gevallen invloed hebben op actieve medi-
sche implantaten (bv. pacemakers).
·
Dragers van een actief medisch implan-
taat zouden voor gebruik van de stoel-
verwarming moeten overleggen met
hun arts of de fabrikant van hun im-
plantaat.
·
Stel zo nodig ook uw inzittenden hier-
van op de hoogte.
WAARSCHUWING
Personen die door medicijngebruik, door
verlamming of vanwege chronische ziek-
tes, bv. diabetes, een beperkte of ontbre-
kende pijn- of temperatuurwaarneming
hebben, kunnen bij het gebruik van de
stoelverwarming verbrandingen aan rug,
zitvlak en benen oplopen, die een zeer
lange genezingsduur met zich meebren-
gen of niet meer volledig genezen. Voor
vragen over de eigen gezondheidstoe-
stand een arts raadplegen.
·
Personen met een beperkte pijn- of
temperatuurwaarneming mogen de
stoelverwarming nooit gebruiken.
WAARSCHUWING
Een doorweekte stoelbekleding kan sto-
ringen in de stoelverwarming veroorzaken
en het risico van verbrandingen verhogen.
·
Let erop dat de zitting droog is voordat
u de stoelverwarming gebruikt.
·
Ga niet met natte of vochtige kleding
op de stoel zitten.
·
Leg geen vochtige of natte voorwerpen
en kledingstukken op de stoel.
·
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
LET OP
·
Om de verwarmingselementen van de
stoelverwarming niet te beschadigen,
mag u niet op de zittingen knielen of de
zitting en rugleuning op andere manieren
puntvormig belasten.
·
Vloeistoffen, puntige voorwerpen en iso-
lerende materialen, zoals een bescherm-
hoes of kinderzitje, kunnen de stoelver-
warming beschadigen.
·
Schakel de stoelverwarming bij geuront-
wikkeling direct uit en laat deze door een
hiervoor gekwalificeerde specialist con-
troleren.
·
Als de originele stoelbekledingen door
een ander materiaal worden vervangen,
kan de stoelverwarming oververhitten of
de werking van de stoelverwarming be-
lemmerd worden.
Om brandstof te besparen, schakelt
u de stoelverwarming zo snel mogelijk
uit.
Voorruitverwarming
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 125.
De voorruitverwarming werkt alleen als de
motor draait.
Voorruitverwarming in- en uitschakelen
1.
op het bedieningsveld in de boven-
ste middenconsole aantippen.
De voorruitverwarming schakelt afhan-
kelijk van de buitentemperatuur, uiterlijk
echter na ongeveer 8 minuten vanzelf
uit.
Automatische voorruitverwarming
De voorruitverwarming schakelt automa-
tisch in als een ruit zou kunnen beslaan.
1.
in het bovenste gedeelte van de
middenconsole aantippen.
2. Automatische voorruitverwarming via
Setup Voorruitverwarming automa-
tisch in- of uitschakelen.
De automatische voorruitverwarming is ook
actief bij uitgeschakelde klimaatregeling.
Voorruitverwarming via de ontwase-
mingsfunctie
Als de ontwasemingsfunctie is ingescha-
keld en een sensor herkent dat de voorruit
kan beslaan, wordt de voorruitverwarming
ingeschakeld.
Verwarming, ventilatie, koeling
aan het begin van
129