Advertenties
Bandenmaat
1
Aanwijzing: bandenspanning bij de kou-
2
de band controleren.
Velgmaat.
3
Bandenspanning voor de banden aan
4
de vooras.
Bandenspanning voor de banden aan
5
de achteras.
Bandenspanning bij onbeladen wagen.
6
Bandenspanning bij maximale belading.
7
Afb. 206 Op het bestuurdersportier: Ban-
denspanningsplaatje (of aan de binnenzijde
van de tankklep)
Op het plaatje staat de juiste bandenspan-
ning voor af fabriek goedgekeurde banden.
Afhankelijk van de wagen kan het plaatje er
anders uitzien. Er kunnen extra bandenma-
ten op staan.
Een verkeerde bandenspanning heeft een
ongunstig effect op het rijgedrag en leidt
tot verhoogde slijtage of zelfs klappen van
de band →
. Vooral bij hoge snelheden is
de juiste bandenspanning bijzonder be-
langrijk.
Bandenspanning controleren
Bandenspanning regelmatig, ten minste
eenmaal per maand, en bovendien vóór
elke langere rit controleren. Altijd alle ban-
den controleren, ook de band van het reser-
vewiel, indien aanwezig. In koudere gebie-
den moet de bandenspanning vaker wor-
den gecontroleerd, maar alleen wanneer
nog niet met de wagen is gereden. Altijd
een goed werkende bandenspanningstes-
ter gebruiken.
— Bandenspanning alleen bij de koude
band controleren. De aangegeven ban-
denspanning geldt voor een koude band.
De bandenspanning is bij warme banden
hoger dan bij koude banden. Laat daar-
om nooit lucht uit een warme band ont-
snappen om de bandenspanning aan te
passen.
— Bandenspanning altijd aan de belading
aanpassen.
— Nadat de bandenspanningen zijn aange-
past altijd de dopjes op de ventielen
schroeven en de informatie over het ban-
dencontrolesysteem in acht nemen.
— Altijd de op het plaatje opgegeven ban-
denspanning gebruiken. Nooit de maxi-
male bandenspanning overschrijden, die
op de wang van de band staat aangege-
ven.
WAARSCHUWING
Een verkeerde bandenspanning kan tot
gevolg hebben dat de band tijdens het rij-
den plotseling lucht verliest of klapt. Dat
kan zware ongevallen en dodelijke ver-
wondingen veroorzaken.
·
Door een te lage bandenspanning kan
de band tijdens het rijden zo sterk op-
warmen dat dit kan leiden tot loslating
van het loopvlak en een klapband.
·
Een te hoge snelheid en te zware bela-
ding van de wagen kunnen leiden tot
oververhitting, plotselinge bandschade,
zoals het klappen van de band of het
loslaten van het loopvlak, en daardoor
tot verlies van de controle over de wa-
gen.
·
Een verkeerde bandenspanning verkort
de levensduur van de banden en ver-
slechtert het rijgedrag van de wagen.
·
Controleer regelmatig de bandenspan-
ning, ten minste eenmaal per maand en
daarnaast vóór elke langere rit.
·
Alle banden moeten altijd de juiste
bandenspanning hebben die past bij de
belading.
·
Verlaag nooit een verhoogde banden-
spanning bij warme banden.
LET OP
·
Let er bij het plaatsen van de banden-
spanningsmeter op dat deze niet scheef
Wetenswaardigheden over velgen en banden
351
Advertenties
