de wetgeving betreffende COMPATIBILITEIT elektromagnetische comptabiliteit. U dient ervoor te zorgen dat apparatuur die een erkende dealer installeert op uw auto voldoet aan de betreffende lokale WAARSCHUWING: Plaats wetgeving en andere vereisten.
Pagina 378
Bijlagen Bestelwagen E239122 Vrachtwagen E239121 Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 379
Bijlagen Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1-30 50-54 2. 3 68-88 2. 3 142-176 2. 3 380-512 2. 3 806-870 2. 3 Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 380
• U mag de SOFTWARE gebruiken zoals LICENTIEOVEREENKOMST deze is geïnstalleerd op de EINDGEBRUIKER APPARATEN en anderszins is gekoppeld aan door of via FORD LICENTIEOVEREENKOMST VOOR MOTOR COMPANY of diens EINDGEBRUIKERS (EULA) VAN leveranciers van software van derden VOERTUIGSOFTWARE en service verstrekte systemen en/of services.
Pagina 381
• Beperkingen aan distribueren, • Beëindiging: Zonder afstand van kopiëren, modificeren en creëren eventuele andere rechten, kan FORD van afgeleide werken: U mag de MOTOR COMPANY deze EULA SOFTWARE niet distribueren, kopiëren, beëindigen indien u niet voldoet aan de wijzigen of hiervan afgeleide werken...
Pagina 382
FORD MOTOR COMPANY, of diens een link impliceert geen goedkeuring partners of leveranciers. De SOFTWARE van de site van derden door FORD wordt in licentie gegeven, niet verkocht. U MOTOR COMPANY, diens partners mag de gedrukte materialen bij de en/of diens aangewezen SOFTWARE niet kopiëren.
Pagina 383
HANDELSMERKEN: Deze EULA verleent verwondingen. u geen rechten met betrekking tot enige handelsmerken of servicemerken van Algemene bediening FORD MOTOR COMPANY, diens partners • Spraakgestuurde commando's: en leveranciers van software van derden Bepaalde functies binnen het en services.
Pagina 384
Bijlagen • Volume-instelling: Verhoog het • Routeveiligheid: Volg de volume niet overmatig. Houd het voorgestelde route niet als dit in een volume tijdens het rijden op een niveau onveilige of ongeoorloofde manoeuvre waarbij u nog steeds ander verkeer en kan resulteren, als u hierdoor in een noodhulpsignalen kunt horen.
Pagina 385
Bijlagen Uw verantwoordelijkheden en acceptatie van risico's Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 386
BESCHIKBAAR” AAN U GELEVERD, MET software van derden of service van ALLE STORINGEN EN ZONDER ENIGE derden veroorzaken.(d) Enige service GARANTIE, EN FORD MOTOR COMPANY van derden waartoe de SOFTWARE WIJST HIERBIJ ALLE GARANTIES EN toegang verkrijgt of software van...
Pagina 387
EN HET GARANTIEBOEKJE, GELDEN DE (b) Kennisgeving van geschil. In geval BEPALINGEN IN HET GARANTIEBOEKJE. van een Geschil moet U of FORD MOTOR Toepasselijke wetgeving, locatie, COMPANY de andere partij een rechtsgebied “Kennisgeving van geschil” geven, een schriftelijke verklaring met de naam, het •...
Pagina 388
SOFTWARE gebruikt, gelden de gevoerd. Supplementary Procedures for Consumer-Related Disputes van de AAA (d) Bindende arbitratie. Als U en FORD eveneens. Om arbitratie te beginnen dient MOTOR COMPANY een geschil niet u het formulier Commercial Arbitration oplossen via informatie onderhandeling of Rules Demand for Arbitration in bij de AAA.
Pagina 389
• iii. Geschillen ongeacht het bedrag. Bij Licentieovereenkomst voor elke arbitratie die u begint zal FORD eindgebruikers van TeleNav-software MOTOR COMPANY de kosten en uitgaven of Uw vergoede dossierkosten Lees deze voorwaarden en bepalingen...
