Advertenties
maximaal toelaatbare bandenspanning
brengen → pag. 350.
WAARSCHUWING
Verschuivende lading kan de rijstabiliteit
en de rijveiligheid van de wagen met aan-
hangwagen nadelig beïnvloeden en daar-
door ongevallen en zware verwondingen
veroorzaken.
·
Laad de aanhangwagen altijd op de
juiste manier.
·
Zet de lading altijd vast met geschikte
en onbeschadigde sjor- of spanbanden.
WAARSCHUWING
Als de maximaal toegestane asbelasting
en kogeldruk alsmede het maximaal toe-
gestane totaal- of treingewicht van de
wagen en aanhangwagen wordt over-
schreden, kunnen ongevallen en zware
verwondingen het gevolg zijn.
·
Overschrijd nooit de opgegeven waar-
den.
·
Overschrijd nooit de maximaal toege-
stane asbelasting met het actuele ge-
wicht op de voor- en achteras.
·
Overschrijd nooit het maximaal toege-
staan gewicht met het gewicht op de
voor- en achteras van de wagen.
Met een aanhangwagen rijden
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 281.
Koplampafstelling
Bij aangekoppelde aanhangwagen kan het
voorste gedeelte van de wagen omhoog
komen en kan een ingeschakeld dimlicht
andere verkeersdeelnemers verblinden. De
lichtbundel met de lichtbundelhoogtever-
stelling voldoende laten zakken. Als de wa-
gen niet is uitgerust met lichtbundelhoog-
teverstelling, de koplampen door een hier-
voor gekwalificeerde specialist laten afstel-
len.
aan het begin van
Bijzonderheden bij het rijden met een
aanhangwagen
— Bij een aanhangwagen met oplooprem
eerst zacht, daarna stevig remmen. Zo
voorkomt u remschokken door blokke-
rende aanhangwagenwielen.
— Door het treingewicht wordt de remweg
langer.
— Voor afdalingen bijtijds een lagere ver-
snelling kiezen zodat de motor als rem
kan fungeren. Het remsysteem zou an-
ders oververhit kunnen raken en mogelijk
kunnen uitvallen.
— Het zwaartepunt van de wagen en daar-
door de rijeigenschappen zijn door het
aanhangwagengewicht en het hogere to-
taalgewicht van de combinatie gewijzigd.
— Bij een lege wagen en een beladen aan-
hangwagen is de gewichtsverdeling heel
ongunstig. Met deze combinatie heel
voorzichtig en met aangepaste snelheid
rijden.
Wegrijden met een aanhangwagen op
hellingen
Afhankelijk van het hellingspercentage en
het totale treingewicht kan een geparkeer-
de wagen met aanhangwagen bij het weg-
rijden licht terugrollen.
Met een aanhangwagen als volgt op hellin-
gen wegrijden:
1.
Rempedaal intrappen en ingetrapt hou-
den.
2. Knop
eenmaal indrukken om de par-
keerrem uit te schakelen → pag. 189.
3. Bij wagens met schakeltransmissie:
koppelingspedaal helemaal intrappen.
4. 1e versnelling resp. keuzehendelstand D
inschakelen.
5. Knop
omhoogtrekken en vasthouden
om de wagen met aanhangwagen met
de elektronische parkeerrem tegen te
houden.
6. Gedoseerd gas geven en bij een scha-
keltransmissie de koppeling op laten
komen totdat merkbaar wordt dat de
wagen naar voren beweegt. Zo nodig de
aanwijzingen voor de Hill Start Assist
raadplegen → pag. 158.
Rijden met aanhangwagen
285
Advertenties
