Veiligheidsgordel alleen bij stilstaande wa-
gen losmaken.
1.
Rode knop in het gordelslot indrukken
afb.
24. De slotgesp springt eruit.
→
2. Gordel met de hand terug geleiden, zo-
dat de gordel gemakkelijker oprolt, de
veiligheidsgordel niet verdraait en de
bekleding niet wordt beschadigd.
Verdraaide veiligheidsgordel
Als u de veiligheidsgordel alleen stroef uit
de gordeldoorvoer kunt trekken, kan het zijn
dat de veiligheidsgordel binnen in de zijbe-
kleding is verdraaid, doordat de gordel bij
het losgespen van de gordel te snel is te-
ruggevoerd:
1.
Veiligheidsgordel bij de slotgesp lang-
zaam en voorzichtig volledig uittrekken.
2. Verdraaiing in de veiligheidsgordel ver-
wijderen en gordel langzaam met de
hand terug geleiden.
3. Als u de verdraaiing in de veiligheids-
gordel niet kunt verhelpen, de veilig-
heidsgordel desondanks omgespen.
De verdraaiing mag zich dan niet in een
deel van de gordel bevinden dat direct
tegen het lichaam aan ligt!
4. Om de verdraaiing te laten verhelpen,
direct een hiervoor gekwalificeerde spe-
cialist opzoeken.
Gordelverloop
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 46.
Afb. 25 Juist gordelverloop en juiste hoofd-
steuninstelling
50
Veiligheid
Afb. 26 Juist gordelverloop bij zwangere
vrouwen
Alleen met een juist gordelverloop bieden
omgegespte veiligheidsgordels bij een on-
geval optimale bescherming en verminde-
ren het risico van zware of fatale verwon-
dingen. Bovendien houdt het juiste gordel-
verloop de inzittenden zo op hun plaats dat
de activerende airbag maximale bescher-
ming kan bieden. Daarom altijd de veilig-
heidsgordel omgespen en op het juiste gor-
delverloop letten →
afb.
Een verkeerde zithouding kan zware of do-
delijke verwondingen veroorzaken → pag.
44.
Juist gordelverloop
— Het schoudergordelgedeelte van de vei-
ligheidsgordel moet altijd over het mid-
den van de schouder lopen en nooit over
de hals, over de arm, onder de arm of
achter de rug.
— Het heupgordelgedeelte van de veilig-
heidsgordel moet altijd over het bekken
lopen en nooit over de buik.
— De veiligheidsgordel altijd vlak en nauw
op het lichaam laten aansluiten. Gordel
zo nodig iets natrekken.
Bij zwangere vrouwen moet de veilig-
heidsgordel gelijkmatig over de borst en zo
laag mogelijk over het bekken lopen en te-
vens nauw aansluiten, zodat er geen druk
op het onderlichaam wordt uitgeoefend.
Dit geldt gedurende de gehele zwanger-
schap →
afb.
26.
25.