Pagina 390
Bijlagen 1. Veilig en wettig gebruik 2. Accountinformatie U gaat ermee akkoord dat aandacht U gaat akkoord: (a) met het verstrekken besteden aan de TeleNav-software kans van juiste, nauwkeurige, actuele en op al dan niet dodelijke verwondingen van volledige informatie over uzelf aan TeleNav uzelf of anderen kan veroorzaken in wanneer u de TeleNav-software situaties waarbij anderszins uw...
Pagina 391
Bijlagen informatie of markeringen van TeleNav vanwege, onder andere, of diens leveranciers te verwijderen van wegafsluitingen, wegwerkzaamheden, de TeleNav-software, of aan te passen; constructiewerkzaamheden, het weer, (d) de TeleNav-software distribueren, nieuwe wegen en andere veranderende in licentie geven of anderszins omstandigheden.
Pagina 392
Bijlagen 5. Beperking van aansprakelijkheid BEPERKING VAN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE NIET • VOOR ZOVER TOEGESTAAN ONDER TOE, ZODAT DE BOVENSTAANDE TOEPASSELIJK RECHT, KUNNEN BEPERKINGEN OF UITSLUITINGEN TELENAV OF DIENS LICENTIEGEVERS MOGELIJK NIET OP U VAN EN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL TOEPASSING ZIJN.
Pagina 393
Bijlagen 7. Toewijzing of zullen worden toegekend of overgedragen door implicatie, statuut, • U mag deze Overeenkomst of een van afleiding, estoppel of anderszins, en uw rechten of verplichtingen niet TeleNav en diens leveranciers en verkopen toewijzen of overdragen, licentiehouders behouden hierbij al hun behalve in totaliteit, in verband met uw andere respectievelijke rechten dan de permanente overdracht van de...
Pagina 395
Bijlagen Termen en voorwaarden Geen garantie. Deze Gegevens worden u “zoals ze zijn” verstrekt en u gaat ermee Toegestaan gebruik. U gaat ermee akkoord ze op eigen risico te gebruiken. akkoord dat u deze Gegevens in TeleNav en diens licentiehouders (en hun combinatie met de TeleNav-software licentiehouders en leveranciers) geven alleen gebruikt voor de eigen en interne...
Pagina 396
Bijlagen GEBRUIK VAN DEZE INFORMATIE, ENIG Geldende wetgeving. De bovenstaande DEFECT IN DEZE INFORMATIE, OF EEN algemene bepalingen worden bepaald INBREUK OP DEZE ALGEMENE door de wetten van de staat Illinois BEPALINGEN, IN EEN ACTIE ONDER [“Nederland” invoegen indien Europese OVEREENKOMST OF ONRECHTMATIGE Gegevens van HERE worden gebruikt], DAAD OF OP BASIS VAN EEN GARANTIE,...
Pagina 397
Bijlagen I. Gebieden in de VS/Canada KENNISGEVING VAN GEBRUIK A. Gegevens van de Verenigde Staten. NAAM VAN CONTRACTANT (FABRI- De Voorwaarden voor eindgebruikers KANT/LEVERANCIER): HERE voor elke Toepassing die Gegevens ADRES VAN CONTRACTANT (FABRI- bevat voor de Verenigde Staten, zullen KANT/LEVERANCIER): p/a Nokia, 425 de volgende kennisgevingen bevatten: West Randolph Street, Chicago, Illinois...
Pagina 398
Bijlagen noch expliciet, noch impliciet, 3. Voorwaarden voor eindgebruikers: voortvloeiend uit de wet of anders- tenzij anders overeengekomen door zins, inclusief maar niet beperkt tot, de partijen, met betrekking tot het doeltreffendheid, volledigheid, verstrekken van elk gedeelte van de nauwkeurigheid of geschiktheid voor Gegevens voor het gebied van Canada een bepaald doel.
Pagina 399
Bijlagen van het gebruik of bezit van de II. Mexico. De volgende bepaling geldt Gegevens. De licentiehouders, voor de Gegevens voor Mexico, die waaronder Her Majesty, Canada bepaalde Gegevens omvatten van het Post en NRCan, zullen niet Instituto Nacional de Estadística y aansprakelijk zijn op welke wijze dan Geografía (“INEGI”): ook voor verlies van omzet of...
