Brandstof tanken
Afb. 163 Aan de linkervoertuigzijde: Tank-
klep met geopende tankdop
Tanken
Alleen de op het brandstofplaatje in de
tankklep aangegeven brandstofsoorten
mogen worden getankt → pag. 291.
1.
Om de tankklep te ontgrendelen, de au-
to met de knop
op de autosleutel
ontgrendelen → pag. 79.
Of: Om de tankklep te ontgrendelen, de
auto met de knop
sportier ontgrendelen → pag. 85.
Bij auto's met Keyless Access wordt bij
het ontgrendelen van de auto de tank-
klep automatisch ontgrendeld.
2. Linkerschuifdeur sluiten.
3. Tankklep openen.
Auto's met tankklep-botsbeveiliging: bij
het openen van de tankklep is een klak-
kend geluid hoorbaar. Dat is normaal en
duidt niet op een technisch probleem.
Als de tankklep geopend is, wordt de
linkerschuifdeur geblokkeerd en kan
niet geopend worden. Pas als de tank-
klep gesloten is, kan de schuifdeur weer
geopend worden.
Auto zonder tankklep-botsbeveiliging:
linkerschuifdeur tijdens het tanken ge-
sloten houden →
4. Tankdop eruit draaien en in de daarvoor
bestemde opening op de tankklep ste-
ken →
afb.
163.
294
Brandstof en uitlaatgasreiniging
in het bestuurder-
.
5. De greep van het vulpistool naar bene-
den houden om te waarborgen dat er
optimaal wordt getankt.
De brandstoftank is vol, zodra het vol-
gens voorschrift bediende automati-
sche vulpistool voor het eerst uitscha-
kelt →
.
6. Tankdop op de vulopening draaien tot
deze hoorbaar vastklikt.
7.
Tankklep sluiten.
Na het uitschakelen niet verder tanken! De
expansieruimte in de brandstoftank kan
zich met brandstof vullen, bv. door verwar-
ming. Daardoor zou de brandstof kunnen
overlopen of zou de automatische ontluch-
ting niet kunnen functioneren.
WAARSCHUWING
Wanneer de brandstoftank te ver wordt
gevuld, kan brandstof eruit spuiten en
overlopen. Dit kan explosies, brand en
zware verwondingen veroorzaken.
·
Tank niet verder als het vulpistool voor
het eerst uitschakelt.
VOORZICHTIG
Het openen van de linkerschuifdeur kan
verwondingen en schade aan de auto ver-
oorzaken.
·
Let er vóór het openen van de schuif-
deur op dat de tankklep is gesloten.
Rijd zo mogelijk de brandstoftank elke
zes maanden leeg tot het controle-
lampje gaat branden en tank dan opnieuw.
Dit is noodzakelijk om de vereiste systeem-
werking en brandstofkwaliteit, nodig voor
het gebruik van benzine, te behouden.
Veroudering van diesel
Vergeleken met de andere brandstofsoor-
ten kunnen brandstoffen met een hoog bio-
dieselgehalte (> 7 vol.%) een hoger water-
absorptievermogen hebben en door een la-
gere oxidatieweerstand de neiging hebben
om sneller te verouderen (afbraak). Water
en vuil bevorderen de microbiële activiteit
en versnellen de veroudering van de brand-