·
Let er bij het sluiten op dat het portier
goed en volledig sluit. Het gesloten por-
tier moet vlak aansluiten op de carros-
seriedelen eromheen.
·
Open of sluit de portieren alleen als
niemand zich in het zwenkgebied be-
vindt.
WAARSCHUWING
Een met de portiervanger opengehouden
portier kan bij harde wind en op hellingen
vanzelf sluiten en verwondingen veroor-
zaken.
·
Houd portieren bij het openen en slui-
ten altijd bij de portiergreep vast.
WAARSCHUWING
Het werkingsgebied van de portieren en
de achterklep is gevaarlijk en kan verwon-
dingen veroorzaken.
·
Open en sluit de portieren en de achter-
klep alleen als niemand zich in het wer-
kingsgebied bevindt.
LET OP
Bij noodsluiten of noodopenen de onderde-
len voorzichtig uitbouwen en weer juist
monteren om beschadigingen aan de wa-
gen te voorkomen.
Controlelampje in het bestuurder-
sportier
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 84.
In het bestuurdersportier zit het controle-
lampje van de centrale vergrendeling.
Het controlelampje laat gedurende onge-
veer 30 seconden de status van de centrale
vergrendeling zien, nadat de wagen is ver-
grendeld.
Rode LEDlampje knippert gedurende onge-
veer twee seconden met korte tussenpo-
zen.
Aansluitend wordt gedurende ongeveer 28
seconden de status van de centrale ver-
grendeling weergegeven.
aan het begin van
Portieren en knop voor centrale vergrendeling
Wagen met SAFE-vergrendeling (af-
hankelijk van de uitrusting)
— Als het rode ledlampje met lange tussen-
pozen knippert, is de wagen met SAFE
vergrendeld.
— Als het rode ledlampje niet brandt, is de
wagen vergrendeld, maar zonder SAFE
vergrendeld.
Wagen zonder SAFE-vergrendeling
— Als het rode ledlampje met lange tussen-
pozen knippert, is de wagen vergrendeld.
Na ongeveer 30 seconden knippert het led-
lampje met langzame tussenpozen.
Knop voor centraal openen en
sluiten
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 84.
De knop voor centraal openen en sluiten zit
in het bestuurdersportier.
Instellingen voor de centrale vergrendeling
kunnen in het instrumentenpaneel worden
uitgevoerd.
Knoppen van de centrale vergrendeling
Wagen vergrendelen.
Wagen ontgrendelen.
Achterklep ontgrendelen. Alle portie-
ren blijven vergrendeld.
De knoppen voor centraal openen en slui-
ten werken alleen als alle portieren zijn ge-
sloten.
Als de wagen van buitenaf met de wagen-
sleutel werd vergrendeld, zijn de knoppen
voor centraal openen en sluiten buiten
werking.
Wagen van binnenuit ver- en ontgrende-
len
Als de wagen met de knop voor centraal
openen en sluiten
van binnenuit werd
vergrendeld, geldt:
— Een geopend portier wordt niet vergren-
deld.
aan het begin van
85