Pagina 400
Bijlagen IV. Gebieden in het Midden-Oosten een klant is die woonachtig is in Jordanië. Voor toepassing van het voorgaande A. Kennisgevingen van derden. Elke en betekenen “zakelijke toepassingen” alle kopieën van de Gegevens en/of toepassingen voor geomarketing, GIS- daaraan gerelateerde verpakkingen toepassingen, mobiele toepassingen zullen gegevens bevatten van de voor bedrijfsmiddelenbeheer, callcenter-...
Pagina 401
Bijlagen B. Papieren kaarten. Met betrekking tot land, de Topografische Dienst van elke licentie die aan de Klant wordt Nederland, het Nationaal Geografisch verleend voor het vervaardigen, Instituut van België, het Bundesamt für verkopen of verdelen van papieren Landestopografie van Zwitserland, het kaarten (oftewel een kaart die is Bundesamt für Eich-und Vermessungs- aangebracht op een papier of een met...
Pagina 402
Bijlagen Duitsland “Die Grundlagendaten tijd tot tijd bijwerken. De licentierechten wurden mit Genehmigung die aan de Klant worden verleend onder der zuständigen Behörden deze overeenkomst met betrekking tot entnommen” de Gegevens voor dergelijke landen gelden onder voorwaarde dat de Klant Groot-Brit- “Contains Ordnance voldoet aan alle geldende wetten en...
Pagina 403
Bijlagen VII. Gebieden in China beperking, mobiele telefoons, palmtops en draagbare computers, piepers en PDA's. Alleen persoonlijk gebruik U gaat ermee akkoord om te stoppen met het gebruik van deze Gegevens indien u U gaat ermee akkoord dat u deze niet voldoet aan deze bepalingen en Gegevens in combinatie met [naam van voorwaarden.
Pagina 404
Bijlagen periode die nog het langst duurt. Geen van INBREUK OP DEZE ALGEMENE deze oplossingen of andere diensten voor BEPALINGEN, IN EEN ACTIE ONDER productondersteuning die worden OVEREENKOMST OF ONRECHTMATIGE aangeboden door NAV2, zijn beschikbaar DAAD OF OP BASIS VAN EEN GARANTIE, zonder bewijs van aankoop van een ZELFS ALS NAV2 OF DIENS erkende internationale bron.
Pagina 405
Bijlagen Volledige overeenkomst Gracenote en CDDB zijn geregistreerde handelsmerken van Gracenote. Het Deze algemene bepalingen vormen de Gracenote logo en logotype, en het volledige overeenkomst tussen NAV2 (en "Powered by Gracenote™" logo zijn diens licentiehouders, inclusief hun handelsmerken van Gracenote. licentiehouders en leveranciers) en uzelf met betrekking tot het onderwerp van deze Gracenote®...
Pagina 406
Bijlagen ERMEE AKKOORD GEEN GRACENOTE EXPLICIET OF IMPLICIET, MET INHOUD, GRACENOTE GEGEVENS, DE BETREKKING TOT DE NAUWKEURIGHEID GRACENOTE SOFTWARE, OF GRACENOTE GEGEVENS VAN DE GRACENOTE SERVERS TE GEBRUIKEN GRACENOTE SERVERS OF GRACENOTE OF EXPLOITEREN, BEHALVE ZOALS INHOUD. GRACENOTE, COLLECTIEF EN HIERIN UITDRUKKELIJK IS TOEGESTAAN.
Pagina 407
Bijlagen Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de gebruik van het apparaat onmiddellijk FCC-voorschriften en aan RSS-210 van worden stopgezet en mag het gebruik Industry Canada. Bediening is onderhevig slechts worden hervat nadat u zich ervan aan de volgende twee voorwaarden: hebt vergewist dat er geen interferentie meer is.
Pagina 408
Bijlagen U, en andere geautoriseerde bestuurders van het voertuig waarin Producten en/of Website Services van SUNA beschikbaar of www.sunatraffic.com.au/termsandcon- geïnstalleerd en actief zijn, blijven te allen ditions/ tijde verantwoordelijk voor het naleven van alle relevante wetten en voorschriften voor veilig rijden. U gaat er in het bijzonder mee 2.
Pagina 409
Deze onderdelen moeten eventuele ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenste bediening. Ga naar www.wirelessconformity.ford.com voor certificatielabels en conformiteitsverklaringen. Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 410
Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...
