·
Schakel de circulatiefunctie uit als deze
niet meer nodig is.
LET OP
In auto's met klimaatregeling bij ingescha-
kelde circulatiefunctie niet roken. De rook
kan op de verdamper van de koeling en het
gecombineerde actief filter neerslaan en
voor blijvende stankoverlast zorgen.
Automatische klimaatregeling: Bij inge-
schakelde achteruitversnelling of tij-
dens het gebruik van de wis-wasautomaat
wordt de circulatiefunctie ingeschakeld om
te voorkomen dat geuren het interieur bin-
nendringen.
Handbediende klimaatregeling: Bij zeer
hoge buitentemperaturen helpt tijde-
lijk gebruik van de circulatiefunctie om het
interieur sneller af te koelen.
Stoelverwarming
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 125.
Bij draaiende motor kunnen de voorstoelen
op drie standen elektrisch worden ver-
warmd.
Verwarmingsstanden van de stoelver-
warming
De bedrijfsfuncties van de stoelverwarming
worden in het infotainmentsysteem ge-
kleurd weergegeven:
— In de hoogste verwarmingsstand zijn alle
drie weergaven onder
fotainmentsysteem rood gekleurd.
Stoelverwarming bedienen
1.
in het bovenste gedeelte van de
middenconsole aantippen.
2. Om de stoelverwarming met de hoog-
ste verwarmingsstand in te schakelen,
of
op de onderste beeldscherm-
rand aantippen.
3. Om de verwarmingsstand in te stellen,
of
herhaaldelijk aantippen.
4. Om de stoelverwarming uit te schake-
len,
of
herhaaldelijk aantippen tot
het symbool grijs gekleurd is.
128
Verwarming en airconditioning
aan het begin van
of
in het in-
Of: Om de stoelverwarming in of uit te
schakelen, met twee vingers de touch-
regelaar voor de bestuurders- of bijrij-
derszijde onder het infotainmentsys-
teem aantippen (afhankelijk van de uit-
rusting).
Stoelverwarming wordt automatisch
in- en uitgeschakeld
Als u de motor binnen ongeveer 10 minuten
weer start, wordt voor de bestuurdersstoel
de laatst ingestelde verwarmingsstand au-
tomatisch ingeschakeld. Als de bijrijders-
stoel bezet is, wordt ook voor de bijrijders-
stoel de laatst ingestelde verwarmings-
stand automatisch ingeschakeld.
Als de bijrijder bij ingeschakelde stoelver-
warming en draaiende motor deze zitplaats
verlaat, schakelt de stoelverwarming van
de bijrijdersstoel automatisch uit. De weer-
gave in het infotainmentsysteem is na ca.
2 seconden grijs gekleurd. Als de bijrijder bij
nog steeds draaiende motor weer plaats
neemt, schakelt de stoelverwarming van
de bijrijdersstoel automatisch weer in.
Als de stoelverwarming automatisch uit-
schakelt, kunt u de stoelverwarming indien
gewenst ook bij niet-bezette zitplaats van
de bijrijder weer handmatig inschakelen.
Wanneer zou de stoelverwarming niet
ingeschakeld moeten worden?
Wanneer een van de volgende situaties van
toepassing is, de stoelverwarming niet in-
schakelen:
— Op de stoel zit een persoon met beperkte
pijn- of temperatuurwaarneming →
— De stoel is niet bezet.
— Er is een kinderzitje op de stoel geïnstal-
leerd.
— Er bevinden zich voorwerpen op de zit-
ting, bv. beschermhoezen, jassen, dekens
of tassen.
— De zitting is vochtig of nat.
— De binnen- of buitentemperatuur is hoger
dan +25 °C (77 °F).
WAARSCHUWING
Als de stoelverwarming word gebruikt,
ontstaan er magnetische velden. Deze
magnetische velden kunnen in individuele
.