Inhoudsopgave
Advertenties
Verwarming en aircondi-
tioning
Verwarming, ventilatie, koe-
ling
Inleiding
De volgende installaties kunnen in de
wagen zijn ingebouwd:
Het verwarmings- en ventilatiesysteem
verwarmt en ventileert het interieur. Het
verwarmings- en ventilatiesysteem kan niet
koelen.
De handbediende klimaatregeling ver-
warmt, koelt en ontvochtigt de lucht.
De automatische klimaatregeling ver-
warmt, koelt en ontvochtigt de lucht. Met
de automatische regeling van de automati-
sche klimaatregeling kunnen luchttempe-
ratuur, luchtverdeling en luchthoeveelheid
automatisch worden geregeld.
De klimaatregeling werkt het beste als de
ruiten gesloten zijn. Bij zeer hoge tempera-
turen in de wagen kan ventileren helpen het
afkoelen te versnellen.
Weergave van ingeschakelde functies
Verlichte symbolen op de toetsen geven
een ingeschakelde functie aan.
In de airco-instellingen in het infotainment-
systeem geven in kleur gemarkeerde func-
tietoetsen een ingeschakelde functie aan.
Klimaatregeling met spraakcomman-
do's bedienen
Sommige functies van de klimaatregeling
kunnen afhankelijk van de uitrusting met de
spraakbediening worden bediend.
WAARSCHUWING
Slecht zicht door de ruiten verhoogt het
risico van botsingen en ongevallen die
zware verwondingen kunnen veroorzaken.
·
Houd alle ruiten vrij van ijs, sneeuw en
aanslag om een goed zicht te hebben.
·
Stel de verwarming, klimaatregeling en
achterruitverwarming zo in dat de rui-
ten niet beslaan.
·
Rijd pas weg als de ruiten vrij zijn.
·
Gebruik de circulatiefunctie alleen ge-
durende korte tijd. De ruiten kunnen an-
ders zeer snel beslaan en het zicht zeer
ernstig beperken.
·
Schakel de circulatiefunctie uit als deze
niet meer nodig is.
WAARSCHUWING
Verbruikte lucht kan ertoe leiden dat de
bestuurder snel vermoeid en ongecon-
centreerd raakt, wat botsingen, ongeval-
len en zware verwondingen kan veroorza-
ken.
·
Schakel nooit de ventilator gedurende
langere tijd uit en gebruik nooit de cir-
culatiefunctie gedurende langere tijd,
omdat er dan geen frisse lucht in het in-
terieur komt.
LET OP
Warmte- of koudegevoelige levensmidde-
len, medicijnen en voorwerpen kunnen door
de uitstromende lucht beschadigd of on-
bruikbaar worden.
·
Plaats geen levensmiddelen, medicijnen
of andere temperatuurgevoelige voor-
werpen voor de luchtroosters.
LET OP
Steek geen voorwerpen in de sleuven van
de luchtroosters. De luchtroosters kunnen
daardoor worden beschadigd.
LET OP
Als de klimaatregeling niet werkt, schakel
deze dan direct uit om vervolgschade te
voorkomen. Laat de klimaatregeling door
een hiervoor gekwalificeerde specialist
controleren.
Overzicht van de functies
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 125.
Sommige functies van de klimaatregeling
en het menu in het infotainmentsysteem
zijn afhankelijk van de uitrusting.
Verwarming, ventilatie, koeling
aan het begin van
125
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