Pagina 411
Index Adaptieve cruise control gebruiken.............205 Adaptieve rijsnelheid instellen.....206 12 volt accu vervangen.......276 Adaptieve snelheidsregeling inschakelen.............206 Adaptieve snelheidsregeling uitschakelen...........209 Automatisch annuleren........208 Zie: Klimaatregeling..........105 De afstand instellen..........207 Aanbeveling nieuwe onderdelen....9 Een voertuig volgen..........206 Garantie op vervangingsonderdelen.....10 Geblokkeerde sensor........210 Gepland onderhoud en mechanische Gebruik in heuvelachtig terrein....208 reparaties............10 Het systeem onderbreken......208...
Pagina 412
Index Afstandsbediening - Auto's met: Sleutel Akoestische waarschuwingssignalen en met kliksysteem op -indicaties - Automatische afstandsbediening........44 transmissie............87 De accu vervangen..........44 Waarschuwingstoon automatische Uw auto vinden.............45 transmissie............88 Airconditioning..........349 Waarschuwingstoon koplampen aan..87 Airconditioning in- en uitschakelen....350 Waarschuwingstoon parkeerrem aan..88 Akoestische waarschuwingssignalen en Automatische modus achteraan in- en -indicaties - Handgeschakelde uitschakelen............352...
Pagina 413
Index Het volume aanpassen........333 Luchtrecirculatie in- en uitschakelen..106 Knop neerwaarts zoeken en vorig Maximaal koelen in- en uitschakelen..106 nummer............333 Maximaal ontdooien in- en Knop opwaarts zoeken en volgend uitschakelen............106 Automatische transmissie......176 nummer............333 Media pauzeren of afspelen......334 Rem-/schakelinterlock systeem....177 Audioeenheid - Auto's zonder: SYNC SelectShift™............177 3...............334 Standen keuzehendel........176...
Pagina 414
Index Procedure om het controlesysteem lage Binnenspiegel - Auto's met: Binnenspiegel met automatisch bandenspanning te resetten....300 dimlicht............81 Werking van het controlesysteem lage Binnenspiegel - Auto's zonder: bandenspanning...........297 Zelfdimmende binnenspiegel....81 Wielen met een controlesysteem lage BLIS bandenspanning vervangen.....297 Banden Zie: Informatiesysteem dode hoek.....220 Bluetooth®-apparaat verbinden - Auto's Zie: Wielen en banden........289 Band oppompen bij een lek/gat...
Pagina 415
Index Contactslot De motor stopzetten terwijl de auto in Zie: Contactslot...........135 beweging is - auto's met automatische Controle koelvloeistofpeil transmissie............137 Zie: Motorkoelvloeistof controleren....273 De motor stopzetten terwijl de auto in Controlelampen waarschuwingssysteem beweging is - auto's met stoelbezetting achteraan.......129 handgeschakelde transmissie....137 Controle oliepeil De motor stopzetten terwijl de auto Zie: Motorolie controleren.......272...
Pagina 416
Index Beschermen tegen uitlaatgassen....144 Inklembeveiliging..........78 Controlelampje gloeibougie......144 Ruiten volledig openen met één druk op de Informatiemeldingen startsysteem.....145 knop..............78 Motor slaat niet aan...........143 Ruiten volledig sluiten met één druk op de Motor stoppen bij rijdende auto....144 knop..............78 Elektrisch bedienbare ruiten - Auto's Motor stoppen bij stilstaande auto.....144 met: One-Touch openen ruit Waarschuwingslampen motor.....144...
Pagina 417
Index Cruise control uitschakelen......205 De temperatuur instellen........106 Gebruik maken van De ventilatormotorsnelheid instellen..105 stabiliteitsregeling........185 Klimaatregeling in- en uitschakelen...105 Gebruik van sneeuwkettingen....295 Lucht naar de luchtroosters in het Auto's met stabiliteitsregeling.....295 dashboard leiden..........105 Gebruik van winterbanden......294 Lucht naar de luchtroosters van de Gegevens instellingen........14 beenruimte leiden.........105 Entertainmentgegevens........14...
