sche waarschuwingen opgeroepen, midden
in de eigen rijstrook te rijden als de corrige-
rende stuuringreep langer duurt.
Stuurwieltrilling
De volgende situaties kunnen tot een tril-
ling van het stuurwiel leiden:
— Tijdens een sterke stuuringreep door het
systeem wordt geen rijstrook meer her-
kend.
Bovendien kunt u in het menu 'Hulpsyste-
men' van het infotainmentsysteem de op-
tie Trilling of Stuurwieltrilling kiezen. In dit
geval volgt er een trilling van het stuurwiel
als bij actief Lane-Keeping System over een
herkende rijstrookbegrenzing wordt gere-
den.
Probleemoplossingen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 177.
of
Lane-Keeping System niet
beschikbaar
Het controlelampje brandt geel en is af-
hankelijk van de uitvoering van het instru-
mentenpaneel. Bovendien wordt er een
melding weergegeven op het display in het
instrumentenpaneel.
— Het cameravenster is verontreinigd.
Voorruit schoonmaken → pag. 374.
— Het zicht van de camera is belemmerd
door het weer, bv. sneeuw, of door was-
middelresten of coatings. Voorruit
schoonmaken → pag. 374.
— Het zicht van de camera wordt belem-
merd door aanbouwdelen of stickers.
Gebied rondom het cameravenster vrij-
houden.
— De camera is versteld of beschadigd, bv.
als gevolg van een beschadiging van de
voorruit. Controleer of er een beschadi-
ging zichtbaar is → pag. 380.
— De camera is als gevolg van de hoge om-
gevingstemperatuur of langer direct zon-
licht automatisch gedeactiveerd. Als de
camera weer beschikbaar is, is ook het
180
Bestuurdershulpsystemen
Lane-Keeping System weer beschikbaar.
Motor afzetten en opnieuw starten.
— Storing of defect. Motor afzetten en op-
nieuw starten.
— Als het probleem blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Na het inschakelen van het contact
kan het enkele seconden duren, tot
een systeemfout wordt herkend.
Als het Lane-Keeping System niet be-
schikbaar is, is ook de Adaptieve Crui-
se Control met Lane Centring niet beschik-
baar.
Als het Lane-Keeping System niet be-
schikbaar is, is ook de noodgevalassis-
tent niet beschikbaar.
Het systeem gedraagt zich anders dan
verwacht
1.
Geen voorwerpen op het stuurwiel
monteren.
Bedieningsvelden reageren anders dan
verwacht
Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de
bedieningsvelden beperken.
1.
Bedieningsvelden altijd schoon en
droog houden.
Adaptieve Cruise Control met
Lane Centring
Inleiding
Met behulp van de Adaptieve Cruise
Control met Lane Centring kan de auto
binnen de systeemgrenzen een eerder
door de bestuurder gekozen afstand
tot een voorligger aanhouden en op de
voorkeurspositie binnen de rijstrook
blijven (rijstrookgeleiding).
De Adaptieve Cruise Control met Lane
Centring gebruikt hetzelfde sensorsysteem
als de Adaptieve Cruise Control en het La-
ne-Keeping System. Lees daarom de infor-
matie over de genoemde systemen aan-