voorbeeld door sneeuw, of door wasmid-
delresten of coatings belemmerd. Radar-
sensor en voorruit schoonmaken → pag.
374.
— Het zicht van de radarsensor is door aan-
bouwdelen, sierlijsten van kenteken-
plaathouders of stickers belemmerd. Ge-
bied rond de radarsensor vrijhouden.
— Het zicht van de camera wordt belem-
merd door aanbouwdelen of stickers.
Gebied rondom het cameravenster vrij-
houden.
— De radarsensor of de camera is versteld
of beschadigd, bijvoorbeeld als gevolg
van een beschadiging aan de voorzijde
van de auto of de voorruit. Controleer of
er een beschadiging zichtbaar is → pag.
380.
— Auto's met 4-wielaandrijving: TCS is uit-
geschakeld.
— De camera is als gevolg van de hoge om-
gevingstemperatuur of langer direct zon-
licht automatisch gedeactiveerd. Als de
camera weer beschikbaar is, is ook de
Automatic Emergency Braking weer be-
schikbaar.
— Er werden spuitwerkzaamheden of con-
structieve wijzigingen aan de voorzijde
van de auto uitgevoerd.
— Als het probleem blijft bestaan, de Auto-
matic Emergency Braking uitschakelen
en een hiervoor gekwalificeerde specia-
list opzoeken.
De Automatic Emergency Braking werkt
niet zoals verwacht of activeert meer-
dere keren ongewenst
— De radarsensor of het cameravenster is
verontreinigd. Radarsensor en voorruit
schoonmaken → pag. 374.
— De systeemgrenzen zijn niet in acht ge-
nomen → pag. 174.
— Laagstaande zon of duisternis.
— Als het probleem blijft bestaan, de Auto-
matic Emergency Braking uitschakelen
en een hiervoor gekwalificeerde specia-
list opzoeken.
Bedieningsvelden reageren anders dan
verwacht
Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de
bedieningsvelden beperken.
1.
Bedieningsvelden altijd schoon en
droog houden.
Lane-Keeping System
Inleiding
Het Lane-Keeping System ondersteunt
de bestuurder binnen de systeemgren-
zen bij het aanhouden van de rijstrook.
De functie is niet geschikt en niet ge-
construeerd om zelfstandig de rijstrook
aan te houden.
Met een camera achter de voorruit herkent
het Lane-Keeping System de begrenzingen
van een rijstrook. Als de wagen een herken-
de rijstrookbegrenzing te dicht nadert,
waarschuwt het systeem de bestuurder
met een corrigerende stuuringreep. De cor-
rigerende stuuringreep kan elk moment
door de bestuurder worden overruled.
Snelheidsbereik
Het Lane-Keeping System is bij een herken-
de rijstrookbegrenzing vanaf ca. 60 km/h
(35 mph) klaar om te regelen (systeemsta-
tus actief).
WAARSCHUWING
De intelligente techniek van het Lane-
Keeping System kan de natuurkundig be-
paalde grenzen niet overwinnen en func-
tioneert uitsluitend binnen de systeem-
grenzen. Onoplettend of onbedoeld ge-
bruik van het Lane-Keeping System kan
ongevallen en zware verwondingen ver-
oorzaken. Het systeem kan de oplettend-
heid van de bestuurder en diens stuurbe-
weging niet vervangen.
·
Pas snelheid en veiligheidsafstand ten
opzichte van voor u rijdende voertuigen
altijd aan het zicht, het weer en de weg-
en verkeersomstandigheden aan.
·
Handen altijd aan het stuur houden, zo-
dat u op elk moment klaar bent om te
Lane-Keeping System
177