Advertenties
Afb. 217 Krik linksachter geplaatst
Checklist
Voor de eigen veiligheid de volgende han-
delingen in de aangegeven volgorde uitvoe-
ren →
:
1.
Een vlakke en stevige ondergrond kie-
zen voor het opkrikken van de wagen.
2. Motor afzetten. Bij een schakeltrans-
missie een versnelling inschakelen of bij
een automatische transmissie de keu-
zehendel in stand P zetten en de par-
keerrem inschakelen.
3. Diagonaal tegenoverliggende wiel met
de wielkeggen of andere geschikte
voorwerpen blokkeren.
4. Bij aanhangwagengebruik → pag. 281:
de aanhangwagen van de trekkende
wagen loskoppelen en neerzetten.
5. Wielbouten losdraaien → pag. 366.
6. Het steunpunt voor de krik →
onder de wagen zoeken dat het dichtst
bij het te verwisselen wiel ligt.
7.
Handslinger in het montagegat van de
krik haken (afhankelijk van de uitrus-
ting).
8. Krik zo ver omhoogdraaien dat deze
nog onder het steunpunt van de wagen
kan worden geplaatst.
9. Zorg ervoor dat de krikvoet met het vol-
ledige oppervlak stevig op de grond
staat en zich precies loodrecht onder
het steunpunt bevindt →
afb.
217.
→
10. Krik richten en tegelijkertijd de krikklauw
verder omhoogdraaien, tot de klauw
368
Velgen en banden
om de rand onder de wagen grijpt
→
11. Wagenkrik verder omhoogdraaien tot
het wiel net vrij van de grond is.
Onjuist gebruik van de krik kan tot gevolg
kan hebben dat de wagen van de krik af
glijdt en zware verwondingen veroorzaakt.
Om het risico van lichamelijk letsel te ver-
minderen, het volgende in acht nemen:
·
Als er meer dan één band is bescha-
digd, krik de wagen dan nooit op.
·
Raadpleeg voordat u de wagen opkrikt,
de gebruiksaanwijzing van de krikfabri-
kant en eventuele wettelijke voorschrif-
ten.
·
Als de motor draait of de wagen op een
scheef aflopende of hellende weg
staat, krik de wagen dan nooit op.
·
Als de wagen is opgekrikt, nooit de mo-
tor starten. Door motortrillingen kan de
wagen van de krik vallen.
·
Plaats de krik alleen bij de beschreven
steunpunten. De krikklauw moet goed
om de rand van de dorpel grijpen.
·
Gebruik alleen een krik die voor uw wa-
gen is vrijgegeven. Andere krikken kun-
nen wegglijden, ook die voor andere
modellen.
·
De ondergrond moet vlak en stevig zijn.
Bij een hellende of zachte ondergrond
kan de wagen van de krik af glijden. Ge-
bruik zo nodig een grote, stabiele plaat
afb. 215
onder de krik.
·
Om het wegglijden van de krik te voor-
komen bij een gladde ondergrond, bv.
een tegelvloer, een niet-glad oppervlak
eronder leggen, bv. een rubberen mat.
·
Kom nooit met een lichaamsdeel, bv.
een arm of been, onder de wagen als
deze alleen door een krik omhoog
wordt gehouden.
·
Als er onder de wagen moet worden
gewerkt, ondersteun deze dan aanvul-
lend veilig met passende steunbokken.
afb. 216
en
afb.
217.
WAARSCHUWING
Advertenties
