Advertenties
— De motor draait "soepel".
— Koppelingspedaal helemaal intrappen en
bij het vooruit bergopwaarts rijden de 1e
versnelling inschakelen of bij het achter-
uit bergopwaarts rijden de achteruitver-
snelling inschakelen.
Om weg te rijden de voet van het rempe-
daal nemen, gelijktijdig het koppelingspe-
daal loslaten (koppelen) en daarbij gas ge-
ven. Bij het loslaten van de koppeling wordt
de rem gedoseerd losgezet. Indien niet di-
rect gas wordt gegeven, wordt de rem na
enkele seconden automatisch losgezet.
Auto's met automatische transmissie:
Aan de volgende voorwaarden moet gelijk-
tijdig zijn voldaan:
— De stilstaande auto wordt met het rem-
pedaal op een helling op zijn plaats ge-
houden, totdat wordt weggereden.
— De motor draait "soepel".
— Rijstand D of de achteruitversnelling is
ingeschakeld.
Om weg te rijden de voet van het rempe-
daal nemen en direct gas geven. Bij het
wegrijden wordt de rem gedoseerd losge-
zet →
.
Hill Start Assist deactiveren
Onder de volgende voorwaarden wordt de
Hill Start Assist direct gedeactiveerd:
— Zodra niet meer wordt voldaan aan een
van de bovengenoemde voorwaarden.
— Als het bestuurdersportier wordt geo-
pend.
— Bij niet mooi rond draaiende motor of bij
motorstoringen.
— Bij afgezette motor of als de motor ab-
rupt is afgeslagen.
— Auto's met automatische transmissie: Als
de neutrale stand N is ingeschakeld.
LET OP
Door gebruik van de parkeerrem kan het
wegrijden op hellingen worden vergemak-
kelijkt → pag. 189.
·
Activeer de parkeerrem met de knop als
de auto stilstaat → pag. 189.
·
Geef gedoseerd gas om weg te rijden.
Stuurinrichting
Informatie over de stuurinrichting
Om diefstal van de wagen te bemoeilijken,
is het raadzaam de stuurinrichting elke keer
als u de wagen verlaat te blokkeren.
De stuurinrichting
Bij de elektromechanische stuurinrichting
wordt de stuurbekrachtiging automatisch
aan de rijsnelheid, het stuurmoment en de
stuurinslag van de wielen aangepast. De
elektromechanische stuurinrichting werkt
alleen als de motor draait. Als de Auto
StartStop ingrijpt en de motor afzet, werkt
de stuurinrichting eveneens.
Bij geheel of gedeeltelijk uitgevallen stuur-
bekrachtiging heeft u voor het sturen aan-
zienlijk meer kracht nodig dan gewoonlijk.
Mechanische stuurkolomvergrendeling
(stuurslot)
Bij wagens met contactslot wordt de stuur-
kolom mechanisch vergrendeld:
1.
Wagen stoppen, zo nodig de parkeer-
vergrendeling P inschakelen.
2. Wagensleutel uit het contact trekken.
3. Het stuurwiel iets draaien, tot het stuur-
slot hoorbaar vastklikt.
Om de stuurkolom te ontgrendelen:
1.
Het stuurwiel iets draaien om het stuur-
slot te ontlasten.
2. De wagensleutel in het contact steken.
3. Stuurwiel in positie houden en het con-
tact inschakelen.
Elektronische stuurkolomvergrende-
ling bij wagens met drukknop contact-
schakelaar
Bij wagens met drukknop contactschake-
laar wordt de stuurkolom elektronisch ver-
grendeld:
1.
Wagen stoppen, zo nodig de parkeer-
vergrendeling P inschakelen.
2. Contact uitschakelen, daarna het be-
stuurdersportier openen. De stuurkolom
wordt vergrendeld.
Als de stuurkolom niet moet worden ver-
grendeld, eerst het bestuurdersportier ope-
Stuurinrichting
159
Advertenties
