Advertenties
niet wordt herkend, wordt op het display in
het instrumentenpaneel een overeenkom-
stige melding weergegeven. Dit kan het ge-
val zijn als het signaal van de wagensleutel
door een ander radiografisch signaal wordt
verstoord of door een voorwerp wordt af-
gedekt, bv. door een metalen koffer → pag.
146.
Alarmsysteem
Afhankelijk van de uitrusting kan de wagen
over een alarmsysteem beschikken.
Het alarmsysteem wordt bij het vergrende-
len van de wagen met de wagensleutel au-
tomatisch ingeschakeld.
Het alarmsysteem geeft maximaal vijf mi-
nuten akoestische en optische waarschu-
wingssignalen.
Wanneer wordt het alarm geactiveerd?
— Bij het openen van een handmatig ont-
grendeld portier, zonder het contact in te
schakelen.
— Bij het openen van de voorklep.
— Bij het openen van de achterklep.
— Bij het inschakelen van het contact met
een ongeldige wagensleutel.
— Bij het losmaken van de kabels van de 12
volt accu.
Wagens met interieurbewaking en afsleep-
alarm:
— Bij beweging in de wagen.
— Bij het omhoogbrengen of afslepen van
de wagen.
— Bij het vervoeren van de wagen op een
veerboot of een trein.
— Bij het loskoppelen van een in het alarm-
systeem geïntegreerde aanhangwagen.
Alarm uitschakelen
1.
Wagen met de ontgrendelingsknop
op de wagensleutel ontgrendelen.
Of: Contact met een geldige wagen-
sleutel inschakelen. Het is mogelijk dat
het alarm kort (ongeveer een seconde)
klinkt.
90
Open en dicht
2. Bij wagens met Keyless Entry: portier-
greep omvatten.
Bij een zwakke of ontladen 12 volt ac-
cu werkt het alarmsysteem niet cor-
rect.
Interieurbewaking en afsleep-
alarm
Afhankelijk van de uitrusting kan de auto
over een interieurbewaking en een afsleep-
alarm beschikken.
Als binnen in een vergrendelde auto bewe-
gingen worden herkend, activeert de interi-
eurbewaking een alarm.
Het afsleepalarm activeert als herkend
wordt dat de auto omhoog wordt gebracht.
Interieurbewaking en afsleepalarm in-
schakelen
1.
Auto vergrendelen.
2. Bij ingeschakeld alarmsysteem zijn ook
de interieurbewaking en het afsleep-
alarm ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitrusting kan bij het ge-
bruik van een scheidingsnet de werking van
de interieurbewaking worden belemmerd.
Interieurbewaking en afsleepalarm tij-
delijk uitschakelen
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de in-
terieurbewaking en het afsleepalarm in het
infotainmentsysteem in het submenu Ope-
nen en sluiten tijdelijk worden uitgescha-
keld → pag. 34. De interieurbewaking en het
afsleepalarm zijn uitgeschakeld totdat de
auto opnieuw wordt vergrendeld.
De interieurbewaking en het afsleepalarm
kunnen ook in het uitstapmenu worden uit-
geschakeld. Daarvoor moet het contact uit-
geschakeld zijn → pag. 144.
In de volgende situaties is het aan te ra-
den de interieurbewaking en het af-
sleepalarm uit te schakelen:
— Als zich personen of dieren in het interi-
eur ophouden.
— Als de auto moet worden verladen.
Advertenties
