Open en dicht
Wagensleutels
Functies van de wagensleutel
Knoppen op de wagensleutel
Wagen vergrendelen. Knipperlichten
knipperen eenmaal.
Wagen ontgrendelen. Alle knipper-
lichten knipperen tweemaal.
Achterklep apart ontgrendelen.
Alle knipperlichten knipperen twee-
maal. Daarvoor de knop kort inge-
drukt houden.
Eénportierontgrendeling
Als de éénportierontgrendeling is geacti-
veerd, wordt bij één keer indrukken van de
ontgrendelingsknop op de radiografische
afstandsbediening alleen het bestuurder-
sportier ontgrendeld. De overige portieren
en de achterklep blijven vergrendeld. Bij
snel achter elkaar twee keer indrukken van
de ontgrendelingsknop wordt ondanks de
geactiveerde éénportierontgrendeling de
gehele wagen ontgrendeld.
De éénportierontgrendeling kan via het in-
fotainmentsysteem worden ingesteld:
— Tip het menu Wagen aan.
— Tip het menupunt Centrale vergrende-
ling aan.
— Tip het menupunt Portierontgrendeling
aan.
— Kies Eén portier om de functie te active-
ren.
Reservesleutels
Voor de aanschaf van een vervangende
sleutel of extra wagensleutel heeft u het
chassisnummer van de wagen nodig.
Elke nieuwe wagensleutel moet een micro-
chip bevatten en met de gegevens van de
elektronische wegrijblokkering van de wa-
gen worden gecodeerd. Een wagensleutel
werkt niet als deze een niet-gecodeerde
microchip bevat. Dit geldt ook voor wagen-
sleutels die passend gefreesd zijn.
Nieuwe wagensleutels zijn verkrijgbaar bij
specialisten en erkende slotenmakers, die
gekwalificeerd zijn om deze wagensleutels
te maken.
WAARSCHUWING
Onoplettend gebruik van de wagensleutel
of gebruik zonder toezicht kan ongevallen
en zware verwondingen veroorzaken.
·
Als u de wagen verlaat altijd alle wa-
gensleutels meenemen. Kinderen of
onbevoegde personen kunnen de por-
tieren en de achterklep vergrendelen,
de motor starten of het contact inscha-
kelen en hierdoor de elektrische uitrus-
tingen bedienen, bijvoorbeeld de ruitbe-
diening.
·
Laat nooit kinderen of hulpbehoevende
personen alleen achter in de wagen.
Deze zijn in een noodgeval niet in staat,
de wagen zelfstandig te verlaten of
zichzelf te redden. Zo kunnen bijvoor-
beeld afhankelijk van het jaargetijde in
een gesloten wagen zeer hoge of zeer
lage temperaturen ontstaan die vooral
bij kleine kinderen ernstige verwondin-
gen en ziektes kunnen veroorzaken of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
·
Nooit het contact uitschakelen zolang
de wagen in beweging is. De stuurko-
lomvergrendeling kan vergrendelen en
de wagen kan niet meer worden be-
stuurd.
LET OP
Elke elektrische wagensleutel bevat elek-
tronische onderdelen. Wagensleutel tegen
beschadigingen, vocht en sterke schokken
beschermen.
Noodsleutel
In de wagensleutel voor Keyless Entry zit
een noodsleutel →
afb. 51
handmatig ont- en vergrendelen van de
wagen.
Wagensleutels
voor het
3
79