Advertenties
3. Bijrijdersstoel zo ver mogelijk terug-
schuiven.
4. Hoofdsteun helemaal omlaagschuiven.
5. Hendel →
afb. 62
1
om de bijrijdersstoelleuning te ontgren-
delen.
6. Bijrijdersstoelleuning in pijlrichting
afb. 62
naar voren in horizontale
→
stand klappen.
De bijrijdersstoelleuning moet in de
neergeklapte stand goed vastklikken.
Bijrijdersstoelleuning terugklappen
1.
Let erop dat zich bij het terugklappen
geen voorwerpen of lichaamsdelen bij
de scharnieren bevinden.
2. Om terug te klappen, hendel →
63
naar beneden drukken om de bij-
1
rijdersstoelleuning opnieuw te ontgren-
delen.
3. Bijrijdersstoelleuning in pijlrichting
afb. 63
naar achteren in rechtop-
→
stand klappen.
De bijrijdersstoelleuning moet in de om-
hooggeklapte stand goed vergrendelen.
WAARSCHUWING
Door ongecontroleerd of onachtzaam
neerklappen en terugklappen van de bijrij-
dersstoelleuning kunnen zware verwon-
dingen worden veroorzaakt.
·
Klap de bijrijdersstoelleuning alleen bij
stilstaande wagen neer en terug.
·
Let er bij het neerklappen van de bijrij-
dersstoelleuning altijd op dat zich geen
personen of dieren bij de rugleuning op-
houden.
·
Zolang de bijrijdersstoelleuning is neer-
geklapt, moet de voorairbag buiten
werking gesteld zijn en het controle-
lampje PASSENGER AIR BAG
branden.
·
Houd handen, vingers, voeten of andere
lichaamsdelen bij het neerklappen en
terugklappen buiten bereik van de
stoelscharnieren en het stoelvergren-
delingsmechanisme.
·
Vloermatten of andere voorwerpen
kunnen in de scharnieren van de bijrij-
naar voren trekken
afb.
dersstoelleuning vastraken. Dit kan tot
gevolg hebben dat de bijrijdersstoelleu-
ning niet juist vergrendelt als deze in de
rechtopstand wordt teruggeklapt.
·
Bij het terugklappen moet de bijrijders-
stoelleuning goed in de rechtopstand
zijn vergrendeld. Een niet goed vergren-
delde bijrijdersstoelleuning kan plotse-
ling gaan bewegen en zware verwon-
dingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
De open stoelverankeringen en scharnie-
ren van de neergeklapte bijrijdersstoelleu-
ning kunnen bij een remmanoeuvre of een
ongeval zware verwondingen tot gevolg
hebben.
·
Vervoer nooit personen of kinderen op
de bijrijdersstoel als de bijrijdersstoel-
leuning neergeklapt is.
·
Bij neergeklapte bijrijdersstoelleuning
mag op de tweede zitrij alleen de bui-
tenste zitplaats achter de bestuurders-
stoel worden bezet. Dat geldt ook voor
kinderen in kinderzitjes.
WAARSCHUWING
Niet-vastgezette of verkeerd vastgezette
voorwerpen kunnen bij plotselinge rij- en
remmanoeuvres en ongevallen zware ver-
wondingen veroorzaken. Dat geldt met
name wanneer voorwerpen door een acti-
verende airbag worden geraakt en door
het interieur worden geslingerd. Let op
het volgende om het risico van verwon-
dingen te verminderen:
·
Berg alle voorwerpen in de wagen veilig
op. Let op de wettelijke voorschriften.
·
Zolang de bijrijdersstoelleuning is neer-
geklapt, moet de voorairbag buiten
werking gesteld zijn en het controle-
lampje PASSENGER AIR BAG
branden.
Zitplaatsen achterin
Inleiding
Hierna zijn de verstelmogelijkheden van de
zitplaatsen achterin beschreven. Let er al-
Zitplaatsen achterin
99
Advertenties
