·
Laat nooit de gordel bekneld raken. Be-
schadig nooit de gordel en laat deze
nooit langs scherpe randen schuren.
Gordelwaarschuwing en gordel-
statusindicatie
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 46.
Afb. 21 Op het display in het instrumenten-
paneel: Waarschuwingslampje
Afb. 22 Op het display in het instrumenten-
paneel: Gordelstatusindicatie voor de zitplaat-
sen achterin
Het rode waarschuwingslampje
bij ingeschakeld contact en niet-vastge-
gespte inzittenden.
Bij het begin van de rit of wanneer de veilig-
heidsgordels tijdens het rijden worden los-
gemaakt en bij een snelheid van meer dan
ca. 25 km/h (15 mph) klinkt een akoestisch
signaal. Bovendien knippert het rode waar-
schuwingslampje
afb.
→
Het rode waarschuwingslampje
uit als alle inzittenden bij ingeschakeld con-
tact de veiligheidsgordels hebben omge-
gespt.
48
Veiligheid
Gordelstatusindicatie voor de zitplaat-
sen achterin
De gordelstatusindicatie toont de bestuur-
der bij het inschakelen van het contact op
het display in het instrumentenpaneel het
aantal herkende zitplaatsen. Daarnaast
wordt door een zwart of wit symbool aan-
gegeven of er zich volwassen passagiers op
de zitplaatsen achterin bevinden →
Het zwarte symbool toont het aantal zit-
plaatsen dat onbezet is. Het gevulde witte
symbool toont het aantal zitplaatsen dat
bezet is. De weergave verdwijnt na ca. 60
seconden.
De gordelstatusindicatie voor de zitplaat-
sen achterin werkt op een batterij via een
radiografische verbinding
grafische systemen, bv. zendontvangappa-
ratuur, kunnen het systeem storen →
De bestuurder moet voor aanvang van de
rit controleren of het aantal weergegeven
zitplaatsen in het instrumentenpaneel
overeenkomt met het aantal ingebouwde
stoelen achterin →
klopt, het systeem door een hiervoor ge-
kwalificeerde specialist laten controleren
→ pag. 49.
Het onachtzaam gebruik van de gordel-
statusindicatie kan zware verwondingen
tot gevolg hebben. Het systeem kan de
oplettendheid van de bestuurder niet ver-
vangen.
·
brandt
·
De gordelwaarschuwing is geconstrueerd
voor de herkenning van volwassen perso-
nen. De stoelbezetting door lichtere per-
21.
sonen, met name kinderen, wordt niet
gaat pas
met zekerheid herkend. De gordelwaar-
schuwing reageert bovendien niet of
slechts beperkt bij gebruik van kinderzitjes
of zitonderleggers.
. Als het aantal niet
WAARSCHUWING
Controleer voordat u gaat rijden of het
aantal weergegeven zitplaatsen in het
instrumentenpaneel overeenkomt met
het aantal ingebouwde stoelen achter-
in.
Controleer voordat u gaat rijden of alle
inzittenden hun veiligheidsgordel op
juiste wijze omgegespt hebben.
WAARSCHUWING
afb.
22.
. Andere radio-
.