Brandstof en uitlaatgas-
reiniging
Veiligheidsaanwijzingen voor
het werken met brandstof
WAARSCHUWING
Op onjuiste wijze omgaan met brandstof
kan explosies, brand, zware brandwonden
en andere verwondingen veroorzaken.
·
Zet vóór het tanken de motor af en
schakel het contact, de interieurvoor-
verwarming, de mobiele telefoon en
andere zendapparatuur uit.
·
Stap tijdens het tanken niet in de auto
om elektrostatische ontlading te voor-
komen.
·
Zorg ervoor dat de tankdop juist geslo-
ten is en er geen brandstof tevoorschijn
komt.
·
Neem de geldende veiligheidsaanwij-
zingen en lokale voorschriften voor het
omgaan met brandstof in acht.
WAARSCHUWING
Verkeerd tanken kan brand, zware ver-
wondingen en schade aan de auto tot ge-
volg hebben.
·
Tank alleen brandstoffen die zijn toege-
staan voor de auto.
·
Tank geen metaalhoudende brandstof
en gebruik uitsluitend de door de fabri-
kant goedgekeurde additieven in de
goedgekeurde dosering.
·
Verwijder onmiddellijk gemorste brand-
stof van alle delen van de auto.
VOORZICHTIG
Uit de jerrycan kan brandstof weglekken.
Dit kan brand en verwondingen veroorza-
ken.
·
Neem geen jerrycans in de auto mee.
Brandstoffen kunnen de omgeving
verontreinigen. Vang gemorste be-
drijfsvloeistoffen op en voer deze vakkundig
af.
een specialist in.
Brandstofsoorten en tanken
De tankklep zit aan de linkerzijde van de
wagen.
Aanduiding van brandstoffen en
brandstofnormen
Afb. 162 In de tankklep: Brandstofplaatje
Brandstofplaatje
De te tanken brandstofsoort is afhankelijk
van het motortype van de auto. Op de
tankklep zit af fabriek het brandstofplaatje
met de minimaal vereiste brandstofsoort
voor de auto →
De aanduiding en het kader geven aan wel-
ke brandstoffen voor de auto geschikt zijn.
Het gaat hierbij om de minimale eis. De au-
to mag niet met andere brandstoffen wor-
den bijgetankt →
Brandstofnormen
De te tanken brandstof moet aan een van
de volgende normen voldoen →
Als brandstof met de genoemde normen
niet beschikbaar is, kunt u bij een specialist
navragen welke beschikbare brandstoffen
voor de auto geschikt zijn.
Veiligheidsaanwijzingen voor het werken met brandstof
Een noodontgrendeling van de tank-
klep is niet mogelijk. Schakel zo nodig
Inleiding
afb.
162.
.
.
291