Advertenties
LET OP
Door een sterke water- of stoomstraal kun-
nen de sensoren in de portiergrepen wor-
den geactiveerd als er zich een geldige wa-
gensleutel in het benaderingsgebied be-
vindt. Als er minstens een ruit geopend is
en de sensoren in een portiergreep perma-
nent worden geactiveerd, sluiten alle rui-
ten. Als de water- of stoomstraal kort van
de sensoren in een portiergreep wordt ver-
wijderd en weer teruggebracht, gaan mo-
gelijk alle ruiten open → pag. 82.
Als op het display in het instrumen-
tenpaneel de melding Keyless defect
wordt weergegeven, kunnen er storingen bij
Keyless Entry ontstaan. Gekwalificeerde
specialist opzoeken.
Als er geen wagensleutel in de wagen
ligt of deze niet wordt herkend, wordt
op het display in het instrumentenpaneel
een melding weergegeven. Dit kan het ge-
val zijn als het signaal van de wagensleutel
door een ander zendsignaal wordt ver-
stoord of door een voorwerp wordt afge-
dekt, bv. door een aluminium koffer.
Portieren en knop voor centra-
le vergrendeling
Inleiding
De portieren kunnen handmatig worden
vergrendeld en gedeeltelijk worden ont-
grendeld, bijvoorbeeld bij uitval van de wa-
gensleutel of de centrale vergrendeling.
De centrale vergrendeling maakt centraal
ont- en vergrendelen van alle portieren, de
achterklep en de tankklep van de wagen
mogelijk.
De wagen kan alleen met de wagensleutel
worden vergrendeld als het contact werd
uitgeschakeld of de bestuurder de wagen
bij afgezette motor verlaten heeft.
Als u de wagen verlaat altijd de wagensleu-
tel meenemen.
Een symbool op het display in het instru-
mentenpaneel wijst u erop als één of meer-
dere portieren of kleppen niet op de juiste
84
Open en dicht
wijze zijn gesloten.
Niet verder rijden!
Betreffende portier of klep sluiten →
De weergave is ook bij uitgeschakeld con-
tact zichtbaar en gaat na enkele seconden
uit, nadat de wagen bij gesloten portieren
en kleppen werd vergrendeld.
WAARSCHUWING
Verkeerd of zonder toezicht ontgrendelen,
openen of sluiten van de portieren kan
ongevallen en zware verwondingen ver-
oorzaken.
·
Open of sluit portieren alleen als nie-
mand zich in het zwenkgebied bevindt.
·
Controleer na het sluiten van de portie-
ren of deze juist gesloten zijn, zodat de-
ze tijdens het rijden niet vanzelf open
kunnen gaan. De gesloten portieren
moeten vlak aansluiten op de carrosse-
riedelen eromheen.
·
Sluit en vergrendel de portieren als de
wagen niet wordt gebruikt. Verzeker
u ervan dat niemand in de wagen ach-
terblijft.
·
Bij een van buiten vergrendelde wagen
kunnen de portieren en elektrisch be-
dienbare ruiten niet van binnenuit wor-
den geopend.
·
Afhankelijk van het jaargetijde kunnen
in een gesloten wagen zeer hoge of zeer
lage temperaturen ontstaan die vooral
bij kleine kinderen ernstige verwondin-
gen en ziektes kunnen veroorzaken of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
·
Laat nooit personen in een vergrendel-
de wagen achter. Deze personen zijn
mogelijk in een noodgeval niet in staat,
de wagen zelfstandig te verlaten of
zichzelf te redden.
·
Druk portieren nooit met de hand op de
ruit dicht. De ruit zou kunnen versplinte-
ren en verwondingen veroorzaken.
·
Houd portieren bij het openen en slui-
ten altijd bij de portiergreep vast.
WAARSCHUWING
Een niet goed gesloten portier kan tijdens
het rijden plotseling opengaan en zware
verwondingen veroorzaken.
·
Stop direct en sluit het portier.
.
Advertenties