Pagina 418
Index Het waarschuwingssysteem Parkeerhulp............98 stoelbezetting achteraan in- en Parkeerrem.............99 uitschakelen..........129 Portieren en sloten..........95 Hoe het waarschuwingssysteem voor Pre-Collision Assist..........99 stoelbezetting achteraan werkt...128 Remsysteem............94 Hoofdsteunen..........116 Stabiliteitsregeling..........101 De hoofdsteunen afstellen.......117 Standkachel............99 De hoofdsteunen verwijderen......117 Startsysteem............101 Hoofdsteun Stuursysteem............102 Zie: Hoofdsteunen..........116 Systeem selectieve katalytische Hoogte van veiligheidsgordels reductie.............100 afstellen............32...
Pagina 419
Index Motor..............252 Kinderzitje met verankeringspunten aan de Remmen en koppeling........252 bovenzijde bevestigen........25 Inrijden Kinderzitjes voor verschillende Zie: Inrijden............252 gewichtsgroepen..........22 Instellingen............360 Verankeringspunten aan de Algemeen.............360 bovenzijde............24 Android Auto............360 Zitverhogers............22 Klaptafel............133 Apple CarPlay.............360 Kleine lakschade repareren.....287 Audio..............360 Klimaatregeling..........105 Automatische updates........360 Koplamphoogte afstellen......75 Bluetooth.............360 Koppelingsvloeistof controleren - FordPass...............360...
Pagina 420
Index Mistlampen - Achter Waarom kan ik geen MyKey Zie: Mistachterlichten.........75 programmeren?..........53 Mistlampen - Voor Waarom neemt de MyKey-afstand niet Zie: Voorste mistlampen........74 toe?...............53 Motorblokverwarming........148 Wat is een admin-sleutel?.......53 MyKey programmeren.........49 Motorblokverwarming gebruiken....149 Motoremissieregeling.........163 MyKey™.............47 Motorkapslot Werking..............47 Zie: De motorkap openen en sluiten...267 Motorkoelventilator - Benzine....273 Motorkoelventilator - Diesel....273 Motorkoelvloeistof controleren....273...
Pagina 421
Index Parkeerhulp achter........186 REACH..............9 Regeling voor bergop rijden.......181 Indicatie van afstand tot object....188 Informatiemeldingen parkeerhulp Hellingstart gebruiken........182 achter..............188 Het systeem in- en uitschakelen....182 Parkeerhulp ...........186 Reinigen van binnenzijde auto....285 Werking..............186 Achterruiten............287 Parkeerhulp voor..........188 Gordels..............286 Indicatie van afstand tot object....189 Instrumentenpaneelschermen, Informatiemeldingen parkeerhulp LCD-schermen en radioschermen..287 voor..............190...
Pagina 423
Index Systeem selectieve katalytische Tips voor de klimaatregeling in het reductie............164 interieur - Auto's met: Automatische temperatuurregeling ........107 AdBlue®-tank vullen in een tankstation............165 Aanbevolen instellingen voor koelen..108 AdBlue®-tank vullen via een Aanbevolen instellingen voor container............166 verwarmen............108 De AdBlue®-tank vullen........164 Algemene tips............107 Het AdBlue®-peil controleren.......167 De zijruiten ontwasemen bij koud Informatiemeldingen systeem selectieve...
Pagina 424
Index Uitschakelvertraging koplampen.....72 Verkeersbordherkenning......226 Unieke rijeigenschappen ......150 Snelheidswaarschuwing in- en USB-poort............337 uitschakelen............226 Snelheidswaarschuwing instellen....226 Systeemmeldingen verkeersbordherkenning......227 Veiligheidsgordels vastmaken....31 Weergave systeem Gebruik van veiligheidsgordels tijdens verkeersbordherkenning......227 zwangerschap...........31 Werking..............226 Veiligheidsgordels...........31 Verlichtingsbediening........70 Veiligheidsmaatregelen......155 Follow-me-home verlichting......71 Veiligheidsuitrusting voor kinderen..21 Grootlicht koplamp..........71 Ventilatie Lichtsignaal..............71 Zie: Klimaatregeling..........105 Parkeerlichten............70 Ventilator Standen van de lichtschakelaar.....70...
Pagina 426
Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing...