Rijden
Aanwijzingen voor het rijden
Pedalen
Afb. 96 In de voetenruimte: Pedalen bij au-
to's met automatische versnellingsbak
Gaspedaal
1
Rempedaal
2
Afb. 97 In de voetenruimte: Pedalen bij au-
to's met schakelbak
Gaspedaal
1
Rempedaal
2
Auto's met schakelbak: koppelingspe-
3
daal
De bediening en de bewegingsvrijheid van
alle pedalen mag nooit door voorwerpen of
vloermatten zijn belemmerd.
Alleen vloermatten gebruiken die de peda-
len vrijlaten en veilig tegen verschuiven zijn
bevestigd in de voetenruimte.
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van de
bestuurder kunnen de bediening van de
pedalen belemmeren. Dit kan ertoe leiden
dat u de controle over de auto verliest en
verhoogt het risico van zware verwondin-
gen.
·
Let erop dat de pedalen altijd ongehin-
derd kunnen worden ingetrapt.
·
Bevestig vloermatten altijd veilig in de
voetenruimte.
·
Leg nooit vloermatten of andere bo-
dembekledingen over de ingebouwde
vloermat.
·
Let erop dat er geen voorwerpen tijdens
het rijden in de voetenruimte van de be-
stuurder kunnen komen.
·
Verwijder aanwezige voorwerpen uit de
voetenruimte als de auto nog gepar-
keerd staat.
·
Draag schoenen die uw voeten een
goede grip geven voor de bediening van
de pedalen.
WAARSCHUWING
Altijd de actuele verkeersregels en snel-
heidsbeperkingen in acht nemen en anti-
ciperend rijden. Een juiste inschatting van
de rijsituatie kan het verschil maken tus-
sen het veilig bereiken van de reisbestem-
ming en een ongeval met zware verwon-
dingen.
·
Pauzeer op lange ritten regelmatig - ten
minste eens in de 2 uur.
LET OP
De pedalen moeten altijd ongehinderd kun-
nen worden ingetrapt. Zo is bijvoorbeeld bij
uitval van een remcircuit een langere rem-
pedaalslag nodig om de auto tot stilstand
te brengen. Hierbij moet het rempedaal
verder en harder worden ingetrapt dan ge-
woonlijk.
Aanwijzingen voor het rijden
137